Maaisel kan voor kickstart heischraal grasland zorgen
OBN Natuurkennis
Het habitattype heischraal grasland wordt bedreigd. Vermesting en verzuring verlagen de kwaliteit van de graslanden en versnippering zorgt ervoor dat van kenmerkende plantensoorten te kleine populaties overblijven om levensvatbaar te zijn. Het heischraal grasland is dan ook aangewezen als prioritair habitat in de habitatrichtlijn. Dat betekent dat Nederland ervoor moet zorgen dat de kwaliteit verbetert en dat er ook uitbreiding plaatsvindt. In een nieuw rapport van OBN Natuurkennis bespreken onderzoekers de kansen om dit te doen via donatie van maaisel. nadat de bodem geschikt is gemaakt. Door het maaisel op voormalige landbouwgronden te verspreiden, zou een nieuw heischraal grasland kunnen ontstaan.
Landbouwgrond geschikt
Voormalige landbouwgronden zijn, na de nodige inrichtingsmaatregelen, in theorie vaak zeer geschikt. Met het verwijderen van de bovenste laag van de bodem zorgen beheerders ervoor dat fosfaat, die zich er door jarenlange bemesting heeft opgehoogd, wordt afgevoerd. De nieuwe toplaag die dan tevoorschijn komt, is nooit blootgesteld aan stikstofdepositie en dus minder verzuurd. Bekalking tijdens het landbouwkundig gebruik heeft juist gezorgd voor een betere buffer tegen verzuring. Enige probleem: er zijn geen kiemkrachtige zaden meer aanwezig, vandaar de truc met het donormaaisel. In een eerdere fase van het onderzoek waren al geschikte donorvelden geselecteerd. Nu onderzochten ze percelen waar maaisel is opgebracht en keken welke plantensoorten daadwerkelijk vanuit het maaisel opkwamen.

In de praktijk
De onderzoekers bemonsterden percelen in De Borkeld, Dwingelderveld, Beekvliet-Stelkampsveld, Willinks Weust en Manderheide. De bodemchemie bleek in praktijk in veel gevallen toch niet optimaal: er was wel voldoende bodembuffering, maar nog teveel fosfaat. Ook droogte kan in sommige gevallen gezorgd hebben voor een slechtere ontwikkeling van nieuw heischraal grasland. Toch zagen de onderzoekers op veel plekken de zaden uit het maaisel wel ontkiemen. Ongeveer de helft van de veertig soorten die in het donorgrasland aanwezig was kwam naar boven. Voor het ontbreken van de andere helft geven de onderzoekers verschillende verklaringen, zoals kleine planten die niet mee gemaaid zijn, te lage dichtheid van de soort in het donorgebied, of te vroeg maaien, nog voordat sommige soorten zaad hadden gezet. Van sommige soorten was in fase 1 al geconcludeerd dat ze moeilijk meekomen en dat beter gericht gezaaid kan worden. Dat bleek meestal goed te werken.
Uitgekiende plannen nodig
Voor beheerders die in de toekomst heischraal grasland willen ontwikkelen op voormalige landbouwgronden, hebben de onderzoekers enkele adviezen. Zo moet er een goed plan zijn voor het maaien van het donorgebied, waarbij er soms later gemaaid wordt dan gebruikelijk, omdat sommige soorten pas laat zaad zetten. Ook moet er een aanvullend plan zijn voor het handmatig zaaien van soorten die niet meekomen met maaisel. Soms betekent dat dat een kweekprogramma moet worden opgezet om aan voldoende zaad te komen.
Meer informatie
- Lees meer over dit onderzoek op de website van OBN Natuurkennis.
Tekst: Koen Moons
Beeld: Sheila Luijten
