Grauwe klauwier

Vogels profiteren van natuurbeheer op maat

Vogelbescherming Nederland
5-AUG-2025 - Stef Waasdorp is onafhankelijk natuurbeschermer en ecologisch landschapsbeheerder. Waasdorps manier van werken is effectief: het aantal succesvolle broedsels en broedparen van de grauwe klauwier in het Bargerveen stijgt. En voor vele andere soorten, zoals vogels, zoogdieren, insecten en schimmels geldt hetzelfde. We nemen een kijkje in de keuken van ecologisch landschapsbeheer middenin Drenthe.

Stef Waasdorp is al sinds zijn dertiende gek van vogels en hoe ze leven. In de loop van de jaren heeft hij veel kennis opgedaan van de grauwe klauwier, het paapje en de tapuit. Maar hij is er voor alle vogels, zo zegt hij zelf: “Ik denk vanuit een vogelperspectief in plaats van dat ik kijk met een menselijk oog dat gericht is op netheid.”

Waasdorps specialisme is natuurbeheer op maat. Hierin worden bijvoorbeeld nestonderzoek en onderzoek naar groepen planten en dieren, begrazing en maai- en struweelbeheer (struiken) met elkaar gecombineerd. Zijn werk richt zich op het behouden en verbeteren van het leefgebied voor broedvogels, zoals de grauwe klauwier, merel, zanglijster, zwartkop, grasmus en spotvogel. Maar ook dwergmuizen, hazen, reeën en insecten maken dankbaar gebruik van zijn aanpak.

Gesnoeid hout aantrekkelijk

Waasdorp laat een voorbeeld zien: van omgezaagde elzen steekt de stam 1 tot 1,5 meter boven de grond uit. De bomen vormen een houtwal en een bron voor biodiversiteit. “Het is essentieel om gesnoeid hout te verwerken in de singels, bij voorkeur met kroon en al. Waarom zouden we veel tijd stoppen in het kleinhakken en opruimen als het hout laten liggen voldoende is en zelfs meerwaarde heeft voor de natuur?”

Het resultaat? Nieuwe uitlopers bij de stam waar grauwe klauwieren, winterkoningen en merels hun nesten kunnen bouwen. Hogerop, aan de jonge dunne uitlopers, broeden spotvogels. De kroon biedt beschutting en nestgelegenheid voor andere kleine vogels, zoals de zwartkop en grasmus, die zich hierin kunnen verstoppen voor jagers, zoals gaaien en sperwers. Dood hout boven (droog) en op de grond (nat) is aantrekkelijk voor vogels, amfibieën, insecten en schimmels. Het achtergebleven hout is een steun voor klimplanten als braam of klimop. De ruigte biedt veiligheid tegen roofvogels, en luwte tegen kou en wind, waardoor hazen, fazanten en reeën er een rustplek vinden.

Onafhankelijk natuurbeschermer en ecologisch landschapsbeheerder Stef Waasdorp

Samen met natuur en gemeenschap

Waasdorp werkt samen met de natuur én de lokale gemeenschap. Zijn doel is om te laten zien wat er gebeurt als je landschapsbeheer op een natuurlijke manier toepast. Waasdorp adviseert: “Laat hout zoveel mogelijk liggen. Natuurorganisaties kunnen alles laten liggen. Voor particulieren die hout willen opstoken, adviseer ik vaak de helft te laten liggen.” 

Ook over maaien heeft hij een duidelijke mening: “Minder maaien lijkt misschien slecht voor verschraling van weides – en dat is veelal een ambitie van terreinbeheerders – maar maaien vernietigt nesten en zorgt voor verstoring van de vogels. Minder maaien langs de randen zorgt juist voor een ruige berm die vlinders, insecten en vogels, zoals de tjiftjaf, aantrekt. Laat stukken een aantal jaren met rust en maai deze stukken niet om het jaar, want na twee jaar krijgt het pas echt waarde. Het is dus belangrijk om geduld te hebben en de natuur zijn werk te laten doen.”

Waasdorp benadrukt het belang van de beschikbaarheid van voedsel hierbij. “Je kunt als natuurbeheerder wel een beschermd vogelnest sparen en rekening houden met de wettelijke eisen, maar dat is veel te weinig. Je moet ook zorgen voor de beschikbaarheid van variatie in het voedsel. Daarom is het belangrijk om niet alles tegelijk te maaien, snoeien of kappen. Zo zorg je ervoor dat insecten niet massaal verdwijnen. Het gaat om het totaalplaatje.”

Volgens Waasdorp is informatievoorziening cruciaal. “Laat mensen zien wát je doet en waarom. Daarom begeleid ik vrijwilligers in het veld. Een simpele eerste stap is het gekapte hout laten liggen in plaats van weghalen. De volgende stap is bomen op de juiste manier kappen.”

Houtwallen en microbiotopen

In Drenthe werkt Waasdorp samen met zagers, bosbouwers en boswachters aan meer biodiversiteit. Hij kijkt naar de invloed van bestaande bomenrijen op de ondergroei en de schaduwwerking in het landschap.

“Soms moeten er bomen uit een rij worden gehaald om ruimte te maken voor een vrije boomgroei. Dan vecht de bomenrij niet voor licht, maar groeit juist meer in de breedte. Dit stimuleert ook de ontwikkeling van ondergroei, wat weer gunstig is voor veel soorten.” Daarnaast wijst hij op het belang van microbiotopen: kleine plekken met een grote waarde voor fauna, zoals dode en kwijnende bomen, abrupte hoogteverschillen in het landschap en ongemaaide hoekjes. Goed ecologisch beheer hoeft niet duurder te zijn dan regulier beheer, maar het vergt wel meer kennis.”

Traditioneel versus maatwerk

Eerlijk is eerlijk: niet iedereen is direct enthousiast over deze aanpak. “Sommige opdrachtgevers, vrijwilligers en burgers hadden hoge verwachtingen, maar schrokken van de rommeligheid toen we klaar waren. Ze waren gewend dat al het materiaal na het snoeien werd afgevoerd. Maar wij verwerken half omgezaagde bomen weer in een heg of houtwal.”

Waasdorp benadrukt dat regulier beheer vaak te veel vastzit in administratieve kaders en controleerbare methoden. “In werkelijkheid werkt maatwerk beter. Je moet het gebied leren lezen. Neem de grauwe klauwier: die wil geen muur van bomen, maar juist een in hoogte aflopende rij met variatie en beschutting voor veiligheid.”

Deze maatwerkaanpak is niet alleen ecologisch effectiever, maar vaak ook goedkoper, zo vertelt Waasdorp. “Door bomen in de heg te verwerken in plaats van af te voeren, bespaar je tijd en middelen. Je hebt geen groot materieel nodig, er is minder verstoring en je krijgt een natuurlijker landschap.”

Niet alleen beheren, maar begrijpen

Door de inzichten van landschapsbeheerders zoals Stef Waasdorp wordt duidelijk dat goed natuurbeheer verder gaat dan het simpelweg volgen van richtlijnen. Het vraagt om ecologisch inzicht, maatwerk en een holistische benadering. Als we herstel van biodiversiteit serieus willen nemen, moeten we het landschap niet enkel beheren, maar begrijpen en respecteren.

Tekst: Vogelbescherming Nederland
Beeld: Koos Dansen (leadfoto: grauwe klauwier); Edwin ter Hennepe