Behoud zeldzame flora vraagt om terugdringen stikstofminnende planten in natuurgebied Holk

Bosgroepen
24-DEC-2025 - In het waterwingebied Holk bij Nijkerk werkt Vitens aan duurzaam natuurbeheer. Dankzij decennialange inzet van terreinbeheerder Jan Hop groeide het voormalige landbouwgebied uit tot een natuurgebied vol bijzondere planten en dieren. De laatste tijd rukken stikstofminnende planten steeds verder op. Dat vraagt om een andere beheerstrategie, waarvoor Bosgroep Midden Nederland advies heeft verstrekt.

Tot begin jaren negentig was Holk een landbouwgebied. Toen Vitens het gebied omvormde tot waterwingebied, kreeg natuurontwikkeling de kans. Er werd gestopt met het bemesten van graslanden en overgeschakeld op extensief maaien en afvoeren, met nabeweiding in het achterterrein. Ook werd de waterstand verhoogd en hooggehouden, om een vochtig natuurgebied te laten ontstaan. In de decennia daarna ontstond een mozaïek van graslanden, struweel en ruigte. Sindsdien heeft het gebied zich ontwikkeld tot een waardevol leefgebied voor tal van zeldzame soorten.

Perceel ingezaaid met rogge, ter onderdrukking van rietgroei

Toename stikstofminnende planten

Een wandeling door het gebied laat duidelijk zien hoe stikstofminnende soorten, zoals riet en pitrus, steeds meer terrein winnen en daarmee bijzondere planten verdringen. De soortenrijkdom blijft, ondanks deze druk, opvallend: in het gebied zijn alleen al aan kruiden, dus zonder struiken en bomen, zo’n 170 soorten gevonden. Dat maakt het des te belangrijker om het beheer tijdig bij te sturen.

Om die ontwikkeling te keren, kunnen verschillende beheermaatregelen worden ingezet.  Zo kan gericht – vroeg of extra – maaien effectief zijn, al moet worden voorkomen dat dit ten koste gaat van de gewenste soorten. Daarnaast heeft terreinbeheerder Jan Hop als experiment een klein oppervlak ingezaaid met rogge om te onderzoeken of dit het riet kan terugdringen. Dit gewas neemt stikstof en fosfaat op uit de bodem, waardoor het riet naar verwachting minder groeikansen krijgt.

Zeldzame plantensoorten waarderen de gunstige omstandigheden

Zo’n dertig jaar geleden is een deel van een grasland afgeplagd, waardoor voedselarme zandbodem aan de oppervlakte kwam. Samen met de zure bodemgesteldheid en de hoge grondwaterstand ontstonden daarmee geschikte omstandigheden voor de ontwikkeling van vochtig schraalgrasland en kleine zeggenvegetaties, met onder meer blauwe zegge, tweerijige zegge, geelgroene zegge, zwarte zegge en hazenzegge. Maar ook de moerasdroogbloem, brede orchis en rietorchis werden waargenomen. Dit is bijzonder, omdat dergelijke omstandigheden in natuurgebieden steeds minder vaak voorkomen en dit type vegetatie in Nederland dus ook sterk achteruitgaat.

V.l.n.r.: echte koekoeksbloem, gewone ossentong, brede orchis, grote ratelaar en rapunzelklokje

Soorten die goed gedijen in de Holk

In de jaren negentig zijn op het voorterrein, als experiment, passende inheemse soorten ingezaaid. Een deel daarvan weet zich tot op de dag van vandaag te handhaven en breidt zich zelfs verder uit. Het handhaven van zeldzame bloemensoorten, zoals de echte koekoeksbloem, gewone ossetong, brede orchis, grote ratelaar en het rapunzelklokje, is dan ook een beloning voor het consistente beheer.

Tussen de bloeiende grote ratelaar neemt de pitrus steeds meer ruimte in

Bloeiend geel tapijt en zeldzame orchideeën

Aan de noordkant van het gebied valt meteen de zee van geel op: een bloeiend tapijt van grote ratelaar, een indrukwekkend gezicht zoals je tegenwoordig nog maar zelden tegenkomt. Ook deze plantensoort gedijt goed op een natte, matig voedselrijke en zwak zure grond. Wel vraagt de aanwezigheid van pitrus om aandacht, omdat deze op sommige plekken oprukt en de grote ratelaar kan verdringen.

Afb 4. Rietorchis

Langs een geleidelijke oever in het voorterrein hebben de brede orchis en rietorchis het goed naar hun zin. Deze orchideeën, die nog maar sporadisch voorkomen in vochtige graslanden en hooilanden en op de Rode Lijst staan, profiteren hier van de omstandigheden. Maar ook hier is sprake van concurrentie door oprukkend riet.

Geschikte biotoop voor vogels: zelfs een lepelaar gesignaleerd

Holk ligt in de polder Arkemheen en maakt daarmee deel uit van een belangrijk weidevogelgebied van internationale betekenis. De grote variatie aan vogels, waaronder ijsvogels, tapuiten, veldleeuweriken, kiekendieven, karekieten, rietzangers, graspiepers, koekoeken en zelfs een lepelaar, laat zien hoe geschikt dit biotoop is. De vochtige graslanden en aanwezige plassen maken het gebied ook aantrekkelijk voor watersnippen, eenden en ganzen en in de zomer broeden er veel kieviten.

Om dit natte landschap in stand te houden, is zorgvuldig beheer nodig. Dit gebeurt vooral door de hoge waterstand te handhaven en pas te maaien wanneer de vogels klaar zijn met broeden. In het moeras en struweel worden boomvormers verwijderd, zodat roofvogels minder kans krijgen om de eieren en jongen te roven. Het plan is om woekerende riet en wilg in een van de plassen te verwijderen en er een geleidelijke overgang naar het maaiveld te creëren. Zo ontstaat er weer ruimte en zicht op het water, waardoor vogels én talloze insecten opnieuw kunnen profiteren van het water.

Afb 5. Ecoloog Marjolein van Os observeert een brede orchis in het schraalgrasland.

Nieuw beheerplan voor soortenherstel en behoud blauwgrasland

Ecoloog Marjolein van Os hanteert bij haar monitoring de meetlat om na te gaan of er bijvoorbeeld genoeg kruiden zijn als voedselbron voor de fauna. Ook kun je zo zien hoe de soorten zich door de tijd heen ontwikkelen. Zo worden in het voorterrein een enorme soortenrijkdom en veel bijzondere soorten waargenomen, ondanks de toename van riet. En waar enkele destijds ingezaaide soorten het niet hebben gered, zijn er ook soorten die al ruim dertig jaar standhouden. Het noordelijke deel is bloemrijker geworden door een grotere bedekking van de grote ratelaar en een afname van Engels raaigras. Daarnaast zien we een afname van de typische oeverplanten zwanenbloem en tandzaad, door een toename van pitrus.

Met het nieuwe beheerplan zet Bosgroep Midden-Nederland zich in voor soortenherstel, voor de verdere versterking van het gebied als rijk en levendig biotoop en voor het behoud van het blauwgrasland, met soorten als brede orchis en grote ratelaar. Om deze doelen te bereiken worden verschillende beheermaatregelen ingezet, waaronder begrazing door schapen in de nazomer. Befgrazing dringt vooral de snelgroeiende stikstofminnende planten terug. Daarnaast wordt er gefaseerd gemaaid zodat insecten, zoals de sabelsprinkhaan, altijd plek hebben om te schuilen. Ook het struweel wordt bewust gevarieerd gehouden, omdat het beschutting en voedsel biedt aan soorten als de kleine vuurvlinder en diverse vogels.

Toekomstbestendig natuurgebied

Na bijna vijftig jaar draagt Jan Hop het beheer over aan zijn opvolger Ryan Bonestroo en ecoloog Saskia Vleeming, die nauw samenwerken om de natuur in Holk in stand te houden en te ontwikkelen. Met de opgebouwde kennis en ervaring blijft de basis stevig om de unieke soorten en leefgebieden te behouden.

Door de samenwerking tussen Vitens en Bosgroep Midden Nederland blijft Holk een voorbeeld van hoe zorgvuldig beheer en natuurlijke processen elkaar kunnen versterken. Zo blijft Holk ook op de lange termijn van betekenis voor planten en dieren.

Tekst en beeld: Laura Regout-Smid, Bosgroepen