Stuifzandlandschap

Stikstof bedreigt Nederlandse stuifzanden

BLWG
29-MEI-2025 - Nederlandse stuifzanden zijn dynamische landschappen die zijn ontstaan in de laatste ijstijd en eeuwenlang in stand werden gehouden door wind en menselijk gebruik. Tegenwoordig zijn deze open zandverstuivingen een toevluchtsoord voor zeldzame mossen, korstmossen, insecten en planten. Maar recent onderzoek laat zien dat jaarlijks meer dan 100 hectare verandert in bos en kwetsbare soorten afnemen.

Uit een luchtfotoanalyse van alle Nederlandse stuifzanden blijkt dat jaarlijks zo’n 118 hectare stuifzandvegetatie spontaan verandert in bos. Deze verbossing verloopt twee keer zo snel in gebieden met hoge stikstofdepositie als in schonere gebieden. Daarmee dreigt de openheid van het landschap te verdwijnen.

Tegelijkertijd verliezen stuifzanden hun kenmerkende begroeiing. In gebieden met veel stikstofdepositie, zoals het westelijke deel van de Veluwe, neemt het invasieve mos Grijs kronkelsteeltje sterk toe. Hier bedekken verstikkende mostapijten van deze soort soms wel meer dan de helft van de pioniervegetatie, terwijl dat in schonere gebieden slechts een paar procent is. Dit gaat ten koste van de voor stuifzanden kenmerkende begroeiing met diverse soorten korstmossen. De soortendiversiteit aan korstmossen, een belangrijke indicator van de kwaliteit van het habitattype, daalde sinds 1999 met gemiddeld 40 procent. Dit blijkt uit tellingen uit het Netwerk Ecologisch Monitoring.

Vegetatieontwikkeling en beheermaatregelen op het Otterlosche Zand (2007-2018). De belangrijkste maatregel om dichtgroeien te voorkomen, is het handmatig verwijderen van opslag van jonge bomen. Omdat dit jaarlijks gebeurt, is dit niet zichtbaar op de kaart

Deze veranderingen leiden niet alleen tot verlies van biodiversiteit, maar ook tot verminderde belevingswaarde en problemen voor soorten die afhankelijk zijn van open zand. Zonder beheermaatregelen, zoals het verwijderen van jonge bomen en het plaggen van de bodem, dreigen stuifzanden binnen enkele decennia te verdwijnen.

Stuifzanden zijn levend erfgoed, gevormd door natuur en cultuur. Om ze voor toekomstige generaties te behouden, is actie op zowel lokaal als landelijk niveau noodzakelijk. Natuurbeheerders boeken lokaal successen – zo wordt jaarlijks gemiddeld 169 hectare bos verwijderd om de openheid te herstellen – ruim voldoende om het huidige areaal stuifzanden te behouden en doelen voor uitbreiding te halen. Ook wordt gebruik gemaakt van plaggen om het zand weer te laten stuiven, maar de zeldzame korstmossen kwamen vaak pas meer dan 20 jaar na het uitvoeren van maatregelen terug, zoals op het Wekeromse Zand. In gebieden met hoge stikstofdepositie moeten beheerders bovendien veel meer tijd en geld steken in natuurherstel. Een structurele verlaging van de stikstofuitstoot is dus cruciaal.

Meer informatie

Tekst en beeld: Laurens Sparrius, BLWG