Kaarsvetzwam
Phlebiopsis gigantea
H.J.Dam

Kaarsvet tegen de Dennemoorder

Nederlandse Mycologische Vereniging
20-JAN-2010 - Met het verdwijnen van de sneeuw worden ook enkele winterzwammen weer zichtbaar. De Denneharszwam is niet alleen een winterzwam, maar ook bruikbaar als biologisch bestrijdingsmiddel.

Bericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging op woensdag 20 januari 2010

Met het verdwijnen van de sneeuw worden ook enkele winterzwammen weer zichtbaar. De Denneharszwam is niet alleen een winterzwam, maar ook bruikbaar als biologisch bestrijdingsmiddel.

Winter is het seizoen van de vreselijke ontberingen. Voor de mens betekent dat winterbanden, gezwets over schaatsen op de radio, en spruitjes. Voor de paddenstoelen betekent het einde verhaal. Zodra de vorst invalt houden vrijwel alle paddenstoelen het voor gezien. Mycorrhizavormers zijn er het meest gevoelig voor; saprotroof levende soorten (levend van dood organisch materiaal) houden het soms wat langer uit. Maar ook die zwammen vind je nu, na een halve meter sneeuw, meestal nog slechts in de vorm van pap.

Enkele soorten paddenstoelen zijn niettemin echte winterzwammen. Eén daarvan is de Kaarsvetzwam, of prozaïscher, Denneharszwam (Phlebiopsis gigantea). Mogelijk zit er ook wel enige symboliek in het vinden van Kaarsvetzwammen tijdens de Kerstdagen. Waarschijnlijk dankt deze paddenstoel zijn naam echter aan z’n consistentie: een stevig wasachtige korst, die een beetje vettig aanvoelt als je erover wrijft, en een onbestemde grauwig gelige kleur. De zwam groeit op naaldhout, vooral op dennen, en kan vaak gevonden worden op de stronken van afgezaagde Grove dennen of op de kopse kanten van stamdelen daarvan. Het is een van de eerste kolonisatoren van zulk hout, en dat heeft tot een interessante toepassing geleid.

Boomstronken die na kap in de bodem achterblijven, vormen een substraat voor een groot aantal soorten houtbewonende schimmels. Veel daarvan hebben een saprotrofe levenswijze: ze kunnen zich alleen vestigen omdat het hout al dood is. Een enkeling is echter flexibeler, bijvoorbeeld de Dennemoorder (Heterobasidion annosum). Deze soort kan een stronk als uitvalsbasis gebruiken om vandaaruit naburige gezonde bomen te koloniseren. In levende dennen, waarvan het hout sterk verharst is, blijft zo’n infectie beperkt tot de wortels, maar die kunnen door de schimmel efficient en vrijwel volledig verwoest worden.

Halverwege de vorige eeuw is al duidelijk geworden dat de Dennemoorder in toom gehouden kan worden door stronken te enten met een sporenpreparaat van de Kaarsvetzwam. Deze paddenstoel koloniseert het dode hout dusdanig efficient, dat er voor de Dennemoorder eigenlijk niks meer over blijft. De Kaarsvetzwam dringt tot in de wortels van de stronk door, en is zelfs in staat om een al bestaande infectie van de Dennemoorder voor een deel teniet te doen. Een mooi biologisch bestrijdingsmiddel dus.

Tekst en foto's: N.J. Dam, Nederlandse Mycologische Vereniging