Roesje bij vleermuistellingen
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting op maandag 21 december 2009
Hoewel het geen vlinderweer was kwamen er de afgelopen weken regelmatig meldingen binnen van het roesje, een nachtvlinder. Het blijkt dat deze vlinders meegeteld werden bij de inventarisatie van vleermuizen in hun overwinteringsplaatsen.
De meeste vlinders zijn in de winter ei, rups of pop. Een paar soorten overwinteren als vlinder. Het roesje (Scoliopteryx libatrix) is daar één van. Je kunt ze bijvoorbeeld vinden in schuren, kelders of bunkers. Deze uil heeft diep ingesneden kartels aan de voorvleugels en een paarsachtige tint. Het roesje is een gewone soort die verspreid over het hele land voorkomt. Hij is te vinden in open loofbossen, struwelen, moerassen, heiden, parken en tuinen en kan in alle maanden van het jaar worden waargenomen. De vlinders worden in de nazomer vaak foeragerend aangetroffen op smeer (een zoet mengsel van suiker, stroop en alcohol), overrijpe bramen, bessen van gelderse roos of vlier en bloemen van onder andere klimop. Soms komen de vlinders ook op licht af. Het roesje overwintert als vlinder in schuren, bunkers, mergelgroeven, vochtige tunnels en kelders. Tijdens de tellingen van vleermuizen in deze onderkomens worden dan ook vaak roesjes gevonden en genoteerd.
Op de pagina over het roesje op vlindernet - de internetsite met alle informatie over de vlinders in Nederland - vindt u meer informatie en foto's van deze uil.
Tekst en foto: Kars Veling, De Vlinderstichting