Amicodisco virella

Elke maand zeven nieuwe soorten paddenstoelen

Nederlandse Mycologische Vereniging
17-FEB-2010 - Inventarisaties van paddenstoelen leveren regelmatig nieuwe soorten op. Bij nadere beschouwing blijkt dat Nederland de afgelopen 14 jaar ongeveer 7 nieuwe paddenstoelensoorten per maand rijker is geworden.

Bericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging op woensdag 17 februari 2010

Inventarisaties van paddenstoelen leveren regelmatig nieuwe soorten op. Bij nadere beschouwing blijkt dat Nederland de afgelopen 14 jaar ongeveer 7 nieuwe paddenstoelensoorten per maand rijker is geworden.

In de winter zijn veel mycologen (paddenstoeldeskundigen) bezig om hun gegevens te verwerken. Deze gegevens worden via een invoerprogramma doorgegeven en in “Het Grote Paddenstoelenbestand” ingevoerd. Elke soort heeft zijn eigen nummer in dat bestand. Zo worden alle waarnemingen van de Vliegenzwam opgeborgen onder nummer 003110. Heeft een paddenstoel nog geen nummer, dan betreft het een nieuwe soort die officieel nog niet eerder in Nederland is waargenomen. Zo’n soort komt op een wachtlijst terecht in afwachting van de toekenning van een nieuw nummer. Daarvoor moet een deskundige het materiaal uiteraard eerst controleren.

Bij het tellen van de hoeveelheid soorten die de afgelopen veertien jaar als nieuwe soort voor Nederland zijn aangemeld, blijken dat er gemiddeld zeven per maand te zijn geweest. Een onvoorstelbare hoeveelheid!

 
  Zwartwordende cantharel

Om wat voor paddenstoelen gaat het dan? Over het algemeen zijn het maar weinig plaatjeszwammen - paddenstoelen met een hoed en een steel dus -. Het afgelopen jaar hebben we in Natuurbericht twee van de ongeveer 20 nieuwe plaatjeszwammen voor Nederland besproken. Een nieuwe mestpaddenstoel (Psathyrella berolinensis) en een nieuwe cantharel (Cantharellus melanoxeros). De meeste nieuwe paddestoelen die aangemeld zijn, betreffen ascomyceten. Over het algemeen zijn dit heel kleine zwammetjes die alleen met een loupe te zien zijn. Vaak zijn ze van een grote schoonheid, maar ze ontgaan zelfs de meeste mycologen omdat ze zo klein zijn.

Een voorbeeld van zo’n nieuwe soort is Amicodisco virella met de voor Nederland voorgestelde naam Grootsporig vriendenschijfje. Het Grootsporig vriendenschijfje groeit aan de onderzijde van rottend hout van loofbomen in moeras- en of vloedbossen langs rivieren. Het geldt in geheel Europa als zeer zeldzaam. De schijfjes hebben een doorsnede van 0,7 millimeter.

 
  Grootsporig vriendenschijfje

Het Grootsporig vriendenschijfje is, zoals veel van deze kleine paddenstoeltjes, een saprofyt. Dit betekent dat het paddenstoelen zijn die van dood materiaal leven. Vaak komen ze maar op één soort plant of boom voor. De constante stroom van nog niet eerder geziene paddenstoelen is een goede illustratie van de verandering die ons milieu constant ondergaat. In hoeverre klimaatverandering hierbij een rol speelt, is nog niet duidelijk.

We zullen de nieuwkomers de komende jaren nauwlettend in het “oog” proberen te houden.

Tekst : Menno Boomsluiter, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto boven: Marjon van der Vegte; foto onder: Stip Helleman