Oranjetipjestijd

De Vlinderstichting
28-APR-2010 - Het is weer bijna Koninginnedag en dan is het, geloof het of niet, top vliegtijd van het oranjetipje. De afgelopen week zijn er al vele honderden gemeld en ook de komende zonnige dagen zullen ze veel gezien worden.

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting op [publicatiedatum]

Het is weer bijna Koninginnedag en dan is het, geloof het of niet, top vliegtijd van het oranjetipje. De afgelopen week zijn er al vele honderden gemeld en ook de komende zonnige dagen zullen ze veel gezien worden.

Oranjetipjes komen voor in vochtige graslanden met bos in de buurt en in de duinen. De mannetjes zijn goed herkenbaar door de oranje vleugeltip. Mannetjes zie je veel, want deze patrouilleren kilometers op een dag op zoek naar vrouwtjes. Vrouwtjes gedragen zich veel onopvallender. Vrouwtjes zijn ook veel moeilijker te onderscheiden van de veel algemener voorkomende koolwitjes, doordat de oranje tekening ontbreekt. Aan de onderzijde is de groengele peterselietekening kenmerkend en de zwarte vleugeltip heeft bij het oranjetipje een zwart-wit geblokte franje.

Foto: Kars Veling

Foto: Kars VelingHet vrouwtje van het oranjetipje is zeer precies in de plek waar ze haar eitjes afzet. Ze wil er zeker van zijn dat haar nakomelingen (die ze nooit zal zien, want als de eitjes uitkomen is zij al dood) goede omstandigheden treffen. In een vochtig pinksterbloemgraslandje zet ze eitjes af op pinksterbloem, maar niet op alle planten. Ze kiest vooral de pinksterbloemen in de buurt van de bosrand of ruigte. Midden in het grasland worden veel minder eitjes afgezet. Als de rupsen namelijk volgroeid zijn, zo half juni, dan moeten ze een veilige plek vinden om te verpoppen. Die pop moet daar tot het volgend jaar april, dus zeg maar een maand of tien blijven hangen. In het grasland is dat niet mogelijk omdat de planten daar afsterven, worden gemaaid of worden opgegeten door vee. Bomen en struiken blijven normaal gesproken wel staan in de winter en dat heeft het vrouwtje blijkbaar feilloos door. 

Foto: Kars VelingMaar ook in de bosrand is lang niet elke plant geschikt. Ze kiest vooral planten met veel bloemen en bloemknoppen. De plant mag niet al zijn uitgebloeid, maar ook niet te jong zijn. Ze kiest planten die over een week of twee, als de jonge rupsjes uitkomen, net vers en mals zaad hebben, want dat eten de rupsen. Is het zaad al te oud, dan kunnen die jonge, millimeter grote rupsjes het niet verteren. Kortom: het luistert nogal nauw. De vrouwtjes van het oranjetipje zijn zorgzame moeders, die alles in het werk stellen om hun kroost een goede start te geven. Als u, met deze kennis in het achterhoofd, op zoek gaat naar eitjes hebt u goede kans ze te vinden. Als ze net zijn afgezet zijn de eitjes wit, maar na een poosje kleuren ze prachtig oranje en zijn ze zeer herkenbaar. Een mooie tijdsbesteding voor op Koninginnedag.

Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting