Veel huismoeders dakloos

De Vlinderstichting
13-SEP-2010 - Huismoeders hebben ze hun naam aan te danken aan het feit dat ze ook regelmatig binnenshuis worden aangetroffen. Toch heb je buiten meer kans om deze nachtvlinder tegen te komen, als je weet hoe je moet zoeken.

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting op [publicatiedatum]

Huismoeders hebben hun naam te danken aan het feit dat ze ook regelmatig binnenshuis worden aangetroffen. Toch heb je buiten meer kans om deze nachtvlinder tegen te komen, als je maar weet hoe je moet zoeken. 

Huismoeder op vlinderstruik (foto: Kars Veling)Hoewel ze dus wel eens binnenshuis gevonden worden zijn huismoeders buiten veel talrijker. Ze zijn goed te lokken met stroop en met licht. Je ziet ze bijvoorbeeld rond straatlantaarns vliegen of bij de buitenlamp bij de voordeur zitten. Als je een speciale menglichtlamp gebruikt met een wit laken daarvoor gespannen dan kun je wel 20 of meer huismoeders aanlokken. Ook het smeren van een zoete stroop met een flinke vleug alcohol lokt huismoeders aan. Deze stroop breng je in het begin van de schemering aan op de stam van bomen. Als je een uurtje later, als het inmiddels donker is, terugkomt zitten er mogelijk huismoeders en andere nachtvlinders met hun lange roltong van te snoepen. Ook op bloeiende planten kun je ’s nachts huismoeders aantreffen. Een rondje met een zaklantaarn langs de vlinderstruiken kan al heel wat opleveren.

Eitjes van huismoeder (foto: Mirriam Arts)Huismoeders zijn vrij forse nachtvlinders van zo’n tweeënhalve centimeter. In rust vouwen ze hun vleugels over elkaar, waardoor ze een langwerpig uiterlijk krijgen. De buitenste vleugels zijn bruin gekleurd. Als ze vliegen of hun vleugels iets open houden zie je de opvallende achtervleugels, oranje met een zwarte band. Huismoeders zijn erg variabel van kleur. De voorvleugel van het mannetje varieert van rood- of zwartachtig bruin met weinig tekening tot licht roodachtig bruin met een lichtbruine of grijze marmering en een lichte strook langs de voorrand. Bij het vrouwtje is de voorvleugel meestal gelijkmatig lichtbruin of bruinachtig grijs en niet gemarmerd, maar gevarieerd bespikkeld met donkere schubben. De eitjes worden afgezet op allerlei planten want de rupsen zijn niet kieskeurig.
 

Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Mirriam Arts & Kars Veling