hazelaar - vrouwelijke bloem

Een ontvankelijke hazelaar

FLORON
7-FEB-2011 - De Hazelaars staan in bloei. Daar berichtten we al eerder over. Miljarden stuifmeelkorrels zweven door de lucht. De mannelijke katjes die ze produceren blijven niet onopgemerkt. De frisse gele trossen aan de nog kale bomen trekken volop de aandacht. Zeker nu de natuur nog wat grijs is. Maar waar zijn de vrouwelijke bloemen eigenlijk?

Bericht uitgegeven door FLORON op [publicatiedatum]

De Hazelaars staan in bloei. Daar berichtten we al eerder over. Miljarden stuifmeelkorrels zweven door de lucht. De mannelijke katjes die ze produceren blijven niet onopgemerkt. De frisse gele trossen aan de nog kale bomen trekken volop de aandacht. Zeker nu de natuur nog wat grijs is. Maar waar zijn de vrouwelijke bloemen eigenlijk?

Ver hoef je niet te zoeken, want de Hazelaar is eenhuizig. Mannelijke en vrouwelijke bloemen zitten dus aan dezelfde struik. Om de vrouwen te ontdekken is een blik van dichterbij geboden. Dan blijken op dezelfde takken waaraan de katjes hangen ook kleine rozerode bloemen te zitten. Wachtend op een aanwaaiende stuifmeelkorrel, want de Hazelaar is een windbestuiver. Dat maakt de bevruchting tot een toevalsproces. Hier geen insecten die efficiënte koeriersdiensten verzorgen. En dus ook geen grote opvallende bloemen om die insecten te lokken.

Hazelaar in bloei. Een vrouwelijke bloem met rode stempels naast een mannelijk katje (foto: Wout van der Slikke)

De kans voor een stuifmeelkorrel om op deze wijze een stamper te bereiken is klein. Heel klein. Toch komt het met de voortplanting goed dankzij de enorme stuifmeelproductie van dit soort windbestuivers. Naar schatting kan één Hazelaar tot wel 600 miljoen stuifmeelkorrels produceren. Het aantal te bevruchten zaadknoppen van zo’n zelfde boom is maar een fractie daarvan. Er zijn namelijk veel minder vrouwelijke bloemen en bij Hazelaar heeft elke stamper slechts één zaadknop. De aanleg daarvan kost de plant veel energie en verspilling is niet gewenst. Verspilling is er toch al door de overmaat aan stuifmeel. Windbestuiving werd daarom in evolutionair opzicht vaak als primitief beschouwd. Planten waar bestuiving door dieren tot stand wordt gebracht, kunnen hun energie immers effectiever besteden. Toch heeft DNA-onderzoek aannemelijk gemaakt dat windbestuivers in de evolutie diverse malen uit dat soort geavanceerde bloemen zijn voortgekomen. De Hazelaar doet het zo gek nog niet.

Tekst en foto: Wout van der Slikke, FLORON