aeciƫn op Speenkruid
5-MEI-2011 - Het vroege voorjaar is voorbij en de echte vroege voorjaarsbloeiers zijn op hun retour. Van speenkruid zijn alleen de verlepte bladeren nog over. Op sommige van deze bladeren vind je roestschimmels. Over de verspreiding van roestschimmels in ons land is nog weinig bekend. Roestschimmels hebben een ingewikkelde levenscyclus, maar zijn zoals het geval is met Speenkruidroest toch vaak gemakkelijk te herkennen.

Bericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging op woensdag 4 mei 2011

Het vroege voorjaar is voorbij en de echte vroege voorjaarsbloeiers zijn op hun retour. Van speenkruid zijn alleen de verlepte bladeren nog over. Op sommige van deze bladeren vind je roestschimmels. Over de verspreiding van roestschimmels in ons land is nog weinig bekend. Roestschimmels hebben een ingewikkelde levenscyclus, maar zijn zoals het geval is met Speenkruidroest toch vaak gemakkelijk te herkennen.

Met de lente in volle gang verdwijnen de vroege voorjaarsbloeiers uit het zicht.
De Bosanemonen zijn uitgebloeid en bijna niet meer te vinden tussen het opgroeiende gras en het Speenkruid begint er wat verlept en verbleekt uit te zien. Regelmatig vind je tussen de gezonde blaadjes ook blaadjes die zijn aangetast door roestschimmels. De roestschimmel die je het meest tegenkomt op Speenkruid is Speenkruidroest (Uromyces ficariae), die donkerbruine vlekjes vormt op de bladeren.

Speenkruidroest (foto: Aad Termorshuizen)

Roesten kunnen verschillende soorten sporen vormen afhankelijk van de soort, waardplant en het stadium waarin de roest verkeert. Speenkruidroest komt alleen voor op Speenkruid (Ranunculus ficaria) en vormt daar donkerbruine vruchtlichaampjes die telia genoemd worden. Deze vruchtlichaampjes zijn goed zichtbaar in de vorm van bruine puntjes en vlekjes die er onder loep wat poederig uitzien. In de telia worden teliosporen gevormd. Deze sporen overwinteren en kiemen in de daaropvolgende lente waarna ze basidiosporen produceren, die weer nieuwe planten kunnen infecteren.

Aeciën van een roestschimmel (foto: Malcolm Storey)Er zijn ook nog twee andere roesten die het Speenkruid kunnen infecteren. Deze vormen op Speenkruid echter geen bruine puntjes en vlekjes, maar gele zogenaamde aeciën met, u raadt het al, weer een ander soort sporen, de aeciosporen. De aeciosporen zitten in kleine oranje puistjes (de aeciën). De roesten die deze aeciën vormen bij Speenkruid zijn de Boterbloem-grassenroest (Uromyces dactylidis) en Speenkruid-zuringroest (Uromyces rumicis). Ze komen, zoals de naam aangeeft, ook op andere planten voor.

Roesten hebben regelmatig een ingewikkelde levenscyclus maar zijn, zoals het geval is met Speenkruidroest, toch ook regelmatig gemakkelijk te herkennen.

Tekst: Menno Boomsluiter, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto's: Aad Termorshuizen, Nederlandse Mycologische Vereniging; Malcolm Storey, GNU-licentie voor vrije documentatie