Kastanjebruine vezelkop - Inocybe tjallingiorum

Nieuw kbp'tje voor Vlaanderen op belachelijke plek

14-NOV-2011 - De meest recente toevoeging aan de Vlaamse paddenstoelenlijst is de Kastanjebruine vezelkop. Die vondst, op 6 november in Nijlen, illustreert goed hoe bijzondere paddenstoelen soms op belachelijke plekjes opduiken.

Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]

De meest recente toevoeging aan de Vlaamse paddenstoelenlijst is de Kastanjebruine vezelkop. Die vondst, op 6 november in Nijlen, illustreert goed hoe bijzondere paddenstoelen soms op belachelijke plekjes opduiken.

De Kastanjebruine vezelkop (Inocybe tjallingiorum) is niet de eerste nieuwe paddenstoelensoort die in 2011 in Vlaanderen werd gevonden. De voorbije maanden werden bijna wekelijks bijzondere vondsten gemeld, waaronder ca. 20 nieuwe soorten voor de Vlaamse lijst. Deze lijst telt intussen meer dan 4.000 soorten. Mycologen vermoeden dat de komende decennia nog honderden nieuwe soorten in Vlaanderen zullen worden ontdekt.

Kastanjebruine vezelkop: een nieuwe soort voor Vlaanderen (foto: Wim Veraghtert)
Dat komt niet alleen omdat het zwammenrijk zo divers is (een recente schatting, gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Nature, stelt dat momenteel slechts 7% van alle paddenstoelsoorten op aarde werd beschreven), maar ook omdat heel wat soorten sterk op elkaar lijken. De Kastanjebruine vezelkop behoort tot de 'KBP’tjes': de kleine, bruine paddenstoelen, een moelijke groep van soorten die weinig van elkaar verschillen. In het Verenigd Koninkrijk staan deze 'lastige' paddenstoelen bekend als de BLBM’s (Bloody Little Brown Mushrooms). De Kastanjebruine vezelkop laat zich door een handvol kenmerken onderscheiden van de 109 andere soorten vezelkoppen die in Vlaanderen voorkomen: kleine tot middelgrote vruchtlichamen, een kastanjebruin hoedje (dat soms een beetje schubbig openbreekt en in het centrum met wittige vezeltjes bedekt is), een bruine steel (die vooral onderaan donkerder wordt en volledig bezet is met minuscule haartjes), gladde sporen (die niet groter zijn dan tien micrometer) en de aanwezigheid van pleurocystiden (steriele, flesvormige cellen op de flanken van de plaatjes). Die laatste twee kenmerken kunnen enkel met behulp van een microscoop worden vastgesteld. En net het belang van microscopische kenmerken maakt van vezelkoppen een weinig of minder toegankelijke groep.

De klassieke ‘casseroleur’ interesseert zich weinig aan vezelkoppen. Alle soorten die in ons land voorkomen, zijn  zwaar giftig en bevatten veel muscarine. De eerste symptomen treden na het eten van een vezelkop zeer snel op. Zij worden het 'muscarine syndroom' genoemd. De kenmerken van deze intoxicatie zijn tranende ogen, lopende neus, overvloedig zweten, speekselvloed, ademhalingsmoeilijkheden door de overvloedige vochtsecreties in de longen. Het hartritme kan vertragen en een daling van de bloeddruk kan optreden, evenals braken en diarree. Eet smakelijk!

De locatie waar de Kastanjebruine vezelkop werd aangetroffen, is ronduit banaal: een weinig bijzondere berm langsheen de oprit van een bedrijfsparking in het Antwerpse Nijlen. Wim Veraghtert bezocht deze parking in de marge van een excursie in het nabijgelegen prachtige broekbos ‘Het Goor’, een gebied dat recent wordt beheerd door Natuurpunt. De vezelkoppen staan er bijna op het asfalt, in een smalle zone langs de weg. Waarom deze nieuwe soort net hier opduikt, is een mysterie. Over de precieze leefwijze van deze soort is immers nauwelijks iets gekend. Ook in Nederland werd de Kastanjebruine vezelkop na 1990 slechts op vier locaties aangetroffen. Het was overigens Thom Kuyper, een Nederlandse mycoloog, die de soort in 1988 beschreef als nieuwe soort voor de wetenschap. Hij noemde de soort naar het mycologenkoppel Frans & Dien Tjallingii, die vorige eeuw een trekkende rol speelden in de Nederlandse mycologische Vereniging.

Tekst en foto: Wim Veraghtert, Natuurpunt Studie.