kerkuil

Symbool van wijsheid lijdt onder het verkeer

2-JAN-2012 - Een halve eeuw geleden huisde in zowat elke kerktoren en boerderij in Vlaanderen een Kerkuil. Maar er volgde een erg moeilijke periode, de soort kreeg het zwaar te verduren de afgelopen 60 jaar. Een combinatie van insecticiden en verscheidene strenge winters hebben hem bijna doen verdwijnen uit ons landschap. Dankzij een volgehouden intensief soortbeschermingsproject klom de kerkuil vanaf 1990 geleidelijk aan uit zijn dal en ondertussen is de situatie weer veel beter. Vandaag is hij weer helemaal terug.

Bericht uitgegeven door Kerkuilwerkgroep Vlaanderen [land] op [publicatiedatum]

Een halve eeuw geleden huisde in zowat elke kerktoren en boerderij in Vlaanderen een Kerkuil. Maar er volgde een erg moeilijke periode, de soort kreeg het zwaar te verduren de afgelopen 60 jaar. Een combinatie van insecticiden en verscheidene strenge winters hebben hem bijna doen verdwijnen. Dankzij een volgehouden intensief soortbeschermingsproject klom de kerkuil vanaf 1990 geleidelijk aan uit het dal. Vandaag is hij weer helemaal terug.

Het gebruik van het insecticide dichloordifenyltrichloorethaan, beter bekend als DDT, had een zware impact op het Kerkuilenbestand in Vlaanderen in de tweede helft van de 20ste eeuw. Een deel van de populatie werd onvruchtbaar en de eischalen werden zo dun dat ze bezweken onder het gewicht van het broedende vrouwtje. Het broedsucces daalde. Het aantal Kerkuilen nam snel af. De strenge winters van 1962-1963 en 1979 gaven de populatie bijna de genadeslag. Het dikke sneeuwtapijt verhinderde de Kerkuilen om voldoende prooien te vangen en ze verhongerden. Ongeveer 90% van de populatie sneuvelde.Kerkuilen zijn vandaag de dag weer helemaal terug van weggeweest. (foto: Kjell Janssens)

Tijdens een inventarisatie van de Kerkuil in het Hageland in 1973 werden 52 kerken onderzocht. Op slechts 20 locaties broedden nog Kerkuilen, waarvan in acht gevallen de eieren niet uitkwamen. De voortplanting was zeer beperkt: er vlogen maar 18 jongen uit.

Vanaf 1974 werd het gebruik van DDT in België verboden. De Kerkuil herstelde gestaag maar een nieuw probleem diende zich aan: de galm- en stellinggaten van kerktorens werden dichtgemaakt met fijnmazige gaasdraad om verwilderde duiven te weren. Ook op boerderijen werden ‘uilengaten’ om dezelfde reden dichtgemaakt. Helaas gingen op die manier ook de favoriete en veilige broedplaatsen van de Kerkuil verloren.

In 1978 werd de Kerkuilwerkgroep Vlaanderen opgericht (later onder de vleugels van Vogelbescherming Vlaanderen). Sindsdien zet een netwerk van vrijwilligers zich in om de Kerkuil de kansen te bieden die hij verdient. Op kerktorens en in boerderijen werden speciale nestkasten geïnstalleerd die jaarlijks gecontroleerd worden. Dankzij deze ingreep begon de populatie in Vlaanderen terug sterk te groeien. Van 33 geregistreerde broedgevallen in 1982 ging het naar 232 in 1990, 397 in 2000 en zelfs 714 in 2010. In 2010 werd ongeveer 83% van de Kerkuilen geboren in een nestkast. Gespreid over Vlaanderen kunnen Kerkuilen ondertussen al van 2.535 nestkasten gebruik maken!

Veel Kerkuilen sterven in het verkeer (foto: Alain K)Toch is de druk op de Kerkuilpopulatie ook nu nog groot: ons dicht wegennet en het steeds toenemende verkeer zorgen ervoor dat maar liefst de helft van de uitgevlogen jongen binnen de zes maanden doodgereden wordt.

De Kerkuilwerkgroep Vlaanderen probeert daarom de zwarte wegen in kaart te brengen zodat we beschermingsmaatregelen kunnen treffen. Dode Kerkuilen kan je melden op de website van de Kerkuilwerkgroep of via www.dierenonderdewielen.be. We verzoeken de vinders om na te gaan of de uil geringd is en het ringnummer te noteren en door te geven.

Tekst: Philippe Smets,  Kerkuilwerkgroep Vlaanderen.