Holenduif

Holenduiven beginnen aan lang broedseizoen

Vogelbescherming Nederland
30-MRT-2012 - Op veel plaatsen is nu het onopvallende koeren van de holenduif te horen, want hun broedseizoen is weer begonnen. Een broedseizoen dat lang duurt: van begin maart tot half oktober. Dat heeft als voordeel dat je nog kunt beginnen met nestelen als je gedoodverfde nestplaatsconcurrent, de kauw, klaar is met broeden.

Bericht uitgegeven door Vogelbescherming Nederland [land] op [publicatiedatum]

Op veel plaatsen is nu het onopvallende koeren van de holenduif te horen, want hun broedseizoen is weer begonnen. Een broedseizoen dat lang duurt: van begin maart tot half oktober. Dat heeft als voordeel dat je nog kunt beginnen met nestelen als je gedoodverfde nestplaatsconcurrent, de kauw, klaar is met broeden.

Holenduif (foto: Jan van der Straaten)De holenduif is een onopvallende vogel die vaak over het hoofd wordt gezien, omdat hij lijkt op een stadsduif. Die heeft witte ondervleugels en vaak een witte stuit. Het belangrijkste verschil met de houtduif is het ontbreken van wit in de hals en de vleugels. De lage ‘hoe-hoe-hoe-hoe-hoe-hoe’ van de holenduif trekt ook niet de aandacht voor wie er niet op bedacht is. De baltsvluchten van de mannetjes zijn daarentegen wel tamelijk opvallend, hierbij zweven ze mooie bochtjes met in een V gehouden vleugels.

De holenduif wijkt sterk af van de andere soorten duiven in Europa omdat hij geen open nest heeft maar in holen broedt. De beschikbaarheid van holen bepaalt in grote mate zijn aanwezigheid. Hij broedt vooral in bomen, maar ook onder schuurdaken en in nestkasten. De meeste holenduiven tref je aan in oude, halfopen loofbossen, zoals op landgoederen. Maar ook in oude villawijken en in oud, kleinschalig cultuurlandschap met oude bomen en knotwilgen komen ze vaak voor. Veelal broeden ze in kleine kolonietjes, omdat ze hun voedsel elders zoeken. Vaak in agrarisch gebied, in vrij droge graslanden, in akkers of in akkerranden met veel kruiden. Holenduiven maken lange pendelvluchten tussen het nest en de voedselgebieden. De holenduiven van het Gooi bijvoorbeeld, vliegen vaak naar Flevoland voor hun voedsel.

De holenduif broedt ook graag in konijnenholen. Dit maakt dat hij op de Waddeneilanden, waar geen vossen voorkomen, volop in het open duin broedt. Net als in het bos heeft hij ook hier vaak last van kauwen. Kauwen broeden één keer per seizoen, van april tot in juni. De holenduif legt het in die periode af tegen de kauw bij de competitie rond een nest. Kauwen peuzelen de eieren van de holenduif op of bouwen hun nest gewoon bovenop dat van de holenduif. Het is een van de redenen dat de holenduiven de piek van hun broedseizoen in juli en augustus hebben, als de jonge kauwen zijn uitgevlogen. Een andere belangrijke reden is dat er in die periode volop voedsel beschikbaar is voor de jongen, vooral graan, zaden en blad van kruiden.

Holenduif in grasveld (foto: Ruud van Beusekom)

De holenduif is in de laatste decennia sterk toegenomen. Het aantal broedparen is fors gestegen van 13.000 tot 17.000 in de periode 1973 tot 1977, tot 50.000 tot 70.000 in het jaar 2000. In de jaren zestig was de stand op zijn dieptepunt, omdat de holenduiven toen massaal vergiftigd werden door het gebruik van gechloreerde koolwaterstoffen in bestrijdingsmiddelen in de landbouw. Nadien heeft de soort een enorme comeback gemaakt. Holenduiven verschijnen regelmatig in of bij het nest van de steenuil van Beleef de Lente.

Tekst: Ruud van Beusekom, Vogelbescherming Nederland
Foto's: Jan van der Straaten, Saxifraga; Ruud van Beusekom, Vogelbescherming Nederland