Zuiders roofvogelgeweld in België!
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]
Een snertzomer jaagt vakantiegangers richting Zuid. Maar toch maken enkelen ook de omgekeerde trip. ‘Door de wind, door de regen, dwars door Frankrijk heen’. Ons land kreeg de jongste weken groot haaksnavelig bezoek. Of de zuiderse rovers tevreden zijn met hun natte zomerverblijf is maar zeer de vraag.
Vale Gieren (Gyps fulvus) zijn gigantische beesten. Met een vleugelspanwijdte van ruim 2,5 meter blijft het een imponerende verschijning. De soort doet het vooral goed in Spanje, maar nu en dan zakken deze aasetende zweefvliegers ook af naar de Lage Landen. Altijd goed voor enige mediacommotie. Sinds 17 juni lijken er weer enkele exemplaren hun zomerverlof te hebben gepland in ons land. Toen liepen bij Natuurpunt meldingen binnen van een exemplaar dat om 09:15 over Overijse trok. Vermoedelijk hetzelfde exemplaar kon een uur later boven het Meerdaalwoud worden onderschept en om 12:00 merkten leden van een zweefvliegclub een exemplaar op boven Overboelare. De kroon wordt dit jaar echter gespannen door een onvolwassen exemplaar dat sinds 29 juni de groeve van Haccourt afschuimt. Deze vogel deed eerder ook al de ENCI-groeve in Maastricht (Nederland) aan. In tegenstelling tot wat eerder in de media werd bericht, gaat het 'slechts' om één exemplaar, niet om 15 stuks.
Best opmerkelijk toch. Tot 2001 werden in ons land slechts 17 waarnemingen geregistreerd. Vanaf 2002 kwam daar verandering in en momenteel staat de teller op 304, met 140 exemplaren in het recordjaar 2007. Eén en ander is ongetwijfeld het gevolg van de sterke populatietoename in Spanje. Vooral jonge vogels trekken steeds vaker richting noord op verkenningsvlucht. Mogelijk verlaten ze ook de Spaanse strongholds op (tijdelijk) voedselconcurrentie met volwassen exemplaren te vermijden. Pittig anecdote: Op 4 oktober 1944 werden in het Nederlands Schijndel zes vogels gezien. Deze zijn vrijwel zeker met de in de Tweede Wereldoorlog vanuit het zuiden oprukkende gealieerden meegetrokken, zich voedend aan de vele oorlogsslachtoffers. Waar een oorlog al niet 'goed' voor is ... Drie van de zes vogels werden echter door Engelse militairen doodgeschoten.
Maar dit jaar is nog meer zuiders roofvogelgeweld. Op 28 mei werd een Slangenarend (Circaetus gallicus) gespot bij Nismes. Mogelijk dezelfde vogel wordt sinds 23 juni regelmatig gemeld tussen Nismes en Dourbes. En ook in de omgeving van het Luikse Ben-Ahin dook op 3 juli een (ander) exemplaar op. Slangenarenden jagen vooral op … slangen, maar ook een hagedissen staan op het menu. De soort is in België duidelijk niet meer de grote zeldzaamheid van weleer. In totaal werden al 65 exemplaren aanvaard door de Belgische zeldzaamhedencommissie. Topjaar totnogtoe was 2010, toen maar liefst 12 waarnemingen werden gehomolgeerd. In Vlaanderen scoort vooral het Groot Schietveld van Brecht zeer goed (op 17 juli 2010 werden hier zelfs drie exemplaren gezien!). Niet verwonderlijk, aangezien dit gebied de grootste Vlaamse populatie Adders (Vipera berus) herbergt.
En het werd nog gekker, toen het arendsoog van Chantal Deschepper op 6 juli een Dwergarend ontdekte boven het Zennegat bij Mechelen. Deze soort broedt vooral op het Iberisch schiereiland en in Oost-Europa. Het is pas de tiende keer dat met zekerheid een Dwergarend in België wordt gezien. De vogel was ook vandaag nog steeds aanwezig.
De toename van het aantal waarnemingen van zuiderse roofvogels is zondermeer opmerkelijk maar wijst er geenszins op dat deze soorten zich binnenkort ook als broedvogel in ons land zullen vestigen. Daarvoor is het voedselaanbod te beperkt en ontbreken de vereiste broedhabitats. Wie zelf deze roofvogels in levende lijve aan het werk wil zien, kan info over hun reilen en zeilen best volgen op www.waarnemingen.be
Tekst: Gerald Driessens en Dominique Verbelen, Natuurpunt Studie
Foto's: Dieder Plu, Julien Dua, Jan Van der Voort