Groot dooiermos / Xanthoria parietina

Stikstof bepaalt korstmossenbegroeiing op bomen

12-APR-2011 - Korstmossen op bomen zijn een goede graadmeter voor stikstof afkomstig uit landbouw, autoverkeer en industrie. In Nederland is de lucht op veel plaatsen zo sterk verontreinigd met stikstofverbindingen dat de korstmossenbegroeiing op bomen daar bijna geheel door bepaald wordt. Vervuilde gebieden zijn te herkennen aan gele korstmossen op laanbomen; in bossen zijn de bomen vaak bedekt met algenslijm. Door de vervuiling komen gevoelige korstmossen, zoals eikenmos en baardmossen, steeds minder vaak voor. Uit Europees onderzoek bleek deze week dat te veel stikstof bovendien schadelijk is voor de economie en het milieu.

Bericht uitgegeven door BLWG op [publicatiedatum]

Korstmossen op bomen zijn een goede graadmeter voor stikstof afkomstig uit landbouw, autoverkeer en industrie. In Nederland is de lucht op veel plaatsen zo sterk verontreinigd met stikstofverbindingen dat de korstmossenbegroeiing op bomen daar bijna geheel door bepaald wordt. Vervuilde gebieden zijn te herkennen aan gele korstmossen op laanbomen; in bossen zijn de bomen vaak bedekt met algenslijm. Door de vervuiling komen gevoelige korstmossen, zoals eikenmos en baardmossen, steeds minder vaak voor. Uit Europees onderzoek bleek deze week dat te veel stikstof bovendien schadelijk is voor de economie en het milieu.

Korstmossen hebben vooral last van ammoniak, een gasvormige stikstofverbinding die vooral vrijkomt komt uit mest, maar ook uit autoverkeer. Het gas lost gemakkelijk in regenwater op en slaat dan neer. Korstmossen hebben geen wortels en nemen voedingsstoffen met het gehele oppervlak op. Ze leven letterlijk van de lucht. Zwevend stof en vervuiling bepalen daarom sterk of een soort ergens kan groeien, of niet.

Groot dooiermos, een korstmos dat groeit op laanbomen in vervuilde gebieden (foto: Laurens Sparrius)

In de jaren zeventig en tachtig waren er door de zure regen grote gebieden in Nederland waar helemaal geen korstmossen op bomen groeiden, de zogenaamde epifytenwoestijnen. Oorzaak daarvan was zure regen, veroorzaakt door de zwaveluitstoot van fabrieken. In de jaren negentig verbeterde de luchtkwaliteit, waardoor korstmossen massaal terug kwamen. De vervuiling met stikstof is echter nog steeds hoog, waardoor een groep van dertig tot veertig gevoelige soorten nog steeds achteruit gaat. Maatregelen om de hoeveelheid stikstof uit de landbouw af te laten nemen zijn goed merkbaar aan de korstmossen, maar langdurig onderzoek aan korstmossen door een aantal provincies laat zien dat gevoelige soorten hier nog niet van profiteren. Het is daarom nodig om de uitstoot van stikstofverbindingen nog verder terug te dringen.

Deze week werden de resultaten van een groot Europees onderzoek naar de effecten van stikstof bekend (persbericht PBL). Daaruit bleek dat niet alleen de natuur schade ondervindt aan te veel stikstof, maar dat het ook grote economische schade oplevert. Stikstofverbindingen zijn onder meer schadelijk voor de gezondheid en verontreinigen zwem- en drinkwater .

Tekst en foto’s: Laurens Sparrius, BLWG