Hericium erinaceus, Pruikzwam

Levende doden #26: De pruikzwam

SoortenNL
14-AUG-2025 - Elke twee weken portretteerde Sander Turnhout een planten- of diersoort waarvoor ‘het lot van de dodo’ dreigt. Het laatste deel: de pruikzwam, onmisbaar voor een gezond bos. Maar omdat paddenstoelen toch een beetje vreemde niet-dieren zijn, vallen ze buiten de kaders van natuurbescherming.

Er zijn geen paddenstoelen die enige wettelijke bescherming genieten en dat is best vreemd. Paddenstoelen zijn waanzinnig nuttige afvalopruimers en samenlevers, en uit proefnemingen blijkt dat ze beschikken over uitstekende communicatieve vaardigheden en in het bezit zijn van een geheugen. Waar dan? Hoe dan?

Er zijn allerlei vormen van leven en er zijn al heel lang discussies gaande over hoe je die precies in moet delen. Op dit moment gaan wetenschappers ervan uit dat organismen met een celkern in te delen zijn in vier rijken: planten, dieren, schimmels en ééncelligen. Omdat we zelf dieren zijn, vinden we het dierenrijk het belangrijkst. De niet-dieren begrijpen we niet zo goed.

Paddenstoelen hebben een ingewikkeld seksleven in vergelijking met dieren. Bij de ‘hogere’ paddenstoelen kunnen duizenden geslachten voorkomen. Voor deze genderdiversiteit bestaat geen goede terminologie. Sommige slijmzwammen – dit zijn geen paddenstoelen – kennen 720 mating types. Wij mensen kunnen ons daar maar moeilijk een voorstelling van maken. Sommigen van ons komen niet verder dan twee, en in een mengeling van blasfemie en bluf beroepen ze zich dan nota bene op de natuur.

Onze preoccupatie met onszelf vertaalt zich in strategieën voor natuurbescherming. Niet alleen beschermen we veel meer zoogdieren dan, laten we zeggen, loopkevers, we laten ook onze data over wat natuur eigenlijk is en hoe het ermee gaat, heel erg bepalen door dieren. De internationale Living Planet Index bijvoorbeeld, wordt gebaseerd op vogels, zoogdieren en amfibieën.

De Nederlandse doet het al een stuk beter omdat er ook reptielen, dagvlinders, libellen en vissen worden meegeteld. Maar er zitten geen planten en paddenstoelen in – en ook nog steeds relatief weinig insecten. Dat heeft als gevolg dat problemen die te maken hebben met de bodem – stikstof en verdroging om maar eens twee grote te noemen – niet zo snel zichtbaar worden in deze statistieken. De mensen die deze indicatoren maken, zijn zich daarvan bewust en ze communiceren actief over zowel de waarde als de beperkingen ervan, maar die nuances reizen lang niet altijd mee met de grafieken en de trendlijnen.

Pruikzwam

Paddenstoelen zijn een fantastische en nauwkeurige indicator voor bodemkwaliteit, maar we kijken er niet naar omdat het niet hoeft van de Habitatrichtlijn. Toch zouden we kunnen overwegen om beter voor paddenstoelen te zorgen, al was het maar uit wederkerigheid, omdat zij voor ons zorgen. We denken bij zoiets als CO2-opslag vaak aan bomen, maar waar zouden die bomen zijn zonder schimmels? Wat zou er gebeuren als paddenstoelen ophouden met het verteren van organisch materiaal?

Gelukkig zijn er eigenwijze natuurbeschermers. Sommigen daarvan zetten zich in voor paddenstoelvriendelijk bermbeheer en paddenstoelvriendelijk bosbeheer. Dat gaat vaak tegen de klippen op, want naaldbossen staan te boek als waardeloze houtakkers. En op veel plekken moet je dan moeilijke afwegingen maken. Gaan we bos kappen om mooi open duinlandschap of heide te herstellen, of proberen we bosontwikkeling met houtkap mogelijk te maken? We moeten tenslotte ook staal en beton zoveel mogelijk inwisselen voor houtbouw. En zo’n ‘houtakker’ bevat in ieder geval meer natuurkwaliteiten dan het grasfalt onder de koeien of de vele maisakkers die Nederland rijk is.

Het blijft schipperen. Bij sommige bermen moet je kiezen voor kruiden en vlinders, bij andere liggen paddenstoelen meer voor de hand. Allebei wordt lastig. Een soort die al die dilemma’s in zich verenigt, is de pruikzwam. Het is een witte, harige voetbal die te boek staat om zijn lekkere nootachtige smaak en – met name in Aziatische landen – om zijn (vermeende) geneeskrachtige kwaliteiten en positieve effecten op breincapaciteit. De pruikzwam wordt op kleine schaal gekweekt en er is een bescheiden handeltje in capsules ontstaan.

Maar de reden dat natuurbeschermers zich ervoor inspannen is de iconische waarde. In een goed bos hoort een pruikzwam. Maar het is wel ingewikkeld want het is een ‘necrotroof’ of ‘saprotroof’ levende wondparasiet. Dat betekent dat de boom waar een pruikzwam op leeft – meestal een beuk – oud is, gewond is en doodgaat. Een pruikzwam betekent dat de boom verdwijnt en op termijn verdwijnt ook de pruikzwam, nadat die het dode hout verteerd heeft.

Er is maar één manier om een pruikzwam te beschermen en dat is ervoor zorgen dat er op tijd een nieuwe, oude, gewonde beuk klaarstaat. Dan kom je uit bij verantwoord bosbeheer op landschapsecologische schaal. Maar dat gebeurt niet in Nederland. Er zijn best mensen die bossystemen goed begrijpen, en hoewel die het niet altijd met elkaar eens zijn, hebben ze vooral met elkaar gemeen dat ze niets in de melk te brokkelen hebben. Dat heeft alles te maken met de kern van het probleem: in Nederland beschermen we alleen soorten die meetbaar, telbaar en controleerbaar zijn. Pas als we bereid zijn voorrang te verlenen aan zoiets wezenvreemds als paddenstoelen kunnen we met recht spreken van natuurbescherming.

'Het lot van de dodo'

Levende doden

Geen land ter wereld weet zoveel van haar natuur als Nederland. Tegelijk gaat geen land ter wereld er zo slecht mee om. Omdat de overheid het systematisch laat afweten, is natuurbescherming afhankelijk geworden van de inzet van talloze vrijwilligers. Er zijn soorten die onmiddellijk uit Nederland zouden verdwijnen als zij hun inspanningen staken.Om de twee weken portretteert Sander Turnhout een planten- of diersoort voor wie ‘het lot van de dodo’ dreigt. Dit portret is ook verschenen op De Groene Amsterdammer.

Tekst: Sander Turnhout, SoortenNL
Beeld: Luuk Vermeer, Saxifraga; Ludwig Volbeda