
Natuurjournaal 15 augustus 2025
Nature TodayHet ging lang niet goed met de keizersmantel, sinds 1980 was de vlindersoort zo goed als verdwenen uit Nederland. Gelukkig planten keizersmantels zich hier sinds 2004 weer voort en neemt de populatie toe. De meeste kans om ze te zien, heb je nog altijd in de duinen, de Achterhoek en Zuid-Limburg. Keizersmantels vliegen vanaf eind juni tot begin september in één generatie. Voor vlinders worden ze dus aardig oud. In die tijd kunnen ze grote afstanden afleggen. De energie voor hun zwerftochten halen ze uit bloemennectar en honingdauw, de zoete vloeistof die vooral door bladluizen wordt afgescheiden. Je kan keizersmantels langs bosranden waarnemen op koninginnekruid, distels of bramen, of op bladeren van loofbomen voor de kleverige honingdauw. Over een paar weken komen de rupsen uit hun eitjes, die zonder te eten een plekje tussen mos in boomspleten zoeken om te overwinteren.
Koninginnekruid bloeit momenteel uitbundig in zachtroze tinten langs allerlei wateren. Het kruid houdt van natte voeten en humeuze grond. In de ruigtes, waar de planten voorkomen, kunnen ze hoog opschieten. Het ‘cannabinum’ uit de wetenschappelijke naam – Eupatorium cannabinum – slaat op de vorm van de bladeren, die sterk doet denken aan een ander, geestverruimend kruid. De bloeiwijze lijkt nogal op die van wilde valeriaan, een plant die ook opschiet in ruigtes en dus samen met koninginnekruid gevonden kan worden. Koninginnekruid wordt door insecten bestoven. Dat is niet moeilijk te raden als je even bij de bloemen blijft staan kijken naar de hoeveelheid insecten die erop afkomt. Hoewel er veel buisbloemen in een bloemhoofdje staan en insecten van bloem naar bloem banjeren, vindt er geen zelfbestuiving plaats. Dat komt omdat binnen een plant eerst de meeldraden in de bloemetjes rijpen en daarna pas alle stempels.
Tekst: Karen Bosma, Nature Today
Beeld: Kars Veling, De Vlinderstichting; Rudmer Zwerver, Saxifraga