Dwergmuis

Gezocht: waarnemingen van minimuis

8-AUG-2013 - De Dwergmuis is 8 cm groot, 12 gram zwaar en voorzien van een onmiskenbare, soepele grijpstaart. Ze is de kleinste muis van België: een minimuis met een maxi-look. Maar echt vaak wordt dit beestje niet gespot.

Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]

De Dwergmuis is 8 cm groot, 12 gram zwaar en is voorzien van een onmiskenbare, soepele grijpstaart. Ze is de kleinste muis van België: een minimuis met een maxi-look. Maar echt vaak wordt dit beestje niet gespot.

En toch komen Dwergmuizen verspreid over gans Vlaanderen voor. Hoog gras, ruigtes, graan- en rietvelden: voor de Dwergmuis is het allemaal best. Belangrijkste voorwaarde: kruidenrijke ruigtes. Ook goed ontwikkelde bosranden met flinke braamstruwelen vinden ze prima. Op zich lijkt de soort dus niet zo’n hoge eisen te stellen aan haar leefgebied.

Met hun typische grijpstaart slingeren Dwergmuizen zich van de ene naar de andere stengel (foto: Norbert Huys)

Maar Dwergmuizen speuren, is geen gemakkelijke job. De soort is vooral ’s nachts actief en houdt zich doorgaans op in dichtbegroeide vegetatie. Met hun slingerstaart klimmen ze behendig tussen grasruigtes door, net als kleine aapjes. Vooral de ingenieus gebouwde nestjes verraden hun aanwezigheid. Kleine, bolvormige bouwsels zijn het, geweven uit blad van gras. De voortplantingsnesten zijn een flinke tennisbal groot, binnenin gevoerd met pluizig materiaal. Slaapnestjes zijn kleiner (circa 6 cm diameter) en worden vaak lager tegen de grond gebouwd. Maar is het nu een goed seizoen om nesten te spotten?

Dwergmuizen zijn vooral ’s nachts actief. In de zomer komen ze bijna nooit op de grond (foto: Norbert Huys)

Niet echt. De nesten zijn in deze tijd van het jaar wel aanwezig, maar doordat ze vooral gebouwd worden met bladeren die levend en wel aan de grasstengel vastzitten, blijft het nestje meestal groen, net als de rest van de vegetatie. Het is dan ook geen sinecure om zo'n nestje op te merken. In het najaar, wanneer het blad afsterft en geelbruin verkleurt, valt het beter op. Een mini-expeditie door een jungle van gras kan in geschikt leefgebied dan enkele nestjes opleveren. En toch bieden er zich de komende weken kansen aan.

Nestje van een Dwergmuis: een geweven grasbol, een tennisbal groot, doorgaans niet al te hoog in de vegetatie. Let op de nestingang links bovenaan (foto: Dominique Verbelen).

Vooral in natuurgebieden worden in augustus en september heel wat ruigtes gemaaid. Riet, grote zeggenvegetaties, kruidenrijke ruigtes: nu en dan moet daar al eens een maaibalk door om deze biotopen te kunnen behouden. Jammer genoeg valt dit maaimoment midden in de voortplantingstijd van de Dwergmuis. Regelmatig worden dan ook nestjes uitgemaaid. Sneu, maar geen ramp: de soort kan dergelijke occasionele verliezen vermoedelijk best wel aan. Dwergmuizen werpen namelijk vier keer per jaar drie tot acht jongen. Een lang leven is aan een Dwergmuis sowieso niet besteed: de gemiddelde levensduur bedraagt in het wild slechts enkele maanden en vooral in de eerste twee maanden is de sterfte erg hoog, waarbij vooral de weersomstandigheden een belangrijke rol spelen.

 (bron: www.waarnemingen.be

Hoe het ook zij: elke waarneming van een Dwergmuis is het melden waard. In de uitgebreide databank van www.waarnemingen.be werden tussen 2009-2012 slechts 482 Dwergmuizen ingevoerd. In 96 gevallen ging het om vondsten van schedeltjes in braakballen,  119 keer werden nesten gemeld. In vergelijking met het aantal ingevoerde waarnemingen van vele andere muizensoorten, is dit slechts een habbekrats. Door een gebrek aan historische gegevens is het moeilijk om te zeggen hoe het de Dwergmuis in Vlaanderen vergaat, maar mogelijk doet ze het niet zo best. Uit Engels onderzoek blijkt alvast dat de soort er sinds eind jaren '70 op achteruit boert en mogelijk tekent deze dalende trend zich ook bij ons af. Om de grote vragen over de kleine muis opgelost te krijgen, is elke waarneming dan ook van belang. Zeker nu 2013 door de Zoogdierenwerkgroep van Natuurpunt werd uitgeroepen tot het 'Jaar van de muis' zou het top zijn mochten zoveel mogelijk kennislacunes worden gevuld.

Tekst: Dominique Verbelen, Natuurpunt Studie
Foto's: Norbert Huys, Dominique Verbelen