Noordse woelmuis

Uitgelicht: de noordse woelmuis

Zoogdiervereniging
2-MEI-2025 - De Zoogdiervereniging vraagt in 2025 aandacht voor alle verschillende woelmuissoorten en laat zien hoe leuk, bijzonder en nuttig deze kleine zoogdieren zijn. Dé woelmuis bestaat niet. In Nederland leven wel vijf soorten woelmuizen. Tijdens het Jaar van de woelmuis stellen we de verschillende woelmuizen uitgebreider voor en vertellen we meer over hun specifieke eigenschappen en leefgebieden.

Kenmerkend voor alle woelmuizen, dus ook de noordse woelmuis (Alexandromys oeconomus arenicola), is de gedrongen, ietwat lompe bouw, een stompe kop met kleine ogen en oren in de vacht, en een kort staartje. In Nederland leeft een aparte ondersoort van de noordse woelmuis die verder nergens anders ter wereld voorkomt.

De noordse woelmuis is een relatief grote woelmuis met een brede kop en een relatief lange staart. Meestal hebben ze een donkerbruine rugvacht en een donkergrijze buikvacht, maar ook lichtere exemplaren komen voor. De vacht is lang en glanzend. De oren vallen nauwelijks op. De vrij grote, donkergekleurde achterpoten hebben contrasterende witte nageltjes. 

Verwarring met vooral de veldmuis en aardmuis is goed mogelijk. De staart van een noordse woelmuis is langer dan van deze andere twee woelmuissoorten, namelijk gemiddeld 40 procent van de kop-romplengte. Die van de aardmuis is maximaal 33 procent van de kop-romplengte en die van de veldmuis is nog korter.

Noordse woelmuis

Leefwijze

De noordse woelmuis is 's zomers vooral 's nachts actief en 's winters meer overdag. Daarbij rust hij regelmatig tussendoor. De soort kan goed zwemmen en duiken en doet dit ook vrijwillig.

Net als de meeste andere woelmuizen is de noordse woelmuis overwegend een vegetariër. Op het menu prijken allerhande plantendelen: groene delen van riet, biezen, zeggen en grassen, maar vooral 's winters ook wortels, zaden en schors. Af en toe wordt het dieet aangevuld met insecten.

De soort kan goed graven en maakt gangen onder de grond met nest- en voorraadkamers waarbij bovengronds kleine molshopen ontstaan. De diameter van de holletjes bedraagt 4 tot 5 centimeter, die van de aardhopen 10 tot 20 centimeter. De holen zijn met paadjes verbonden. In ondiepe kamers worden 's winters voedselvoorraden bewaard. Deze worden vooral gevuld met korte stukjes stengels van kruiden en grassen. Het nest bevindt zich ook wel bovengronds, bijvoorbeeld onder riethopen, en bestaat uit mos, biezen en grassen. 's Winters worden grotere en zorgvuldiger gemaakte nesten gebouwd dan 's zomers.

2025: Jaar van de woelmuis

Leefgebied en verspreiding

De plek waar je een woelmuis ziet, vangt of vindt is vaak een goede aanwijzing voor de soort. De noordse woelmuis leeft in hoge vegetaties met vooral grasachtige planten. In gebieden waar andere woelmuizen voorkomen, leeft de soort veelal in natte terreinen, zoals rietland, moeras, zeer extensief gebruikte weilanden, drassige hooilanden, vochtige duinvalleien en periodiek overstroomde terreinen, omdat hij daar beter gedijt dan andere soorten. Doordat de noordse woelmuis geen watervrees heeft, kan hij goed eilandjes bereiken, waar hij dan vaak als enige woelmuis voorkomt. In gebieden waar geen andere woelmuizen leven, wordt hij ook wel aangetroffen in drogere gedeelten, zoals in wegbermen of zelfs in droog naaldbos.

De in ons land levende vorm wordt tot een aparte ondersoort gerekend die nergens anders in de wereld voorkomt. De Nederlandse populatie is een relict van de laatste ijstijd (eindigend circa 10.000 jaar geleden). De noordse woelmuis kwam toen tot aan de Alpen en zelfs in Engeland voor. Bij het terugtrekken van het landijs is de soort in West- en Midden-Europa vrijwel overal verdwenen. In Nederland heeft hij zich tot nu toe kunnen handhaven, hoewel het verspreidingsgebied recent ingekrompen is en steeds meer versnipperd raakt. Het verspreidingsgebied valt in Nederland uiteen in vijf delen: Texel, Friesland, Noord-Holland boven het Noordzeekanaal, het Utrechts-Hollands veenweidegebied en het Deltagebied (Zeeland, Zuid-Holland, Noord-Brabant).

De soort heeft veel te lijden onder concurrentie van de aardmuis en veldmuis, twee andere woelmuisachtigen. Op veel plaatsen is de noordse woelmuis verdrongen door de veldmuis of aardmuis of dreigt dit te gebeuren. In combinatie met het verdwijnen van drassig gras- en rietland, leidt dit tot sterke achteruitgang in sommige delen van Nederland.

De noordse woelmuis staat op de Rode Lijst van zoogdieren in Nederland en komt voor op de lijst van beschermde diersoorten behorend bij de Conventie van Bern. Bovendien is de noordse woelmuis als enige prioritaire soort van ons land genoemd in de Habitatrichtlijn.

Meer informatie

  • Wil je meer weten over alle activiteiten en hoe je mee kunt doen aan het Jaar van de woelmuis? Kijk dan op Zoogdiervereniging.nl/jaarvandewoelmuis of volg de Zoogdiervereniging op sociale media.

Tekst: Neeltje Huizenga, Zoogdiervereniging
Beeld: Wesley Overman, Zoogdiervereniging; Eveline van der Jagt; Zoogdiervereniging