Een overtrekkende Rode Wouw toont de kenmerkende gevorkte staart, oranjebruine kleur en de witte vlekken in de vleugels (Foto: Dieder Plu)

Op uitkijk voor de Rode Wouw

7-MRT-2013 - Speurend naar Kraanvogels kregen veel waarnemers de eer om kennis te maken met de Rode Wouw, een magnifieke roofvogel die buiten de trekperiode aardig zeldzaam is in Vlaanderen.
Geen echt toeval: word er gezocht, dan wordt er gewoon meer gevonden. In tegenstelling tot de snelle rush van al dat Kraanvogelgeweld, geeft deze soort je echter nog enkele maanden respijt om er eentje te ontdekken tussen de andere trekvogels. En zo’n Rode Wouw laat zich gelukkig nogal makkelijk herkennen.

Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]

Speurend naar Kraanvogels kregen veel waarnemers de eer om kennis te maken met de Rode Wouw, een magnifieke roofvogel die buiten de trekperiode aardig zeldzaam is in Vlaanderen. Geen echt toeval: wordt er gezocht, dan wordt er gewoon meer gevonden. In tegenstelling tot de snelle rush van al dat Kraanvogelgeweld, geeft deze soort je echter nog enkele maanden respijt om er eentje te ontdekken tussen de andere trekvogels. En zo’n Rode Wouw laat zich gelukkig nogal makkelijk herkennen.

De Rode Wouw Milvus milvus stond vroeger bekend onder de naam ‘Rode Milaan’. Die naam vertoonde alvast meer verwantschap met de franse naam ‘Milan royal’ en het Duitse ‘Rotmilan’. Rode Wouwen zijn met hun spanwijdte van 140 tot 165 cm. zichtbaar groter dan onze klassieke Buizerd Buteo buteo en dat wordt in het veld extra benadrukt door de langere vleugels en de lange staart.

Een overtrekkende Rode Wouw toont de kenmerkende gevorkte staart, oranjebruine kleur en de witte vlekken in de vleugels (Foto: Dieder Plu)
Die staart is gevorkt en wordt vaak gespreid en voortdurend zijwaarts gekanteld om de trage scanvlucht bij te sturen. Daarbij komt de wat bolle houding van de vleugels (bij de Buizerd in een ondiepe V). Dat geeft een zeer kenmerkend en rustig karakter aan zo’n wouwenvlucht. Wat kleur betreft is hij prachtig oranjebruin op staart en lichaam. De kop is wat bleker. De gespreide vleugel toont opvallende witte ‘vensters’ op de handpennen. Voor velen is de Rode Wouw met voorsprong de mooiste roofvogel die we hier te zien krijgen.

Het Belgische bolwerk van de Rode Wouw, als broedvogel dan, bevindt zich in de Oostkantons. De totale Waalse broedpopulatie wordt geraamd op 150 tot 180 koppels. In Vlaanderen broedt de Rode Wouw slechts sporadisch: wij bevinden ons nl. net op de grens tussen broed- en overwinteringsgebied. Sporadisch overwintert er dus wel eens eentje maar we kennen hem vooral als doortrekker. Dat gaat in hoofdzaak om vogels uit Duitsland, Polen en – in mindere mate – Scandinavië, die op weg zijn van of naar het winterkwartier. Overwinteren gebeurt voornamelijk in Frankrijk en het Middellandse Zeegebied. Dat klinkt allemaal heel normaal, toch is het samen met de Spaanse Keizerarend Aquila adalbertii de enige roofvogel die Europa haast nooit verlaat.

Nu zijn ze dus op trek: net als bij Kraanvogels Grus grus begon de lente de afgelopen dagen fel te kriebelen. Sinds 1 maart bereikten ons al 235 Belgische waarnemingen. Daaronder zitten wel wat dubbeltellingen maar in Vlaanderen alleen al werden op een vijftigtal locaties Rode Wouwen opgemerkt. Hoe meer naar het oosten, hoe talrijker de waarnemingen, net als bij de Kraanvogels. In Wallonië lagen de aantallen dus wel hoger, zo werd in Benonchamps met 10 exemplaren het hoogste aantal geteld. Voor Vlaanderen spanden Tienen en Doel de kroon met resp. zes en vier Rode Wouwen.

Waarnemingen van Rode Wouwen in de eerste zes dagen van maart 2013 (Bron: Waarnemingen.be)

Dat deze eerste trekpiek van de Rode Wouw samenvalt met die van de Kraanvogeltrek is geen echt toeval. Dat zagen we ook de voorgaande jaren vaak, hun overwinteringsgebied overlapt ook voor een groot deel. Naast Kraanvogels en Rode Wouwen zagen we ook de trek van Buizerden en Ooievaars op gang komen. Allemaal trekvogels die het grotendeels van thermiek moeten hebben, zwevers dus, en die steken mekaar gemakkelijk aan. Maar waarnemers die gealarmeerd werden door de horde Kraanvogels, zorgden natuurlijk sowieso al voor heel wat extra speurende ogen. Dat staat garant voor een plotse toename aan waarnemingen van andere grote trekvogels.

Vergeleken met Buizerden, die liefst op het warmere moment van de dag wachten die hen meer thermiek biedt is de Rode Wouw veel meer een actieve trekker. Dat vergroot de kans dat je een Rode Wouw ook ’s morgens kan zien trekken, laag en zuiver op vleugelslag. In tegenstelling tot Kraanvogels, die en masse naar het noorden vliegen waarvan de voorraad op enkele dagen tijd op is, trekt de Rode Wouw meestal solitair en op een veel meer gespreide termijn door: pas rond midden mei zijn de meeste vogels gepasseerd. Nog heel wat kansen dus op een live ontmoeting met deze prachtige, wat exotisch lijkende roofvogel.

Tekst: Gerald Driessens (Natuurpunt Studie)
Foto: Dieder Plu