Gewone grootoorvleermuis

Zwermende vleermuizen op vrijersvoeten

4-SEP-2013 - Eens de warme zomerdag voorbij is, blijft de warmte ’s avonds nog uren nazinderen. Zulke zwoele zomeravonden zijn ideaal om op stap te gaan, op zoek naar een lief. Dat geldt niet alleen voor mensen: ook vleermuizen gebruiken de warme zomeravonden om zich op vrijersvoeten te begeven. Zij zakken dan massaal af naar donkere plaatsen als forten en mergelgroeven om er te gaan zwermen.

Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie (België) en de Zoogdiervereniging op [publicatiedatum]

Eens de warme zomerdag voorbij is, blijft de warmte ’s avonds nog uren nazinderen. Zulke zwoele zomeravonden zijn ideaal om op stap te gaan, op zoek naar een lief. Dat geldt niet alleen voor mensen: ook vleermuizen gebruiken de warme zomeravonden om zich op vrijersvoeten te begeven. Zij zakken dan massaal af naar donkere plaatsen als forten en mergelgroeven om er te gaan zwermen.

Vleermuizen hebben een weinig tot de verbeelding sprekend gezinsleven: in de zomermaanden verblijven mannetjes en vrouwtjes in gescheiden groepen. Ook in de winter is er weinig contact. De dieren slapen doorgaans alleen, al verkiezen sommige soorten in kleine groepjes te slapen. Maar dan gaat het over lethargisch slapen, zonder veel sociale poeha of romantiek. Maar in de nazomer - afhankelijk van de soort van juli tot oktober - zoeken mannetjes en wijfjes elkaar wel op. Overdag zitten de dieren in hun zomerverblijven, de geslachten netjes gescheiden. ’s Avonds vliegen ze uit om op insecten te gaan jagen. Maar ze gaan niet enkel jagen: soms vliegen de dieren tientallen kilometers ver richting winterslaapplaats om te gaan ‘zwermen’. De vrouwtjes nemen hierbij hun jong in hun kielzog mee.

Een klaarwakkere Gewone grootoorvleermuis, klaar om te zwermen (foto: Wout Willems)

Zwermgedrag herken je doordat de dieren schijnbaar lukraak rondvliegen, zowel in als rond gebouwen. Dit zwermen heeft twee functies. Enerzijds gaan de oudere dieren hun winterverblijf inspecteren en verkennen de jongere dieren de locatie. Anderzijds is er een drukke uitwisseling van sociaal contact. Het is nu dat ze het moeten doen, want dit is het enige moment van het hele jaar dat mannetjes en wijfjes aandacht voor elkaar hebben. De mannetjes baltsen en proberen vrouwtjes te lokken om samen de ‘achterste kamertjes’ van het verblijf te gaan verkennen. Dit zwermen is uiteraard een heel belangrijk proces, want zonder zwermen is er geen paring. En voortplanting is nu eenmaal nodig om een soort in stand te kunnen houden.

Zwermende vleermuizen in Klein Heidekamp, Nederland (foto: Bernadette van Noort)

Zwermlocaties van Europees belang
Er zijn in Vlaanderen weinig grote zwermlocaties bekend. Uiteraard verkennen de dieren vooraf  elke winterverblijfplaats, want anders zouden ze er in de winter niet kunnen slapen. Maar in Vlaanderen zijn de meeste winterverblijven klein, met maar een klein aantal dieren (en dan doorgaans nog van verschillende soorten) in bunkers, kelders of ijskelders. Het spreekt voor zich dat de kans op het treffen van een geschikte partner daar niet zo groot is.

Vlaanderen heeft gelukkig ook een aantal grote winterverblijven. De Limburgse mergelgroeven zijn goed voor een kwart van de 13.000 getelde winterslapers in Vlaanderen, en de Antwerpse fortengordels herbergen naar schatting zelfs 6.700 dieren, meer dan de helft dus. In een eerder natuurbericht gaven we aan dat beide locaties van Europees belang zijn voor het voortbestaan van de vleermuizenpopulaties. Het is dan ook vooral in en rond deze mergelgroeven en forten dat er zwermgedrag plaatsvindt. Het aantal dieren dat ’s nachts naar zo’n fort of groeve komt kan variëren. Op sommige locaties komen maar enkele dieren, terwijl op de meest populaire plaatsen soms honderden dieren per nacht passeren.

Ruim de helft van alle Vlaamse vleermuizen overwinteren in de forten rond Antwerpen (foto: Diederik Willems)

Zwermende vleermuizen zijn zeer plaatstrouw. Ze gebruiken dezelfde locaties jaar na jaar, en de ontwikkeling van een nieuwe zwermlocatie duurt jaren. Dit maakt zwermlocaties zeer kwetsbaar. En het maakt de vleermuizen zelf ook kwetsbaar, want zwermen is een noodzakelijk proces voor het voortbestaan van vleermuizen.

De vleermuizen zwermen voornamelijk op duistere plaatsen, en maken daarbij gebruik van zeer grote openingen om fort of groeve binnen te vliegen. Het ondoordacht plaatsen van een hek, het sluiten van een deur of het onoordeelkundig plaatsen van verlichting kan het hele zwermproces in één klap tot nul herleiden. Dit betekent dus dat er zorg gedragen moet worden voor zwermlocaties. werken of ingrepen aan en nabij winterverblijven, zelfs schijnbaar banale, moeten met degelijk advies van vleermuizenkenners gebeuren. En dat is des te belangrijker voor forten en mergelgroeven.

Zwermende vleermuizen in Honswijk, Nederland (foto: Bernadette van Noort)

Zwermende vleermuizen in Nederland
Ook in Nederland vindt dit fenomeen plaats. Ook hier zijn forten en mergelgroeves favoriete zwermlocaties voor veel vleermuissoorten. De topzwermlocaties zijn over het algemeen ook de topwinterlocaties. Toch is het aantal zwermers meestal veel groter dan het aantal gevonden overwinteraars. Waarschijnlijk komen dus ook dieren die elders gaan overwinteren hier deelnemen aan het zwermen en paren. Op sommige forten komen op een goede avond in de nazomer of vroege herfst honderden vleermuizen zwermen. Iedere vleermuizensoort  heeft een eigen voorkeursperiode om te komen zwermen. Zo zul je de ene avond vooral watervleermuizen treffen, terwijl een paar weken later juist veel meer dieren van een andere soort aanwezig zijn. Op een goede zwermlocatie ligt het geschatte totaal op enige duizende zwermende dieren. Overdag zijn in de zwermperiode meestal nauwelijks vleermuizen te vinden op deze locaties. Vooral bij werkzaamheden is het belangrijk om hier rekening mee te houden.

Tekst: Wout Willems, Natuurpunt Studie
Aanvulling Nederlandse situatie: Bernadette van Noort, Zoogdiervereniging
Foto's: Wout Willems, Diederik Willems, Bernadette van Noort