Grutto op paal

Zestig procent meer uitgevlogen grutto’s in 2012

Vogelbescherming Nederland
13-DEC-2012 - Na vele rampzalige jaren hebben de Nederlandse grutto’s een redelijk broedseizoen achter de rug. Dankzij het natte en koude voorjaarsweer zijn er in 2012 maar liefst zestig procent meer gruttojongen uitgevlogen dan in 2011. De grutto deed het vooral goed op de percelen van weidevogelboeren. Deze boeren houden speciaal rekening met weidevogels.

Bericht uitgegeven door Vogelbescherming Nederland [land] op [publicatiedatum]

Na vele rampzalige jaren hebben de Nederlandse grutto’s een redelijk broedseizoen achter de rug. Dankzij het natte en koude voorjaarsweer zijn er in 2012 maar liefst zestig procent meer gruttojongen uitgevlogen dan in 2011. De grutto deed het vooral goed op de percelen van weidevogelboeren. Deze boeren houden speciaal rekening met weidevogels.

Afgelopen broedseizoen zijn er ongeveer 10.500 jonge grutto’s uitgevlogen in Nederland. Dat is zestig procent meer dan in 2011. Dit betere broedresultaat is vooral te danken aan het koude en natte weer in april en de eerste helft van mei. Daardoor werd het gras twee tot drie weken later gemaaid dan normaal. Net voldoende om de opgroeiende gruttokuikens betere overlevingskansen te bieden. Zeker toen daarna een periode met mooi weer aanbrak, en de jongen voldoende insecten konden vinden om op te groeien.

Grutto op paal (foto: Martin Hierck)

Negatieve trend
De grutto was erg toe aan zo’n beter broedseizoen want al jaren gaat de stand bergafwaarts, gemiddeld met zes procent per jaar. De afname komt vooral doordat de grutto’s zich in grote delen van het boerenlandschap niet meer succesvol kunnen voortplanten. Willen ze een kans hebben, dan moet er zeven tot acht weken rust zijn voor het leggen en bebroeden van de eieren en het opgroeien van de kuikens. In het overgrote deel van de Nederlandse graslanden komt zo’n rustperiode niet meer voor. Daarvoor is het graslandbeheer te intensief geworden. Ook zijn er te weinig grote insecten voor de opgroeiende kuikens omdat veel bloemrijke graslanden zijn omgevormd tot bloemloze raaigrasakkers.

Weidevogelboeren bewijzen dat het kan
De grutto kan zich nu alleen nog handhaven op plekken waar boeren rekening met ze houden. Gelukkig bestaan er zulke boeren, maar helaas zijn ze sterk in de minderheid. Vandaar de voortgaande afname. Dat de grutto een toekomst kan hebben in Nederland bleek in 2012 op de weidevogelboerderijen die door Vogelbescherming Nederland worden ondersteund. Deze weidevogelboeren zorgen voor natte graslanden, sparen hun bloem- en insectenrijke graslanden en maaien laat. In 2012 hadden 47 weidevogelboeren ruim zeven procent meer gruttoparen dan in 2011. Gemiddeld hadden ze 22 paren op hun boerderij.

Grutto’s in vlucht (foto: Jouke Altenburg)

Nederland heeft een sleutelrol
Op grond van de totaalcijfers is 2012 een redelijk succesvol jaar voor grutto’s. Maar waarschijnlijk is de aanwas niet groot genoeg om verdere krimp van de gruttopopulatie in Nederland te voorkomen. Daarvoor zullen meerdere goede broedseizoenen moeten volgen. De grutto gaat dus nog steeds achteruit in Nederland. Vogelbescherming blijft zich daarom actief inzetten voor de realisatie van weidevogelkerngebieden. Gebieden met een relatief hoog waterpeil met bloemrijke graslanden waar laat gemaaid wordt. Niet alleen omdat Nederland voor de grutto een sleutelrol vervult (vijftig procent van de Europese populatie broedt in Nederland), maar ook omdat in het kielzog van de grutto tal van andere karakteristieke weidevogels in aantal afnemen, zoals de scholekster en de veldleeuwerik.

Tekst: Vogelbescherming Nederland
Foto's: Martin Hierck, Jouke Altenburg