Dwergvleermuizen in opvangcentrum

299 dwergvleermuizen nipt ontsnapt aan de dood

25-APR-2013 - Het moet schrikken geweest zijn voor de arbeiders die het gebouw in de Kortrijkse stationsbuurt afbraken: enkele honderden vleermuizen schuilden achter de isolatiepanelen! Een pientere arbeider nam contact met het Opvangcentrum voor vogels en wilde dieren (VOC) in Beernem.

Bericht uitgegeven door Vleermuizenwerkgroep Natuurpunt [land] op [publicatiedatum]

Het moet schrikken geweest zijn voor de arbeiders die op 20 maart 2013 het gebouw in de Kortrijkse stationsbuurt aan het afbreken waren: achter de piepschuimen isolatiepanelen tussen de binnenwanden en de buitenmuren bleken enkele honderden vleermuizen te schuilen. Een pientere arbeider nam contact met het Opvangcentrum voor vogels en wilde dieren (VOC) in Beernem.

Enkele uren later herbergde het VOC maar liefst 338 dwergvleermuizen. Een aantal vleermuizen op de werf was toen al weggevlogen, en later die avond telde een arbeider er nog eens vijfentwintig. Die waren door de werken al zodanig actief geworden, dat besloten werd om ze te laten vliegen. Samengeteld moeten op die plek dus bijna 400 dwergvleermuizen - tenminste tijdelijk - overwinterd hebben. Uit nader onderzoek bleek het vooral om Gewone dwergvleermuizen (Pipistrellus pipistrellus) te gaan maar in de groep zaten ook vier Ruige dwergvleermuizen (Pipistrellus nathusii). De groep telde iets meer dan een derde mannetjes en iets minder dan twee derde vrouwtjes. Van dwergvleermuizen bestaat het vermoeden dat ze - naast natuurlijke plekken zoals grotten of boomholten - in onze streken vooral in nauwe ruimtes in gebouwen overwinteren, maar jammer genoeg is dat erg moeilijk te onderzoeken. Er zijn dus enkel anekdotische waarnemingen zoals deze.

Vleermuizen in opvangcentrum (Foto: Bob Vandendriessche)
De omvang van deze groep overwinterende dwergvleermuizen is overigens ongezien in Vlaanderen. Meestal gaat het om enkele exemplaren, een enkel keer om enkele tientallen. De geredde vleermuizen konden in het VOC hun winterslaap verder zetten. Door de uitzonderlijk lange winter moesten de vleermuizen nog bijna vier weken  overbruggen vooraleer ze konden worden vrijgelaten. Hiervoor werden ze in de kelder van het VOC, bij een temperatuur van ongeveer 5 à 8°C, gehuisvest in speciale houten kisten, voorzien van hangmogelijkheid in de vorm van katoenen doeken. Daar hingen de vleermuizen dan in trosjes bijeen.

Vooraleer de dieren konden worden gelost, werden ze nog enkele dagen bijgevoederd. Tegelijkertijd werden alle exemplaren op soort en geslacht gebracht en werden ze gemeten en gewogen. Aan de hand hiervan kan men de gezondheid van de diertjes nagaan. Gedurende hun vier weken lange verblijf, konden de dieren ook steeds zelfstandig water drinken wanneer ze daar behoefte aan hadden.

Fysieke conditie van de opgevangen Gewone dwergvleermuizen (Grafiek: Jill Eeckhout)
Uiteindelijk overleefden 34 van de 338 vleermuizen de laatste vier weken van de winterslaap niet (bij aankomst bleken al vijf dieren dood te zijn). Met een sterftecijfer van 10% kan de reddingsoperatie als zeer geslaagd worden bestempeld. Ook in natuurlijke omstandigheden loopt de mortaliteit onder winterslapende dwergvleermuizen immers op tot enkele procenten.

 De 299 geredde dwergvleermuizen werden op 18 april in een speciale vleermuizenkast overgebracht naar een stadspark in Kortrijk. Daar kreeg de kast een plek aan een populier, nabij een grote vijver en konden de dieren uitvliegen. Dit haalde zelfs het journaal van de VRT! Deze parkomgeving is geschikt als jachtgebied voor dwergvleermuizen, en verondersteld wordt dat de dieren deze omgeving ook kennen. Maar wellicht zullen de meeste dieren nu toch snel hun vertrouwde zomerkolonie terug opzoeken. Het is mogelijk dat al deze dwergvleermuizen tot eenzelfde zomerkolonie behoorden, maar zij kunnen evengoed uit meerdere zomerkolonies komen. Dit is erg moeilijk te achterhalen. De komende weken zullen de dieren op hun nieuwe stek opgevolgd worden om te zien of ze het goed stellen.

Tekst: Bob Vandendriessche & Jill Eeckhout, Vleermuizenwerkgroep Natuurpunt vzw