Aziatische goudplevier, Ottersaat, Texel, 3 augustus 2013

Aziatische goudplevier: een verloren Nederlandse trekvogel?

Vogelbescherming Nederland
20-AUG-2013 - Op Texel verblijft al sinds 24 juli een Aziatische goudplevier. Een zeldzame vogel, dwaalgast uit de toendra’s van Noord-Siberië. Maar de Aziatische goudplevier is niet zomaar een dwaalgast. Het heeft er de schijn van dat de soort vroeger een regelmatig voorkomende trekvogel in het Nederlandse waddengebied was. Friese wilsterflappers waren bekend met de soort en vingen ze met enige regelmaat.

Bericht uitgegeven door Vogelbescherming Nederland op 20 augustus 2013

Op Texel verblijft al sinds 24 juli een Aziatische goudplevier. Een zeldzame vogel, dwaalgast uit de toendra’s van Noord-Siberië. Maar de Aziatische goudplevier is niet zomaar een dwaalgast. Het heeft er de schijn van dat de soort vroeger een regelmatig voorkomende trekvogel in het Nederlandse waddengebied was. Friese wilsterflappers waren bekend met de soort en vingen met enige regelmaat 'lytse swarte'.

Op 24 juli 2013 ontdekte de Texelse vogelaar Arend Wassink een Aziatische goudplevier Pluvialis fulva in Ottersaat. De vogel was toen nog half in zomerkleed en betreft vanwege de geringe hoeveelheid zwart op de kop en de onderzijde wellicht een vrouwtje. De zeldzame plevier verblijft er nu al vier weken en is vaak in de plasjes tegen de dijk aan te zien. In vergelijking met de algemene goudplevier heeft de Aziatische een langere en dikkere snavel, langere poten en grotere ogen. Hij is ook kleiner en heeft geen witte, maar licht grijsbruine ondervleugels. Er zijn nog veel meer subtiele verschillen met de goudplevier, onder andere in de tekening van de vleugeldekveren. In vlucht is de vogel duidelijk slanker dan een goudplevier. De poten steken buiten de staart uit.

Aziatische goudplevier, Ottersaat, Texel, 26 juli 2013 (foto: Eric Menkveld)

Golfbanen op Hawaï
Het broedgebied van de Aziatische goudplevier strekt zich uit van de toendra’s oostelijk van het Yamal Schiereiland tot in het westen van Alaska. Het overlapt in het westen met die van de goudplevier, in het oosten met die van de Amerikaanse goudplevier. De soort heeft een immens groot overwinteringsgebied, van de Hoorn van Afrika oostelijk tot Australië, Nieuw-Zeeland en de Zuid-Pacifische eilanden en legt tijdens de trek enorme afstanden af. Op Hawaï worden ze vaak op golfbanen gezien.

Aziatische goudplevier, Ottersaat, Texel, 3 augustus 2013 (foto: Eric Menkveld)

Vroeger een wintervogel
De Aziatische goudplevier wordt sinds 1990 bijna jaarlijks in Nederland opgemerkt. In sommige jaren worden er meerdere gezien, zoals in 2012. Toen verbleven er op Texel zelfs drie, misschien vier exemplaren tegelijk. In de periode van 1940 tot 1989 werden helemaal geen Aziatische goudplevieren gezien. Maar in de periode voor 1940, en dan vooral vóór 1920, werd de soort regelmatig gevangen door Friese “wilsterflappers” (goudpleviervangers). Deze vogels werden destijds vooral in de late herfst en winter gevangen, terwijl de soort de laatste decennia vooral in de zomer wordt gezien. Het betreft dan volwassen vogels, die eerder wegtrekken dan jonge, eerstejaars vogels. Juli is verreweg de beste maand om een Aziatische goudplevier te vinden, gevolgd door augustus en september.

Lytse swarte
Het zou dus zomaar kunnen dat de Aziatische goudplevier vroeger veel vaker voorkwam in Nederland. Friese wilsterflappers waren bekend met ‘kleine goudplevieren’, waarvoor zij diverse namen hadden, zoals ‘swarte petsjes’ of ‘lytse swarte’. Ze werden gevangen met goudplevieren voor de consumptie en zijn eenvoudigweg verdwenen in de pot. Diverse verzamelde, gebalgde of opgezette vogels uit die tijd zijn verdwenen en niet meer traceerbaar. De ‘lytse swarte’ werden vooral in de winter gevangen, vlak vóór en tijdens vorstinvallen. De vogels zouden dan uit de Waddenzee komen en het binnenland intrekken. ’s Zomers werden geen wilsters geflapt; dit verklaart waarom er vroeger geen gevallen uit de zomer bekend zijn. Want vogelaars die de soort konden herkennen waren er toen niet.

Wintervet
Goudplevierkenners Theunis Piersma en Joop Jukema suggereren in hun geweldige boek Goudplevieren en wilsterflappers (KNNV-uitgeverij, 2001) dat vroeger de meest westelijke populaties van de Aziatische goudplevier naar het westen trokken, naar het Nederlandse waddengebied en verder naar de Britse eilanden. Deze vogels waren zwaarder bevederd en bouwden wintervet op, kenmerken van wadvogels die overwinteren op de gematigde breedte. Deze vogels zouden zelfs tot een aparte ondersoort kunnen behoren.

Verdwenen of gedecimeerd?
We zullen het niet weten. Het heeft er alle schijn van dat die westelijk trekkende populatie is verdwenen. Of …gedecimeerd? Frappant is dat vorige zomer twee Aziatische goudplevieren werden ontdekt op een hoogwatervluchtplaats op Texel, in de Slufter. Vogels die afkomstig zijn uit foerageergebieden in de Waddenzee. Zijn deze zomerse Aziatische goudplevieren de laatste vogels van deze verloren geachte populatie, de laatste der Mohikanen? Of “gewoon, dwaalgasten” uit de meer oostelijke populaties?

Op www.dutchavifauna.nl kunt u zien waar en wanneer in Nederland Aziatische goudplevieren zijn waargenomen.

Tekst: Ruud van Beusekom, Vogelbescherming Nederland
Foto's: Eric Menkveld