Elzenuil: vogelstrontje of supergiftig?
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]
Op 14 juni 2014 vond Marc Gorrens tijdens snoeiwerken in zijn tuin te Oelegem (Antwerpen) een opvallende rups. Niet de minste: de Elzenuil, een zeldzame nachtvlinder waarvan de rups er spectaculairder uitziet dan de vlinder. In erg verschillende opzichten is dit een bijzondere waarneming. En waarom ziet die rups er zo opmerkelijk uit?
Een rups van de Elzenuil in de beukenhaag: heeft die zich misschien vergist? Helemaal niet, Elzenuil is niet de best gekozen naam (hoewel ook de wetenschappelijke en anderstalige namen naar els verwijzen: Acronicta alni, Alder Moth, etc.). De rupsen zitten vaak op Zwarte els, maar ook wel op berk, hazelaar of andere loofbomen, in dit geval beuk (Fagus). Vanuit geografisch oogpunt is dit ook een opmerkelijke waarneming. In de provincie Antwerpen komt de Elzenuil nauwelijks voor en zijn de gekende vindplaatsen beperkt tot de Noorderkempen (Meer) en het oosten van de provincie (Mol, Geel). Dat er nu een rups opduikt in het westen van de provincie is verrassend, vooral omdat Oelegem vlak bij het Zevenbergenbos in Ranst ligt, dat met een nachtvlinderlijst van 720 soorten (maar geen Elzenuil) één van de best geïnventariseerde gebieden is.
Ook elders in Vlaanderen wordt de Elzenuil slechts sporadisch gezien en wordt ze vooral in meest geschikte natuurgebieden gezien (bijvoorbeeld in het Walenbos en het Hallerbos). Dat deed de indruk ontstaan dat de Elzenuil een indicator was voor waardevolle, vochtige bossen was. Met een rupsenvondst in een beukenhaag in een ‘gewone’ tuin in een ‘gewone’ wijk moet zo’n idee weer wat worden bijgesteld. Het doet ook vragen rijzen over de status van de Elzenuil: waarom is die eigenlijk zo zeldzaam? De vlinder komt goed op licht af en de rups is onmiskenbaar: de kans dat hij vaak over het hoofd gezien wordt, is dus klein. En aan de zeldzaamheid van een bepaalde waardplant kan het ook al niet liggen.
Ook op fenologisch vlak is dit een bijzondere vondst. De rups op de foto’s is namelijk nagenoeg volgroeid. Normaal bevinden rupsen van de Elzenuil zich pas eind juli of in augustus in dat stadium. Deze zit dus een maand voor op schema.
Het is aan de rups goed te zien in welk stadium ze zich bevindt. Jonge rupsen zien er totaal anders uit dan volgroeide rupsen. De Elzenuil wisselt in het rupsenstadium namelijk van strategie. De jongere rupsen zijn bruin-wit getekend en imiteren op die manier een vogelpoepje. In de laatste stadia zijn de rupsen veel opvallender en dragen ze waarschuwingskleuren. Waarom combineert de Elzenuil beide strategieën in het rupsenstadium, vroegen ook wetenschappers zich af. Wordt de rups giftig naarmate ze ouder wordt? Dat werd recent onderzocht door Finse onderzoekers.
De reden voor de strategiewissel blijkt te schuilen in een veranderend gedrag. Jonge rupsen foerageren wel, maar bewegen daarbij relatief weinig. Dat maakt hen in staat een onbeweeglijk object te imiteren, dat voor predatoren oninteressant is: een vogelstrontje. Maar in latere stadia worden ze beweeglijker, zeker als ze op zoek gaan naar een goede plek om te verpoppen. Dan zijn geel-zwarte kleuren interessanter. Giftig is de rups niet echt, maar de geel-zwarte kleuren zorgen er wel voor dat vogels de rups links durven te laten liggen, zo bleek uit experimenten met mezen. Jonge rupsen die aan de mezen werden voorgeschoteld, werden meteen verorberd. In de natuur komt het er voor die jonge rupsen op aan om niet als rups herkend te worden.
Tekst: Wim Veraghtert, Natuurpunt Studie
Foto: Marc Gorrens, Paul Wouters & Marianne Horemans
Referentie: Valkonen J.K., Nokelainen O., Jokimäki M. e.a. 2014. From deception to frankness: Benefits of ontogenetic shift in the anti-predator strategy of alder moth Acronicta alni larvae. Current Zoology 60(1): 114-122