Vlaamse rivieren vol Chinezen
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]
Na een natte augustus staan zachte herfstweekends garant voor aanzienlijke hordes wandelaars en fietsers. Ze worden niet zelden opgeschrikt door ‘gewapende reuzenspinnen’. Echte spinnen zijn het gelukkig niet, het gaat om migrerende Chinese wolhandkrabben. Ondertussen is het een jaarlijks weerkerend fenomeen geworden. De gevreesde exoot zal in de nabije toekomst alsmaar grotere delen van Vlaanderen overspoelen.
De Chinese wolhandkrab is een grote zoetwaterkrab die van nature in de getijdenrivieren, mondingen en kustgebieden van Oost-Azië leeft. In 1912 belandde ze voor het eerst in Europa. Meerdere krabben werden toen samen met het ballastwater van een schip geloosd in de Weser, een rivier in Duitsland. Van daaruit, maar ook aan boord van andere schepen, begon de kolonisatie. Ze kunnen overleven in vervuild water, maar de verbeterende waterkwaliteit heeft haar zijwaartse opmars alleen maar versneld. De eerste waarneming in België dateert van 1933, toen de eerste krabben opdoken in het Antwerpse havengebied.
Grote exemplaren van de wolhandkrab hebben een lichaamsschild van om en bij de 7 cm. Maar het meest indrukwekkend zijn de lange spinachtige poten, waarmee je al snel tot zo’n 30 à 40 cm krab komt. Chinese wolhandkrabben zijn schuw en laten zich bij de minste verstoring in het water vallen. Wanneer ze niet snel kunnen ontsnappen, nemen ze hun imposante dreighouding aan: verticaal op de achterpoten met de open scharen dreigend in de lucht. Daarmee kunnen ze een pijnlijke kneep uitdelen maar aanvallen doen ze niet. Hun naam hebben ze te danken aan de rijen ruige haren op poten en scharen. De scherpe nagels laten hen toe om op steile wanden te klauteren.
Echte natuurlijke vijanden heeft de Chinese wolhandkrab niet, zodat ze hun territorium en populatie ongestoord kunnen uitbreiden. Toch kon in Lier meermaals worden vastgesteld dat Kleine mantelmeeuwen en Zilvermeeuwen graag overgaan tot de aanval; ze plukken een krab uit het ondiepe water, bijten de scharen af met hun krachtige snavel en doen zich dan tegoed aan de hulpeloos spartelende krab. Kraaien snoepen graag mee van de achtergebleven resten.
In China zijn wolhandkrabben een grote delicatesse, maar bij ons worden ze minder warm onthaald. Binnen de Chinese cultuur geloven ze dat Wolhandkrabben een ‘yin’ effect hebben op het lichaam, en de krabben worden dan ook op bijna elke hoek van de straat verkocht. In Chinese metro's staan er zelfs automaten waarin levende krabben verkocht worden (in winterslaap, op een temperatuur van 5°C). In Europa lijkt de krab minder populair. Een onderzoek van de Nederlandse overheid toonde aan dat de meeste Nederlanders niet staan te springen om de Chinese Wolhandkrab op hun bord te krijgen. Zij willen liever eenvoudigere dingen op het menu.
Bovendien is het diertje niet zo onschuldig als het lijkt. De schade aan de riviervisserij is aanzienlijk: ze eten het aas op en vernielen visnetten en fuiken. Dat ze gretig vissen en hun prooidieren oppeuzelen is al een ecologisch pijnpunt op zich, maar dat ze ook eieren en larven van vissen lusten, maakt dat ze voor grote vissoorten evenwel een aardige bedreiging vormen. Met hun holen ondergraven ze bovendien de stabiliteit van dijken en oevers.
Export van Wolhandkrabben naar China zou een oplossing kunnen bieden om de invasieve soort bij ons onder controle te houden. De vraag naar wolhandkrabben is in China ontzettend hoog en de dieren worden alsmaar zeldzamer in de Chinese waterlopen. Doordat de soort bij ons ongestoord haar gang kan gaan, lopen onze waterlopen alsmaar voller met de diertjes. Ze vangen en naar Azië exporteren, zou de expansie kunnen stoppen en zelfs terugdringen. De trek in het najaar zou daarvoor alvast het meest geschikte moment zijn.
Exoot gezien?
De intensieve aanpak van exoten van dit kaliber dringt zich zeker op. Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) monitort de meest schadelijke soorten. Zie je zelf ChineseWolhandkrabben of andere invasieve exoten, meld dit dan via www.waarnemingen.be. Via die meldingen wordt een beter beeld verkregen van de verspreiding in Vlaanderen en kunnen lokale maatregelen overwogen worden.
Tekst: Gerald Driessens
Foto: Dieder Plu