Tijgertaaiplaat

Tijgertaaiplaat, een paddenstoel van tegenstellingen

Nederlandse Mycologische Vereniging
25-JUN-2014 - Tijgertaaiplaten kunnen van eind maart tot begin december worden gevonden met twee duidelijke pieken. De eerste in het voorjaar met een piek rond half mei en de tweede in de herfst met een piek eind september. De Tijgertaaiplaat leeft op dood loofhout en veroorzaakt witrot op stammen, stronken en takken. Soms wordt hij gevonden op dode delen van levende bomen maar de Tijgertaaiplaat mist het vermogen om levend hout aan te tasten.

Bericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging [land] op [publicatiedatum]

Tijgertaaiplaten kunnen van eind maart tot begin december worden gevonden met twee duidelijke pieken. De eerste in het voorjaar met een piek rond half mei en de tweede in de herfst met een piek eind september. De Tijgertaaiplaat leeft op dood loofhout en veroorzaakt witrot op stammen, stronken en takken. Soms wordt hij gevonden op dode delen van levende bomen maar de Tijgertaaiplaat mist het vermogen om levend hout aan te tasten.

De Tijgertaaiplaat (Lentinus tigrinus) heeft een witachtige hoed met radiaal gerangschikte, grijsbruine of sepiabruine, aangedrukte schubben. De gerangschikte schubben geven de paddenstoel een getijgerd gestreept uiterlijk waaraan hij zijn Nederlandse naam heeft te danken. De steel kan wit zijn, maar is meestal bezet met kleine, zwartbruine schubjes. De plaatjes lopen af op de steel en hebben een gezaagde rand. Bij ouderdom verkleuren de plaatjes van wit naar okergeel. Het vlees van de Tijgertaaiplaat is taai en weerbarstig maar het heeft een aangename, fruitige geur en een milde smaak.

Tijgertaaiplaat (foto: Martijn Oud)

Tegenstellingen
De Tijgertaaiplaat is een paddenstoel van tegenstellingen. Hoewel tijgerhaaiplaten duidelijk plaatjes bezitten of iets wat er op lijkt (plooien) worden ze toch tot de buisjeszwammen (Polyporen) gerekend. De buisjeszwammen vallen weer onder de plaatjesloze vlieszwammen. Ook de plaatsen waar tijgertaaiplaten worden gevonden zijn nogal in strijd met elkaar.

Vóórkomen
Het veelvuldig voorkomen van de Tijgertaaiplaat in het rivierendistrict is duidelijk te zien op zijn verspreidingskaartje. Tijgertaaiplaten worden vooral op dode wilgen- en populierenstammen gevonden die half in het water, de bagger of op de vochtige grond liggen. Vooral in het rivierendistrict vind je dit vochtige hout. Na zware regenval of dooi treden rivieren buiten hun oevers en worden takken en stammen, soms zelfs complete bomen door de stroming meegevoerd. Als het rivierpeil daarna weer normaliseert komt het meegevoerde hout vervolgens in buitendijkse ooibossen, droogvallende geulen, oevers, geïnundeerde gebieden, enzovoort te liggen. Ook worden ze wel gevonden op houten beschoeiingen net boven de waterspiegel van beken, rivieren, sloten en kanalen. Dit zijn de geëigende locaties voor tijgertaaiplaten zou je zeggen.

Het is bijna niet uit te leggen dat tijgertaaiplaten ook voorkomen op droge voedselarme zand en leembodems. Een groter verschil in habitat is nauwelijks denkbaar.

Rode Lijst
De Tijgertaaiplaat komt bijna wereldomvattend in gematigde streken voor behalve in Afrika. Tijgertaaiplaten zijn in Nederland niet zeldzaam, maar er is een duidelijke afnemende trend in zijn voorkomen geconstateerd. De oorzaak hiervan is niet helemaal duidelijk. De Tijgertaaiplaat is daardoor als kwetsbaar op de Rode Lijst beland.

Kweek
In verschillende landen wordt geëxperimenteerd met het kweken van tijgertaaiplaten voor allerlei doeleinden. De Tijgertaaiplaat wordt beschouwd als een veelbelovende soort met mogelijkheden voor commerciële productie. Zo worden uit de Tijgertaaiplaat wel aromatische stoffen en antioxidanten gewonnen.

De Tijgertaaiplaat wordt gekweekt op balen nat zaagsel. Hij verdraagt het toevoegen van allerlei smaakstoffen tijdens de kweek goed. Dat moet ook wel want van nature heeft de Tijgertaaiplaat weliswaar een milde smaak en aantrekkelijke, fruitige geur maar daar is ook alles mee gezegd. In Nederland beschouwen we de Tijgertaaiplaat als oneetbaar vanwege zijn taaie vlees en verdacht vanwege het veroorzaken van indigestie.

Tekst en foto: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging