Jaar van de Steenmarter: mei
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]
De Steenmarterjongen beginnen actiever te worden en verorberen voor het eerst vast voedsel, aangebracht door de moeder. In de loop van de maand zullen ze ook voor de eerste keer de buitenwereld verkennen. Ze volgen hun moeder op de voet en leren van haar acties. In het begin zijn deze uitstapjes van korte duur. Maar hoe ouder de jongen worden, hoe verder ze zich van het nest kunnen begeven. De moeder blijft ook in mei druk in de weer met het verzorgen van haar jongen en het bewaken van haar territorium.
De overgang van moedermelk naar vast voedsel gaat geleidelijk, net als het verkennen van de buitenwereld. De moeder laat af en toe het voedsel liggen bij de ingang van het nest, de jongen moeten dit dan buiten gaan ophalen. Uiteindelijk mogen ze ook echt met de moeder op stap. Steenmarters hebben geurklieren op hun poten. Hiermee maken ze hun buren duidelijk dat het gebied nog steeds bewoond is en ze niet welkom zijn. Dit is echter ook handig voor jonge steenmarters die het spoor van hun moeder niet willen verliezen.
Steenmarterjongen beginnen na 2 maand hun fysieke capaciteiten naar het volgende niveau te tillen. Moeilijk bereikbare plaatsen worden toegankelijk omdat ze het springen en klimmen onder de knie beginnen krijgen. Ze kunnen ook onder toeziend oog van de moeder proberen hun eerste prooien te verschalken.
Eind mei zullen de andere schuilplaatsen in het gebied van de moeder weer gebruikt worden, na 2 maanden zijn ze niet meer gebonden aan de geboorteplek van de jongen. De voorkeuren van de moeder worden doorgegeven aan de volgende generatie wanneer de jonge Steenmarters later hun eigen stek gaan zoeken. Een moeder die vaak gebruik maakt van vegetatie zal deze gewoonte dus doorgeven aan haar jongen. Met andere woorden: de kans is er dat een Steenmarter die niet graag in bewoonde gebouwen zit dit zal doorgeven aan de volgende generatie.
Tekst: Jens Warrie, Natuurpunt Studie
Foto: Frank Vanmuysen