Ewijkse Plaat

Veiligheid en natuur gaan samen op de Ewijkse Plaat

ARK Rewilding Nederland
30-NOV-2014 - Rijkswaterstaat heeft in november de cyclische verjonging van de Ewijkse Plaat afgerond. Door twee dwarsgeulen en een diagonaalgeul over dit zandige schiereiland te graven is de lokale wateropstuwing weer geneutraliseerd.

Bericht uitgegeven door ARK [land] op [publicatiedatum]

Rijkswaterstaat heeft in november de cyclische verjonging van de Ewijkse Plaat afgerond. Door twee dwarsgeulen en een diagonaalgeul over dit zandige schiereiland te graven is de lokale wateropstuwing weer geneutraliseerd.

Meer veiligheid
De Ewijkse Plaat ligt laag en is niet omgeven door een zomerkade. Hierdoor stroomt tijdens hoogwater een relatief groot gedeelte van het water over de plaat en bezinkt hier veel zand. Meer dan 40.000 kubieke meter zand is hier sinds de laatste zandafgraving in 1989 afgezet. Rijkswaterstaat heeft vastgesteld dat door deze aanzanding en door ooibosontwikkeling het hoogwaterpeil 2 tot 3 centimeter werd opgestuwd in vergelijking met het referentiejaar 1997. De veiligheid is dus een klein beetje afgenomen.

Nieuwe geulen op de Ewijkse Plaat (foto: Twan Teunissen)

Om deze waterstandsverhoging teniet te doen is er een uitgekiende verjongingskuur door Rijkswaterstaat uitgevoerd; cyclische verjonging. Ooit ruimde de rivier zelf grote hoeveelheden zand en bos op. Door meandering werden oeverwallen opgeruimd en tijdens strenge winters zorgde ijsgang dat delen van het ooibos werden weggevaagd. Het project Cyclische verjonging stelt dat de rivier nu te sterk beteugeld is om zelf nog het aangeslibde zand op te ruimen. Daarom bootst men deze gewenste erosie kunstmatig na met het graven van geulen over de Ewijkse Plaat. Dat geeft het hoogwater weer de benodigde extra ruimte.

Nieuwe geulen op de Ewijkse Plaat (foto: Johan Bekhuis)

Veiligheid en natuur gaan samen
Na de laatste grote zandafgraving in 1989 kreeg de natuur vrij spel op de Ewijkse Plaat. ARK startte er het eerste voorbeeldgebied voor natuurontwikkeling langs de rivieren. Vanaf dat moment wordt het gebied begraasd door konikpaarden en runderen. Op de slikkige lage delen langs de Ewijkse Strang kiemde ooibos met schietwilgen en zwarte populieren. Op de zandige oeverwal ontwikkelden zich bloemrijke graslanden en er groeien wat zwarte populieren en bittere wilgen. De Ewijkse Plaat is een bijzonder gebied geworden, er zijn bijzondere planten gaan groeien zoals rivierkruiskruid, knolribzaad, wilde marjolein en op maar weinig plekken groeien zulke grote aantallen brede ereprijs als hier. Op de ruige delen van de plaat broeden nu roodborsttapuiten en sprinkhaanzangers en waar kaal zand ligt leven kleine plevieren. Het zou jammer zijn als dit alles weggevaagd zou worden.

Het graven van de geulen over de Plaat biedt een oplossing voor het spanningsveld tussen natuurontwikkeling en ruimte voor het water. Door de Plaat niet meer als een pannenkoek integraal af te schrapen maar de extra ruimte voor het water in de vorm van geulen te realiseren, doet men beter recht aan de rivierprocessen. Zo zou de rivier het ook doen als hij de kans kreeg. Bovendien kan de bijzondere plantengroei op de Ewijkse Plaat op deze wijze grotendeels gespaard blijven en zich verder ontwikkelen. Tegelijkertijd kunnen in de geulen karakteristieke pioniervegetaties ontstaan met bijzondere soorten als slijkgroen en bruin cypergras.

De op de Ewijkse Plaat opgedane ervaringen met cyclische verjonging worden ingezet voor beheersmaatregelen elders langs de grote rivieren. In dit project werkt Rijkswaterstaat samen met Radboud Universiteit Nijmegen, Staatsbosbeheer, ARK Natuurontwikkeling.

Zelf het resultaat zien? Dat kan, de Ewijkse Plaat is vrij toegankelijk, meer informatie op de website over de Beuningse Uiterwaarden.

Tekst: Johan Bekhuis, ARK Natuurontwikkeling
Foto's: Twan Teunissen, ARK Natuurontwikkeling; Johan Bekhuis, ARK Natuurontwikkeling