Grauwe Kiekendief 'Edwin' in Sengal jagen op sprinkhanen

Grauwe Kiekendieven moeten aan het einde van de winter harder werken

Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels
19-SEP-2016 - Grauwe Kiekendieven moeten aan het einde van hun overwintering in de Sahel harder werken om aan voedsel te komen. Onderzoekers van Werkgroep Grauwe Kiekendief en de Rijksuniversiteit Groningen beschrijven in een wetenschappelijke publicatie in het Journal of Animal Ecology dat dit negatieve effecten heeft op hun vertrektijd uit Afrika, en daarmee op hun aankomsttijd in het broedgebied.

Zoals veel van onze trekvogels overwinteren Grauwe Kiekendieven in Afrika zuidelijk van de Sahara in de Sahel. Ondanks dat “onze” vogels daar zes maanden en hier in het broedgebied slechts vier maanden van het jaar doorbrengen, weten we veel minder over hun levenswijze in de winter en daardoor ook niet welke bedreigingen ze daar tegenkomen, en hoe die zijn te verhelpen. 

Moreau’s Paradox van overwinteren in de droge Sahel

Grauwe Kiekendieven arriveren in het najaar aan het einde van de regentijd in de Sahel, een gebied dat dan groen is en vol van leven. In de loop van de overwinteringsperiode van onze trekvogels droogt de Sahel in toenemende mate uit. Vanuit de rand van de woestijn trekt de droogte naar het zuiden en de overwinteringsgebieden worden steeds droger en bruiner. Hoe kunnen al die trekvogels in deze gebieden overwinteren en zich vervolgens in de slechtst mogelijke periode voorbereiden op hun voorjaarstrek naar de Europese broedgebieden? Dit was een raadsel voor R.E. Moreau, de fameuze Britse ornitholoog die deze vraag al 1972 in zijn bekende boek “The Palaearctic-African Bird Migration Systems” stelde.

Boom in het gebied Kaffrine in Senegal in 2014 en 2015, halverwege en aan het einde van de overwinteringsperiode van Grauwe Kiekendieven. 

Onderzoek in de overwinteringsgebieden in Senegal

Grauwe Kiekendieven eten tijdens de winter voornamelijk lokale sprinkhaansoorten. Deze sprinkhanen zijn voor hun voedsel afhankelijk van groene vegetatie en komen in grotere aantallen voor als een gebied groener is. Om te begrijpen hoe kiekendieven het voor elkaar krijgen om in het voorjaar in goede conditie te komen voor de lange trektocht, hebben we tijdens veldwerk in Senegal het voedselaanbod gemeten. Op transectlijnen van 100 meter lengte telden we alle sprinkhanen. De tellingen deden we in januari (halverwege de overwintering) en herhaalden we eind maart (rond de vertrektijd van de vogels) in 2014 en 2015. In totaal zijn 2193 transecten geteld in vijf overwinteringsgebieden. Al tijdens de tellingen constateerden we dat het aantal sprinkhanen aan het einde van de winter behoorlijk verminderde. Waar je in januari nog tientallen of zelfs honderden sprinkhanen per honderd meters telde, kwam je er in maart slechts enkele of helemaal geen één meer tegen. Door gebruik te maken van satellietbeelden konden we laten zien dat er minder sprinkhanen waren als het minder groen was.

Het Oost-Groningse mannetje Grauwe Kiekendief 'Edwin' op jacht naar sprinkhanen in zijn overwinteringsgebied in Senegal. Zijn gedrag is in detail vastgelegd door de GPS-logger op zijn rug. 

Grauwe Kiekendieven van Afrika naar Nederland

Grauwe kiekendieven die uitgerust waren met GPS-loggers overwinterden soms in gebieden die heel erg uitdroogden in de winter, terwijl andere individuen op groener blijvende plekken overwinterden. Met de GPS-loggers konden we precies meten hoeveel tijd iedere vogel per dag besteedde aan voedselzoeken. Vooral de kiekendieven die in de droogste gebieden overwinterden moesten steeds meer uren vliegen om voldoende voedsel te vinden, tot soms wel een verdubbeling van de voedselzoektijd.

Carry-over effecten

Kiekendieven moeten dus in hun laatste wintergebied steeds harder werken om genoeg voedsel te vinden, en dit heeft uiteindlijk ook een effect op hun vertrektijd. Hoewel kiekendieven dus harder werkten voor hun voedsel in een droger gebied, was dit onvoldoende: ze konden pas later op trek naar hun broedgebieden, waar ze vervolgens ook later arriveren. Aangezien vroeg in het broedgebied arriverende vogels meestal succesvoller zijn doordat ze betere territoria, partners en gezondere jongen hebben, is het duidelijk nadelig om in een droog gebied te overwinteren. Helaas verslechteren veel gebieden in Afrika voor overwinterende vogels, als gevolg van de sterke bevolkingsgroei die leidt tot overbegrazing, houtkap en woestijnvorming. Beschermen van trekvogels in de broedgebieden heeft daardoor alleen echt resultaat wanneer ook hun leefgebied in Afrika beschermd kan worden.

 Vertrekdatum van Grauwe Kiekendieven uit hun wintergebied in relatie tot de groenschaal van de vegetatie. NDVI=normalized difference vegetation index.

Publicatie:

How individual Montagu’s Harriers cope with Moreau’s Paradox during the Sahelian winter
Schlaich, A.E., Klaassen, R.H.G., Bouten, W., Bretagnolle, V., Koks, B.J., Villers, A. & Both, C. 2016. Journal of Animal Ecology. DOI: 10.1111/1365-2656.12583


Een pdf van deze publicatie is te downloaden via Journal of Animal Ecology

Tekst: Almut Schlaich, Werkgroep Grauwe Kiekendief; Christiaan Both, Rijksuniversiteit Groningen
Foto's: Ben Koks; Almut Schlaich
Grafiek: Werkgroep Grauwe Kiekendief