Werkgroep Grauwe Kiekendief

GPS-loggers registreren ‘middagdip’ bij grauwe kiekendieven

Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels
13-OKT-2017 - Met behulp van geavanceerde GPS-loggers is het tegenwoordig mogelijk om lokaal ruimtegebruik en trekwegen van vogels gedetailleerd in kaart te brengen. GPS-loggerdata kunnen echter voor veel meer doeleinden gebruikt worden. Voor een bijeenkomst over bioritmes analyseerde Werkgroep Grauwe Kiekendief bijvoorbeeld de activiteitspatronen van grauwe kiekendieven, met een verrassende uitkomst.

Alle organismen, inclusief de mens, hebben een bioritme dat het dagelijks functioneren dicteert. We merken normaliter niet zo veel van ons bioritme totdat we deze verstoren, bijvoorbeeld door een nacht door te halen of door een lange reis in een vliegtuig te maken (jetlag!). Bioritmes zijn uitgebreid in het laboratorium bestudeerd. Maar ook het belang van bioritmes bij vrijlevende dieren in het wild krijgt tegenwoordig steeds meer aandacht.

Maar hoe meet je bioritmes bij een wild dier? Dat was één van de vragen tijdens de 'Wild Clocks'-bijeenkomst in maart 2015 op Texel, waar experts op het gebied van de chronobiologie en veldbiologie bijeen kwamen. GPS-loggerdata zijn wat dat betreft interessant, vooral omdat bij elke GPS-positie ook informatie wordt opgeslagen over de snelheid, hoogte en richting. Oftewel we kunnen voor elk punt bepalen of de vogel actief is (vliegt) of niet.

Door simpelweg voor ieder uur van de dag op een rij te zetten hoe vaak een grauwe kiekendief vliegt en stilzit, kregen we een eerste idee van hun activiteitspatronen. Dit liet allereerst duidelijk zien dat grauwe kiekendieven voornamelijk tussen 7 uur ’s ochtends en 21 uur ’s avonds actief waren, wat niet zo opzienbarend is gezien het feit dat de grauwe kiekendief een dagactieve roofvogel is.

Dagelijkse activiteitspatronen van drie verschillende grauwe kiekendieven, voor het broedgebied, de stopover in Noord-Afrika en het overwinteringsgebied. Voor elk uur van de dag is het deel van de tijd dat de vogels vliegen bepaald

Opmerkelijk was echter dat midden op de dag een kleine maar duidelijke dip in activiteit te zien was. Deze dip zagen we niet alleen in Europa in het broedgebied, maar ook in Noord-Afrika op stopoverplekken waar ze tijdens de trek even bijtanken, en vooral in de Sahel tijdens de winter. De dip in de overwinteringsgebieden konden we door eigen waarnemingen uit het veld goed plaatsen. In de Sahellanden zagen we namelijk dat kiekendieven op het heetst van de dag vaak schuilen voor de brandende zon, waarbij ze onder of zelfs in boompjes zaten.

Een jagend mannetje grauwe kiekendief met GPS-logger in SenegalHetzelfde mannetje grauwe kiekendief schuilt in Senegal voor de hitte

De dip in de activiteit in Europa kunnen we nog niet verklaren (deze dip is door de schaal waarop hij getoond wordt, minder goed zichtbaar). Zouden muizen midden op de dag minder actief zijn en de grauwe kiekendieven weten dat het dan minder loont om te gaan jagen? Tijdens een onderzoek naar verplaatsingen van veldmuizen in een faunarand in Groningen werd inderdaad in de middag verminderde activiteit gemeten. Maar dit was in de maand november, en dan zijn er in Nederland geen grauwe kiekendieven die op veldmuizen jagen. Of de veldmuizen in de zomermaanden hetzelfde dagritme laten zien is onbekend.

Het artikel Methods in field chronobiology over technieken om bioritmes van vrijlevende vogels te bepalen is gepubliceerd in de Philosphical Transactions of the Royal Society B. Een pdf van het artikel is op te vragen bij co-auteur Raymond Klaassen.

Tekst: Raymond Klaassen, Werkgroep Grauwe Kiekendief
Foto's: André Eijkenaar (leadfoto: Edwin, mannetje grauwe kiekendief met GPS-logger in Oost-Groningen); Ben Koks
Figuur: Raymond Klaassen, Werkgroep Grauwe Kiekendief