kleine wintervlinder - primair

Lichtvervuiling slecht voor kleine wintervlinder

De Vlinderstichting, SoortenNL
12-NOV-2018 - Op de invoerportalen verschijnen de eerste meldingen van forse aantallen van de kleine wintervlinder. Deze nachtvlinder plant zich nu, in de winter, voort en is te zien tot ver in december. Het is een zeer algemene vlinder die vrijwel overal kan worden aangetroffen. De vlinder blijkt gevoelig voor licht en de vele lichtvervuiling in grote delen van Nederland beïnvloedt de voortplanting.

Mannetjes wachten op de stam op vrouwtjesDe mannetjes scholen samen op boomstammen en in de toptijd kunnen er tientallen bij elkaar zitten. Ze zitten vaak met hun vleugels omhoog, waardoor de lichte ‘zeiltjes’ erg opvallen als je met een zaklamp de bomen beschijnt. De mannetjes wachten op vrouwtjes die in de strooisellaag onder de bomen zijn verpopt. Als ze uit de pop komen, kruipen ze naar boven toe de stam op. Vrouwtjes kunnen namelijk niet vliegen, want ze hebben in plaats van vleugels alleen maar wat kleine stompjes. Omhoog gekropen worden ze opgewacht door de mannetjes en de eerste de beste ontmoeting leidt tot een paring. Na die paring kruipt het vrouwtje verder omhoog om daar haar eitjes te leggen. De eitjes komen uit in het voorjaar, als ook het jonge blad ontluikt. De rupsen kunnen van veel verschillende bomen en struiken leven, maar eik is een favoriet. Wil je de kleine wintervlinder te zien krijgen, ga dan de komende tijd met een zaklamp op pad en beschijn de stammen van bomen. Dat kan in een uitgestrekt bosgebied zijn, maar ook in een stadsparkje. Zoek wel vooral op plekken waar niet te veel licht is.

Invloed van licht op kleine wintervlinder. Links: het aantal gevangen vrouwtjes bij de verschillende lichtkleuren. Rechts: het aandeel vrouwtjes dat had gepaard

Vrouwtjes hebben slechts vleugelstompjes en kunnen niet vliegenUit het grote onderzoek ‘Licht op Natuur’, dat is uitgevoerd door de WUR en het NIOO, blijkt namelijk dat kleine wintervlinders negatief worden beïnvloed door licht. In een proefopstelling werden bomen belicht met verschillende typen licht: wit, groen en rood. Ook was er een donkere locatie. Op al die plekken werden vallen op de bomen geplaatst, om daarmee de vrouwtjes die omhoog kruipen te vangen. Het bleek dat op de belichte bomen veel minder vrouwtjes werden gevangen dan op de donkere. Ook zag je al een verschil tussen de belichte zijde van de boom en de schaduwzijde. Bij groen licht werden de minste vrouwtjes gevangen, iets meer op het witte licht en nog iets meer bij rood licht, maar alle drie duidelijk minder dan op de donkere boom. Behalve dat er minder vrouwtjes werden gevangen bleek ook dat de vrouwtjes in de lichte omstandigheden veel minder hadden gepaard. Dit betekent dat ze zich in lichte omstandigheden dus veel minder voortplanten. Gezien het vele licht in Nederland zal dit een aanzienlijke invloed hebben op deze soort.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting
Figuren: Koert van Geffen, Licht Op Natuur