kleine wintervlinder - primair

Bijna overal kleine wintervlinders

De Vlinderstichting
21-NOV-2019 - De winter is nu echt begonnen en de eerste nachtvorst hebben we al gehad. Niet een tijd dat je aan vlinders denkt, maar de kleine wintervlinder komt juist pas goed los als die eerste vorst geweest is. Deze vlinders zijn nu en de komende weken actief en planten zich nu voort. Ze zijn eigenlijk overal in het land te vinden, als je weet hoe je moet zoeken.

De paring van de kleine wintervlinder: het vleugelloze vrouwtje boven en eronder het mannetjeOveral waar maar bomen of struiken in de buurt zijn, kunnen kleine wintervlinders gezien worden. Op de hogere zandgronden, in het binnenland en in de duinen zijn ze echt heel talrijk, maar ook op de klei- en veengebieden kun je ze vinden. Mannetjes van de wintervlinders hebben, zoals we gewend zijn bij vlinders, vleugels, maar de vrouwtjes niet. Deze kunnen dus ook niet vliegen, maar kruipen tegen boomstammen omhoog in de hoop door een mannetje te worden ontdekt. Tijdens de paring worden de vrouwtjes soms door de mannetjes meegedragen in de vlucht. Na de paring zet het vrouwtje haar eitjes af. Zij doet dit vooral in spleten van de bast en op takjes, maar soms ook op allerlei onnatuurlijke ondergronden als muren en schuttingen. In het voorjaar komen daar de rupsjes uit. De rupsen kunnen na uitkomen makkelijk een week zonder eten en laten zich verspreiden door de wind. Vervolgens beginnen ze te eten aan het jonge, uitlopende blad. De rupsen zijn belangrijk voedsel voor veel vogels, vooral mezen, die dan volop jongen hebben.

De waarnemingen van de kleine wintervlinder vanaf 2014

Soms zitten de mannetjes met de vleugels uitgespreid tegen de stamKleine wintervlinders zijn eigenlijk prima te vinden, als je weet hoe je moet zoeken. Mannetjes verzamelen zich op bomen, soms kun je op een boom zo twintig tot dertig of zelfs honderden kleine wintervlindermannen aantreffen. Ze zitten er vooral ongeveer een uurtje na zonsondergang, als het net lekker donker is. Ze hebben hun vleugels vaak boven hun lichaam opgeklapt en vallen dan goed op als je met een zaklantaarn de boom beschijnt. Als kleine zeilbootjes zie je dan zitten. Deze mannen wachten geduldig op de vrouwtjes, die onder de boom, tussen het strooisel zijn verpopt. Als deze tevoorschijn komen, kruipen ze de stam op naar boven en kunnen dan die wachtende mannetjes bijna niet missen. De vrouwtjes vallen veel minder op dan de mannetjes. Het zijn kleine propjes met lange poten en je ziet nog  kleine stompjes zitten waar vroeger de vleugels zullen hebben gezeten. Ga maar eens op zoek één van de komende avonden en geef je waarnemingen door via Waarneming.nl of Telmee.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting