Leeward Blindsnake

Mysterieuze blinde slang ontdekt op Sint Eustatius

Stichting RAVON
17-APR-2020 - Op Sint Eustatius, een klein eiland en tevens bijzondere gemeente in Caribisch Nederland, is een zeldzame, nog voor het eiland onbekende, slangensoort gevonden. Het gaat om Antillotyphlops geotomus, oftewel in het Engels: Leeward Blindsnake, een zeer kleine blinde slang met het uiterlijk van een regenworm.

Deze groep van slangen wordt in het Nederlands wormslangen genoemd. Nieuw voor de wetenschap is de soort niet. Maar het is wel heel bijzonder om in het Koninkrijk een nieuw inheems gewerveld dier te ontdekken! De Leeward Blindsnake, Antillotyphlops geotomus, was tot nog toe alleen bekend van vier Brits Caribische eilanden: Antigua, Barbuda, Saint Kitts en Nevis en is momenteel opgenomen in de Rode Lijst van het IUCN als ‘Gevoelig’. Waar eerder alleen de zeldzame Red Bellied Racer, Alsophis rufiventris, bekend was op Sint Eustatius is er nu met deze blinde slang een tweede bijzondere, inheemse slang bij gekomen. 

Wie het kleine niet eert

Wormslangen lijken qua uiterlijk vaak meer op een regenworm dan een slang. Ook de levensstijl lijkt sterk op die van regenwormen: ze leven in of op de bodem, waarbij ze zich al gravend voortbewegen. Toch valt deze familie kleine (meestal tot enkele decimeters lange) dieren onder de slangachtigen. Ze voeden zich voornamelijk op kleine ongewervelden, waarbij van veel soorten bekend is dat ze zich in of rond mierenheuvels of termietenheuvels begeven.

Een steenworp 

Het was toeval dat Antillotyphlops geotomus werd aangetroffen. Tijdens een herpetologische inventarisatie in 2017 werden toevallig, door het omdraaien van een steen, de eerste twee exemplaren gevonden. Het wormachtige uiterlijk, samen met de merkwaardige manier van bewegen, maakte al gauw duidelijk dat het om een bijzondere vondst ging. Ze bleken echter erg schuw en waren al gauw ontsnapt. Hierdoor kon nog niet met zekerheid gezegd worden om welke soort het ging.

Drie maal is scheepsrecht

Na een langdurige zoektocht van anderhalf jaar werd in 2018 het doorslaggevende, derde slangetje gevonden, wederom onder een steen. Deze werd ter determinatie gevangen. Dat ze moeilijk te vinden zijn, bleek uit het enorm tijdrovende proces van het vinden van het laatstgenoemde individu, met name omdat Antillotyphlops geotomus voornamelijk ondergronds en in bladafval leeft, onder stenen of bijvoorbeeld onder rottend hout. Hierdoor weten we nog heel weinig over hoe deze mysterieuze diertjes hun leven leiden. 

Leeward Blindsnake, kop van boven gezienLeeward Blindsnake, kop van opzij gezien

Op losse schroeven

Ondanks dat hij moeilijk te vinden is, wordt verwacht dat de soort in zijn gehele areaal achteruitgaat, waarbij onder andere habitatdegradatie een grote rol speelt. De drie dieren zijn gevonden in droge tropische bossen, een habitattype dat in steeds mindere mate voorkomt, met name door menselijk handelen. Buiten directe menselijke invloeden is het ook mogelijk dat de eerder geïntroduceerde uitheemse gewone wormslang, Indotyphlops braminus, afkomstig uit Azië, leidt tot een afname van Antillotyphlops geotomus, doordat Indotyphlops braminus direct concurreert om voedsel. Echter, er is onderzoek nodig om uit te wijzen of Antillotyphlops geotomus daadwerkelijk ecologische concurrentie ondervindt en in welke mate, van Indotyphlops braminus.   

Tot op het bot

Verschillende soorten Caribische wormslangen lijken qua uiterlijk sterk op elkaar, waardoor het soms lastig is om de soort te determineren. Om uitsluitsel te krijgen dat het daadwerkelijk om Antillotyphlops geotomus gaat, is één exemplaar gevangen en opgenomen in de collectie van Naturalis. Uit een genetische analyse kwam naar voren dat de soort sterk overeenkomt met soortgenoten op de eilanden Nevis en Antigua. De resultaten van dit onderzoek zijn gepubliceerd in Caribbean Herpetology.

Tekst: Tim van Wagensveld, Sander van Staa en Jeroen van Delft, Stichting RAVON
Fotos: Tim van Wagensveld, RAVON (leadfoto: Leeward Blindsnake); Roland Butot, Naturalis

Woord van Dank

Dit onderzoek is financieel mede mogelijk gemaakt door het Wereld Natuur Fonds, IUCN-NL en de stichting Herpetofauna. Graag bedanken wij ook Sint Eustatius National Parks (STENAPA) en Caribbean Netherlands Science Institute (CNSI) voor logistieke ondersteuning. Ook gaat onze dank uit naar de RAVON-stagiaires voor hun assistentie in het veld en Naturalis en Blair Hedges (Temple University) voor hun assistentie bij de determinatie en DNA-analyse.