Eikenprocessierups rupsen graven zich in aan de voet van de boom

Hitte zorgt ervoor dat eikenprocessierupsen de eiken verlaten

Kenniscentrum Eikenprocessierups
26-JUN-2020 - Het is precies een jaar geleden dat de eikenprocessierups grote overlast veroorzaakte. Ook vorig jaar hadden we in de laatste week van juni maximumtemperaturen boven de 30 graden Celsius. Bij deze hoge temperaturen zoeken processierupsen verkoeling in de bodem in de buurt van eiken. Iets om bedacht op te zijn met kinderen en huisdieren in de buurt van eiken.

Het vrij zachte en droge voorjaar is goed geweest voor de ontwikkeling van de eikenprocessierupsen. De regen van de afgelopen periode heeft ervoor gezorgd dat de eikenbladeren goed eetbaar zijn en geen last hebben van eikenmeeldauw. Wat we zien is dat de nesten vooral hoog in de boom zitten. Door het uitblijven van zeer warme dagen was er geen noodzaak om in processie naar andere locaties in de boom te gaan of de reeds gevormde nesten te verlaten. Inmiddels zijn de eerste rupsen al aan het verpoppen.

Momenteel hebben we echter te maken met een aantal zeer warme dagen waarbij de maximumtemperatuur in grote delen van Nederland tot boven de dertig graden oploopt. Het is waarschijnlijk dat de rupsen de bomen alsnog verlaten om verkoeling te zoeken in de grond. Dit is ook vorig jaar gebeurd. In een eerder bericht stelden we vast dat een deel van deze rupsen in de loop van juni dit jaar uit de grond kwamen om hun cyclus alsnog boven de grond te voltooien.

Eikenprocessierupsen verlaten de nesten

De zogenaamde 'rondtrekkende eikenprocessierupsen' kunnen een risico opleveren voor mens en dier. De rupsen zitten zichtbaar onder aan de stam op een makkelijk bereikbare positie en de brandharen kunnen zich vanuit de losse nesten boven in de boom gemakkelijk met de wind verspreiden naar de omgeving. Het is raadzaam om eiken en bermen die volledig in de zon staan te vermijden omdat in de bomen aanwezige eikenprocessierupsen zich genoodzaakt voelen om de bomen te verlaten.

Eikenprocessierupsen verlaten de nesten

Omdat de eikenprocessierupsen zich vlakbij de stam, maar soms ook verder weg ingraven, is het beter bij het uitlaten van huisdieren bermen met aangetaste eiken te vermijden. Op sommige plaatsen waar plakkaten met rupsen aan de stammen zitten, zie je ook dat deze er door wind of zwaarte afvallen. Hierdoor komen de eikenprocessierupsen op de grond te liggen en zoeken daarbij een weg naar boven of gaan de grond in. Nesten die verlaten worden en los in de bomen hangen vormen ook een potentieel risico omdat ze onverwacht uit de boom kunnen vallen. Wanneer de rupsen weer uit de grond komen is afwachten. Mogelijk verpoppen ze in de grond en kruipen ze er later dit jaar als vlinder uit, hetgeen aansluit bij de ‘reguliere’ levenscyclus. Een andere mogelijkheid is dat ze volgend jaar juni of zelfs pas over een paar jaar uit de bodem kruipen om hun cyclus te voltooien.

Om dit object in te laden dien je marketing-cookies te accepteren.
Eikenprocessierupsen graven zich in (Bron: Silvia Hellingman) 

Wat je ziet als de overlast in de omgeving te groot is, mensen zelf nesten en plakkaten met rupsen op stammen gaan opruimen. Meestal gebeurt dit op een onprofessionele wijze, zoals bijvoorbeeld door middel van branden. Hiermee is er niet alleen een risico voor de toepasser ervan door het vrijkomen van brandharen, maar ook voor de boom door het beschadigen van vooral dunne bast en door het risico op het ontstaan van bermbranden als nesten brandend in de droge bermen vallen. De methodes die ingezet worden om nesten te fixeren dienen zich nog te bewijzen op de werking van afbraak van de brandharen en de hierin aanwezige overlast veroorzakende eiwitten.

Zwemwater

Het is zaak om alert te zijn bij zwemwater als er eiken in de nabijheid zijn. Brandharen in het water kunnen allergische reacties veroorzaken, mede omdat de brandharen op het wateroppervlakte blijven drijven.

Tekst: Kenniscentrum Eikenprocessierups: Silvia Hellingman, Hellingman Onderzoek en Advies; Henk Jans, Jans Consultancy Gezondheid en Milieu; Arnold van Vliet & Hidde Hofhuis, Wageningen University; Henry Kuppen, Terra Nostra; Joop Spijker, Wageningen Environmental Research
Foto’s en film: Silvia Hellingman