Toename eikenprocessierupsen met lokaal hotspots
Kenniscentrum EikenprocessierupsIn het piekjaar 2019 werden in 55 procent van de eiken nesten van de eikenprocessierups aangetroffen. In de jaren daarna liep het aantal sterk terug. Het lijkt erop dat vorig jaar het laagste punt werd bereikt. Toen werd in 4,5 procent van de 135 duizend geïnventariseerde bomen de eikenprocessierups aangetroffen. De inventarisaties zijn dit jaar nog volop gaande. In 6 procent van de ongeveer 60 duizend eiken die inmiddels geïnspecteerd zijn, worden eikenprocessierupsen aangetroffen. Het gaat dus nog om een tussenstand. In deze inventarisatie zitten overigens ook eiken waar preventieve maatregelen genomen zijn. Het werkelijke percentage eiken met eikenprocessierupsen zal, bij bomen waar geen beheermaatregelen genomen zijn, daarom zeer waarschijnlijk hoger liggen dan 6 procent.
We zien bij de huidige inventarisatie al wel gemeenten waarbij bijna 20 procent van de eiken aangetast is. Daarnaast zien we allerlei hotspots waarbij in (vrijwel) alle eiken nesten worden aangetroffen. Op locaties waar gezondheidsrisico’s ontstaan, moet er dan flink opgeschaald worden om de rupsen te verwijderen en overlast van de brandharen te verminderen of te voorkomen.
Oorzaken toename
Het lijkt er sterk op dat we na een jarenlange daling van het aantal eikenprocessierupsen weer aan een opgaande fase zijn begonnen. Er zijn een aantal mogelijke verklaringen voor de toename:
- Bij het uitvliegen van de vlinders in 2024 was het slecht weer (regen) waardoor de vlinders minder ver van het nest zijn gevlogen en de eipakketjes dichter op elkaar hebben afgezet.
- Grondnesten: rupsen zijn na een rustperiode onder de grond van één of meerdere jaren (diapauze) plotseling actief geworden. Dit scenario lijkt waarschijnlijk, omdat hotspots waar jaren geen of activiteit was plotseling grote aantallen rupsen hebben. Je kunt activiteit van grondnesten herkennen doordat bomen niet kaalgevreten zijn, ondanks het grote aantal rupsen. Vaak zitten rupsen hierbij laag op de stam. Er is nog weinig bekend over de diapauze van de eikenprocessierups. We weten niet wat de eikenprocessierups ertoe aanzet in verlengde diapauze te gaan, welk percentage dat doet, hoeveel er nog in de grond zitten, en wat de trigger is voor rupsen om weer uit de grond te komen.
- De voedselomstandigheden (de kwaliteit van het eikenblad) waren vorig jaar en dit jaar gunstig voor de ontwikkeling van de rupsen.
Locatie waar dit jaar plotseling grote aantallen eikenprocessierupsen werden aangetroffen terwijl er in de bomen nauwelijks kaalvraat te zien is. Dat zou je wel verwachten bij dit grote aantal rupsen (Bron: Silvia Hellingman)
Voorkom blootstelling aan brandharen, boomeigenaren opgelet
Ondanks dat het voor veel mensen lijkt alsof we van de eikenprocessierups af zijn, is dit dus niet het geval. We zullen er aan moeten wennen dat we bij eikenbomen altijd alert zijn op de aanwezigheid van de eikenprocessierups of van achtergebleven oude nesten in of onder de boom. Deze nesten kunnen nog vol brandharen zitten. Voor mensen en/of organisaties die buitenactiviteiten, zoals sportevenementen en festivals, organiseren of voor eigenaren van eikenbomen – veelal gemeenten, provincies, waterschappen, campings, recreatieorganisaties en natuurorganisaties – is het belangrijk om op risicolocaties alert te zijn op het (plotseling) verschijnen van eikenprocessierupsen. Ook als er eerder in het jaar of in voorgaande jaren geen eikenprocessierupsen zijn aangetroffen.
Help onderzoekers met in beeld brengen van aantal eikenprocessierupsnesten
De hierboven genoemde inventarisatie betreft tienduizenden bomen, maar in grote delen van Nederland wordt de plaagdruk niet in kaart gebracht. Om beter landelijk inzicht te krijgen in de variatie in plaagdruk roepen we vrijwilligers, maar ook gemeenten en boombeheerders, op om van zoveel mogelijk eiken – minimaal twintig – door te geven of er eikenprocessierupsen in zitten. Je telling kun je doorgeven op straat-, wijk-, of gemeenteniveau via een speciaal online formulier. Gemeenten die al een eigen inventarisatie hebben gemaakt, kunnen dus eenvoudig de totalen invoeren. Op de plaagdrukkaart is vervolgens te zien wat de plaagdruk in de geïnventariseerde gebieden is. De waarnemingen worden automatisch één keer per dag bijgewerkt in de kaart.
Nestgrootte: tennisbal, voetbal of deken
Indien mogelijk vragen we om bij de inventarisatie onderscheid te maken in de omvang van nesten: de grootte van een tennisbal, voetbal of deken. In onderstaande foto’s wordt duidelijk gemaakt wat daarmee bedoeld wordt. Uiteraard zijn er nesten die tussen deze formaten in zitten. Kies dan de categorie die er het dichtst bij zit. Tip: gebruik een telformulier, zie bijvoorbeeld dit worddocument (32 KB) waarop je tijdens de inventarisatie per boom aangeeft of er één of meerdere nesten in de boom zitten en hoeveel nesten van elke categorie. Bij het doorgeven van je waarnemingen in het online registratieformulier hoef je alleen de totalen van alle getelde bomen per gebied door te geven.
Bespoten bomen apart registreren
We vragen daarnaast aan gemeenten om voor bomen waar bespuiting heeft plaatsgevonden, of waar maatregelen zijn genomen om natuurlijke vijanden te stimuleren, een aparte inventarisatie te maken. Aangezien vrijwilligers deze gegevens niet hebben, hoeven zij daar geen rekening mee te houden.
Tips bij het tellen
Houd bij het tellen rekening met de volgende punten:
- Eikenprocessierupsen hebben op dit moment brandharen. Houd dus zo veel mogelijk afstand van de eikenprocessierupsen.
- Bedek je lichaam zo veel mogelijk. Ga niet met blote benen en armen en open schoenen de inventarisatie doen.
- Ben je onverhoopt toch in aanraking gekomen met eikenprocessierupsharen? Op Processierups.nu lees je wat je moet doen bij huidklachten.
- Door de wind of extreme weersomstandigheden kunnen nesten en rupsen uit de bomen gevallen zijn. Hierdoor kunnen brandharen ook rondom de bomen op de grond liggen of in naastliggende percelen, zoals weilanden waar dieren grazen, terecht zijn gekomen. Indien oude nesten vorig jaar niet verwijderd zijn, kunnen die ook rondom de bomen op de grond liggen en tot overlast leiden.
- Let op het verkeer in de directe omgeving.
- Neem eventueel een verrekijker mee om ook eikenprocessierupsen hoger in de bomen te observeren.
- Doe de inventarisatie overdag. In de loop van de avond verlaten de rupsen in processie de nesten om bovenin de boom te gaan eten. Dan zijn de nesten en de omvang ervan moeilijker te onderscheiden.
- Het is soms moeilijk om de hele boom te bekijken. Tel alleen de nesten die je kunt zien. Om inzicht in de plaagdruk te krijgen, is het niet heel erg als er af en toe een nest gemist wordt.
- Bekijk minimaal twintig eikenbomen. Hoe meer bomen er geteld worden, hoe betrouwbaarder de inschatting van de plaagdruk is.
- Kies bij voorkeur bomen op verschillende plekken in de gemeente.
- Gebruik een telformulier, bijvoorbeeld dit worddocument (32 KB), waarop je tijdens de inventarisatie per boom aangeeft of er één of meerdere nesten in de boom zitten en hoeveel nesten er van elke categorie zijn. Bij thuiskomst is het dan eenvoudig om de waarnemingen door te geven.
Meer informatie
- Ga naar het formulier om eikenprocessierupsnesten door te geven of de plaagdruk te bekijken.
- De plaagdrukinventarisatie wordt uitgevoerd door het Kenniscentrum Eikenprocessierups in opdracht van het Kennisplatform Processierups.
Tekst: Kenniscentrum Eikenprocessierups; Silvia Hellingman en Guus Hellingman, Hellingman Onderzoek en Advies; Arnold van Vliet, Wageningen University & Research; Henry Kuppen en Wendy Batenburg, Terra Nostra; Henk Jans, Jans Consultancy Gezondheid en Milieu; Hidde Hofhuis, Stichting Deltaplan Biodiversiteitsherstel; Joop Spijker, Wageningen Environmental Research; Teun Dekker, Swedish University of Agricultural Sciences
Foto’s: Sylvia Hellingman; Arnold van Vliet; Henry Kuppen