Pestvogels

Invasievogels: (on)verwachte bezoekers in de tuin

Vogelbescherming Nederland
2-MRT-2021 - Naast de jaarlijkse Tuinvogeltelling in januari zijn er ook noeste tellers die het hele jaar door informatie doorgeven over de vogels (en andere flora en fauna) in hun tuin. Dat levert een schat aan informatie op. In het winterhalfjaar is het altijd weer afwachten of er invasies optreden: doorgaans zeldzame vogels die ineens massaal in ons land opduiken.

Zo heel af en toe verschijnen in Nederland vogels die we invasiegasten noemen. Dit zijn doorgaans vogels die hier zeldzaam zijn en door omstandigheden zoals kou of voedselschaarste worden gedwongen om en masse te verkassen. Maar ook onze eigen broedvogels krijgen soms onverwacht bezoek van hordes soortgenoten uit andere streken.

Het waarom van invasiegasten in uw tuin

Ook in uw tuin kunt u dergelijke uitzonderingsverschijningen tegenkomen. Het is best zeldzaam, en als het gebeurt dan in ieder geval in het winterhalfjaar. Sommige invasies beginnen al vroeg. Gaaien bijvoorbeeld: als die in Midden- of Oost-Europa een uitzonderlijk goed broedseizoen hebben gehad, en er is aan het eind van de zomer niet goed genoeg voedsel voor al die uitgevlogen jongen en hun ouders, dan gaan ze op de wieken. Dat gebeurde in september 2019 met als resultaat dat najaar zo’n honderdduizend ‘extra’ gaaien in Nederland.

Tuinvogeltelling 2021

Het is deze winter karig wat invasiegasten betreft, behalve wellicht meer dan gemiddelde aantallen goudhaantjes. Tijdens de afgelopen Nationale Tuinvogeltelling werden weliswaar weer veel vogels geteld, maar we werden niet verblijd met echte invasies uit het hoge noorden. Zachte winters en voldoende voedsel in de ‘thuislanden’, maakten de noodzaak voor veel vogels aanzienlijk kleiner om hun heil in ons land te zoeken.

‘Schijn’invasies?

Maar amper een week ná de Nationale Tuinvogeltelling zag het tuinbeeld er ineens anders uit! Door de kortstondige maar forse sneeuwval en vorst, zagen veel vogels zich ineens genoodzaakt alsnog richting tuinen de trekken. En daarbij zaten interessante soorten. Door het hele land werden kepen, vaak meerdere tegelijk, in de tuin gezien. Ook houtsnippen werden ineens veel gemeld. Is er dan toch nog sprake van een invasie? Zeer waarschijnlijk niet. Want hoewel in tuinen meer kepen zaten dan de jaren ervoor, zijn er deze winter vermoedelijk niet meer kepen vanuit Scandinavië naar Nederland gekomen dan in eerdere jaren.

Sneeuw vergroot de kans op een keep in de tuin. Hier in gezelschap van een huismus en een vink

De kepen die in Nederland overwinteren, zijn korte tijd verhuisd van bos naar tuin. Ook houtsnippen voelden zich gedwongen dit te doen, nu een sneeuwlaag en de vorst het bemoeilijkten om voedsel te vinden. Maar invasie of niet; het zijn natuurlijk prachtige waarnemingen in eigen tuin!

Door de jaren heen hebben we met enige regelmaat echte invasies gehad. Een greep uit de soorten die soms massaal onze tuinen overvielen.

Pestvogels

Eén van de meest bekende invasiegasten moet wel de pestvogel zijn. Hij heeft zijn naam er zelfs aan te danken. De vogels verschenen even plotseling als de pest, en waren ook even gauw weer weg: hoogst verdacht natuurlijk. De pestvogel is normaliter een zeer schaarse verschijning in ons land. Deze winter gaat het bijvoorbeeld maar om enkele exemplaren. Maar als een invasie plaatsvindt dan maakt u een kans, zeker met besrijke Gelderse rozen of ligusters in de tuin.

Gelukkig zijn er vogels die minder zeldzaam zijn en bij tijd en wijle onze tuinen overspoelen.

Zwarte mees

De kleinste mees broedt bij ons vooral in naaldbossen op de hogere zandgronden. ‘Onze eigen’ zwarte mezen verspreiden zich na het broedseizoen over Nederland. Onderstaande grafiek laat zien dat er in de ene winter heel andere aantallen zwarte mezen in tuinen te zien zijn dan in de andere winter. In 2015/2016 en in iets mindere mate 2017/2018 waren er duidelijk meer dan gemiddelde aantallen aanwezig. Deze vogeltjes kunnen – ondanks hun geringe formaat en gewicht (net iets groter dan de goudhaan) – tot helemaal uit Rusland komen!

Percentage van tuinen waarin zwarte mees aanwezig was vanaf 2015 tot en met januari 2021

Staartmees

Staartmezen zijn in staat om iedere tuin te verlevendigen, al is het maar voor even. Want vaak komen deze langstaarten kort kijken in de tuin, hangen even aan een vetbol en gaan dan weer door. Maar ook deze vogels kennen soms invasies. De herkomst van staartmezen die echt van ver komen is bij deze soort meteen te zien. Hebben ze hagelwitte koppies, dan zijn het Scandinavische of Oost-Europese staartmezen. Deze zogenaamde witkopstaartmezen zijn hier best zeldzaam, maar zo af en toe – de laatste keer in november 2018 (en daarvoor in 2010) – zwermen ze uit tot in onze streken. Om de verwarring compleet te maken: niet iedere staartmees met een witte kop is een witkopstaartmees. Zie hier voor meer informatie over deze vogels en hoe ze te herkennen.

Af en toe zwermen witkopstaartmezen uit Scandinavië en Oost-Europa uit naar ons land

Meer, meer, meer

Er zijn meer vogelsoorten die men hier tegen kan komen tijdens een invasie. Beroemd is bijvoorbeeld de massale invasie van notenkrakers zoals in 1968. Maar ook gaaien, goudhaantjes en (grote) kruisbekken kunnen invasief opduiken. Deze soorten doen hierbij echter niet altijd tuinen aan.

Tekst: Gert Ottens en Marc Scheurkogel, Vogelbescherming Nederland
Foto's: Peter Meininger, Saxifraga (leadfoto: pestvogels); Marc Scheurkogel; Mark Zekhuis, Saxifraga
Grafiek: Tuintelling.nl