Feromoon aanbrengen hoog in de boom voor mate disruption experiment

Verstoring van paring eikenprocessievlinders leidt tot halvering aantal rupsen

Kenniscentrum Eikenprocessierups, Provincie Overijssel
10-OKT-2021 - Door tijdens de vliegperiode van eikenprocessievlinders sexlokstoffen, feromonen, in eikenbomen aan te brengen, wordt de paring verstoord. Uit een eerste veldproef met speciale toestemming bleek dat op plaatsen met verstoring het aantal eikenprocessierupsen de helft minder te zijn ten opzichte van een controlelocatie. Deze methode heeft geen effect op andere diersoorten.

Om de overlast van eikenprocessierupsen aan te pakken, worden op veel plaatsen de boomkronen van eiken bespoten met bacteriën of nematoden nog voordat de rupsen brandharen hebben. Deze bestrijdingsmethode heeft echter als nadeel dat andere rupsen ook gedood kunnen worden. Uit het buitenland zijn voorbeelden bekend van het gebruik van specifieke geurstoffen om bijvoorbeeld dennenprocessierupsen te bestrijden. Deze geurstoffen, zogenaamde feromonen, bootsen de geurstof na die de vrouwelijke vlinder uitscheidt om mannelijke vlinders te lokken om mee te paren. Deze stoffen zijn soortspecifiek, ze hebben dus alleen effect op de bewuste doelsoort. Daardoor zijn er geen neveneffecten op andere vlindersoorten. Door deze geurstof in geconcentreerde vorm en aangepaste formule in de boom aan te brengen, raken de mannetjesvlinders zodanig verward, dat ze de vrouwelijke vlinders niet meer vinden en er geen paringen volgen. Dit principe staat bekend als 'mating disruption' (paringsverstoring). Zonder paring worden eitjes niet bevrucht en komen er geen rupsen. De overlast zal daardoor kleiner worden. Tot nu toe was onbekend of deze methode ook voor de eikenprocessierups zou kunnen werken.

Veldproef

De entomologe/onderzoeker Silvia Hellingman doet al jarenlang onderzoek naar eikenprocessierupsen. Op haar initiatief is een veldproef met feromonen uitgevoerd in drie aangrenzende gemeenten. Het onderzoek is gefinancierd door de provincies Friesland, Drenthe en Overijssel en de gemeenten Weststellingwerf, Westerveld en Steenwijkerland. Het gespecialiseerde bureau Hellingman Onderzoek en Advies heeft de veldproef uitgevoerd. Professor Teun Dekker van de universiteit van Alnarp (Zweden) zorgde voor de feromonen, die voor deze toepassing in een speciale formulering ontwikkeld moesten worden. Gerard Brand van Brand Boomverzorging heeft de feromonen in de bomen aangebracht.

Om dit project te kunnen uitvoeren is er vooraf een langdurig traject geweest om een ontheffing te verkrijgen bij het Ctgb. Ondanks het feit dat deze methode duurzaam is en geen andere soorten raakt, moest er eerst een Europees dossier worden aangemaakt. Feromonen voor paringsverstoring hebben een andere formulering dan feromonen die voor monitoring worden gebruikt. Voor deze veldproef moesten de feromonen speciaal worden ontwikkeld. Ze zijn nog niet op de markt en het toepassen ervan mag daarom niet zonder ontheffing.

Aanbrengen feromonen voor paringsverstoring op proeflocaties

Voor de veldproef zijn in het voorjaar van 2020 eikenlanen in de drie bovengenoemde buurgemeenten geselecteerd, zowel langs gemeentelijke als provinciale wegen. Het aantal nesten van eikenprocessierupsen is nauwkeurig geteld. Vervolgens zijn in de zomer, vlak voor de uitvliegtijd van de eikenprocessievlinders, de feromonen met een draagstof handmatig in de bomen aangebracht. In de omgeving zijn als controle ook eikenlanen onderzocht, waar geen feromonen waren aangebracht. Het totaal aantal onderzochte lanen kwam daarmee op zestien (acht proeflocaties en acht controlelocaties). Op zowel de proef- als de controlelocaties zijn geen verdere bestrijdingsacties (bijvoorbeeld wegzuigen van nesten) uitgevoerd. Er is een selectie van locaties gemaakt met bomen die beschut staan en bomen die volledig vrij in de wind staan en hoog zijn opgesnoeid. Er is geprobeerd om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van het effect van de toepassing onder allerlei omstandigheden.

Resultaten

Vanaf eind juni hebben drie en soms vier uitgebreide inventarisaties plaatsgevonden, waarbij de grootte van de nesten en de maat van de rupsen zijn opgenomen op de proef- en de controlelocaties.

Daaruit blijkt dat het opgebrachte feromoon inderdaad werkzaam is geweest. Met name op meer beschutte plekken zorgen de feromonen voor een forse teruggang van het aantal nieuw gevormde eikenprocessierupsnesten. Het effect is minder op bomen die volledig in de wind staan waardoor de feromonen te snel uit de bomen waaien.

Kleine nesten eikenprocessierupsen na toepassen feromonen op proeflocaties (links) en grote nesten op controlelocatie (rechts)

In alle proeflocaties nam het aantal nesten in vergelijking met de controlelocaties met minimaal de helft af. Ook het aantal rupsen dat in de nesten op de proeflocaties voorkwam, bleek gemiddeld ongeveer de helft kleiner dan het aantal rupsen in nesten op controlelocaties.

Gemiddeld aantal nesten per boom op de locaties waar feromoonverwarring is toegepast en op de controlelocatie

Kleine nesten van eikenprocessierupsen zijn onder normale omstandigheden het gevolg van de tweede ei-afzet van vrouwelijke eikenprocessievlinders. De vlinders paren vrijwel direct nadat ze uit de poppen tevoorschijn zijn gekomen. De vrouwtjes zetten vervolgens het merendeel van hun eitjes op de uitsluipplek af (eerste ei-afzet, hieruit komen grote nesten voort) en vliegen met een klein restant eitjes naar een verderop gelegen locatie om zo de soort te verspreiden. De kleine nesten die op de proeflocaties werden aangetroffen lijken op een tweede ei-afzet, veroorzaakt door vrouwtjes die op een andere plek dan de proeflocatie bevrucht zijn. Deze veronderstelling wordt bevestigd door het feit dat de meeste nesten zijn aangetroffen aan de buitenkant van de boomkronen.

Maar ook wind speelt een rol. Op locaties waar de bomen goed in blad waren en dichtbij elkaar staan was het effect maximaal ten opzichte van de controlelocatie. In deze proeflocaties waren er ook veel bomen zonder nesten. Hieruit kan worden geconcludeerd dat deze methode effectief kan zijn voor beschutte lanen in bijvoorbeeld woonwijken, schoolpleinen, winkelstraten en parken.  

Gemiddeld aantal rupsen per boom op de locaties waar feromoonverwarring is toegepast en op de controlelocatie

Verfijning

De nieuwe methode lijkt dus het Ei van Columbus. Juist in stedelijk gebied, waar weinig ruimte is voor natuurlijke vijanden, kan deze methode de oplossing vormen om de overlast van eikenprocessierupsen aan te pakken, zonder dat er nadelige effecten voor andere soorten planten en dieren optreden. In combinatie met natuurlijke bestrijding (stimuleren van de aanwezigheid van natuurlijke vijanden zoals vogels, sluipvliegen en sluipwespen) kan paringsverstoring bijdragen aan een forse reductie van de populatie eikenprocessierupsen.

Alvorens deze nieuwe bestrijdingsmethode landelijk te kunnen uitrollen, moet deze nog verder worden verfijnd. Gekeken moet worden in welke dosis, op welke locaties in de boomkroon en met welk hulpmiddel het feromoon het meest efficiënt kan worden aangebracht. Daarna moet het middel nog voor grootschalig gebruik worden toegelaten. Het is de bedoeling om deze methode verder te verfijnen en in 2022 toe te passen op een aantal risicolocaties waar geen natuurlijke bestrijding mogelijk is. Men moet er rekening mee houden dat de daadwerkelijke invoering van deze methode nog jaren kan duren, tenzij er een algehele ontheffing zal worden verleend voor de toepassing van feromonen voor paringsverstoring.

Tekst: Silvia Hellingman, Hellingman Onderzoek en Advies, Kenniscentrum Eikenprocessierups, namens de deelnemende partijen: Ben van Dinther, Provincie Overijssel
Foto’s: Silvia Hellingman
Grafieken: Hellingman Onderzoek en Advies