eikenprocessierupsen

Stabilisering eikenprocessievlinders op laag niveau; kennis grondnesten gebundeld

Kenniscentrum Eikenprocessierups
25-OKT-2023 - De afgelopen maanden is het aantal eikenprocessievlinders gemonitord. De aantallen zijn net als vorig jaar laag, met in het noorden de hoogste dichtheden. Op basis van deze vlinderdichtheid koersen we aan op een lage plaagdruk van de eikenprocessierupsen in 2024. Maar uit een nieuw rapport blijkt dat rupsen lang in grondnesten kunnen blijven en misschien toch nog voor verrassingen kunnen zorgen.

In de ongeveer 2100 feromoonvallen die afgelopen maanden door heel Nederland hingen, werden gemiddeld tien eikenprocessievlinders per val gevangen. De vallen bevatten feromonen (sekslokstoffen) die mannetjes aantrekken. Het aantal vlinders per val geeft een indicatie voor hoeveel eitjes er afgezet zijn door de vrouwtjes en hoe groot de plaagdruk het volgende voorjaar kan zijn. Het aantal vlinders dit jaar ligt landelijk 16 procent hoger dan de 8,5 vlinders per val van vorig jaar. De toename is echter niet statistisch significant. De gemiddelde vlinderdichtheid in de noordelijke provincies (Drenthe, Groningen, Friesland, Overijssel, Flevoland) lag met veertien vlinders per val beduidend hoger dan het gemiddelde van 1,6 vlinders per val in de overige provincies. Het aantal vlinders was veel lager dan het landelijk gemiddelde van 73 vlinders per val in 2018 (zie de blauwe lijn in de onderstaande grafiek en de kaart met de animatie van het verloop van het gemiddeld aantal vlinders per jaar per provincie in de jaren 2016 tot en met 2023).

Blauwe lijn: verloop van het gemiddeld aantal vlinders per feromoonval sinds 2012 (in 2020 werkten de feromonen niet). Rode lijn: percentage eiken met eikenprocessierups sinds 2019

Lage plaagdruk dit jaar

Animatie van het gemiddeld aantal vlinders per feromoonval per provincie in de jaren 2016 tot en met 2023

Dit jaar zijn in zeven procent van de eiken nesten aangetroffen van de eikenprocessierupsen (op basis van een inventarisatie van zo’n honderdduizend eiken zonder bespuitingen met bacteriën of nematoden). Dat was iets lager dan de negen procent in 2022 en veel lager dan de 53 procent in het piekjaar van 2019 (zie rode lijn in bovenste figuur). Met zeven procent kan men spreken van een lage plaagdruk in 2023. Ondanks dat de plaagdruk gemiddeld over het land laag was, zijn er op een aantal locaties toch grote aantallen rupsen aangetroffen. Het zijn vooral de noordelijke provincies waarbij in de door eik gedomineerde gebieden de incidentele zware aantastingen zijn waargenomen. Incidenteel worden ook in Zuid Holland zwaar aangetaste eikenclusters nabij snelwegen waargenomen. In Noord-Holland is voornamelijk een afnemende trend waarneembaar met slechts vier procent aangetaste eiken. Landelijk vergelijkbare cijfers van de plaagdruk van voor het piekjaar 2019 zijn helaas niet beschikbaar.

Prognose 2024: lage plaagdruk maar grondnesten zijn een onzekere factor

Op basis van het lage aantal eikenprocessierupsen en het lage aantal vlinders verwachten we voor volgend seizoen wederom een lage plaagdruk. Daar waar lokaal wel hoge aantallen vlinders gevangen zijn, moet er rekening gehouden worden met een flinke plaagdruk. Er zijn verder wel een paar factoren die voor een hogere landelijke plaagdruk kunnen zorgen dan wat we op basis van het aantal vlinders kunnen verwachten. Allereerst regende het veel tijdens de vliegperiode. Bij veel regen vliegen de vlinders minder ver. Als ze minder ver vliegen, is de kans ook minder groot dat ze een feromoonval tegenkomen. Het gevolg is dat de vrouwtjesvlinders dichter bij elkaar hun eitjes afzetten in de eiken, waardoor meer variatie in de plaagdruk ontstaat met lokaal een hogere plaagdruk. In gebieden met meer dan vijf vlinders per feromoonval is het advies om een gerichte inspectie uit te voeren in het komende rupsenseizoen.

Mannetje eikenprocessievlinder

In verlengde diapauze in de grond

Eikenprocessierupsen die in een verlengde diapauze (verlengde rustfase) in de grond zitten, en onverwacht volgend jaar juni tevoorschijn komen, vormen een tweede factor die tot meer plaagdruk zou kunnen leiden dan verwacht. Dat blijkt onder andere uit een nieuw rapport: Grondnesten eikenprocessievlinder Thaumetopoea processionea en verlengde diapauze (pdf: 13,01 MB). Tot nu toe gingen we ervan uit dat een eikenprocessierups vooral in hetzelfde jaar dat het uit het eitje komt zich na zes larvale stadia verpopt tot vlinder die weer in de periode van eind juli tot eind september eitjes afzet waarna de eitjes overwinteren. Het blijkt echter dat een deel van de rupsen onder de grond kruipt om daar in een rustfase te gaan. Dit doen ze als ze het vierde larvestadium bereikt hebben. Dit is het stadium waarin ze net de beruchte brandharen hebben gekregen. Deze rupsen komen waarschijnlijk pas in juni van het volgende jaar tevoorschijn. Dat is het moment waarop een eventuele bespuiting met nematoden of een bacteriemengsel al heeft plaatsgevonden. Omdat ze brandharen hebben, is het niet meer mogelijk om bij een hoge plaagdruk een bespuiting uit te voeren. Dan is wegzuigen van rupsen en nesten de enige methode om de plotselinge toename in plaagdruk te verminderen.

Rupsen uit grondnesten

Recordwarm, kaalvraat en meeldauw

Het is helaas niet duidelijk hoeveel rupsen er waar in de bodem in een verlengde diapauze zitten en hoelang ze daar blijven. Ook is niet helemaal duidelijk bij welke omstandigheden de rupsen besluiten om de grond in te kruipen. Dat kan als het heel heet is, maar ook als er te veel natuurlijke vijanden zijn of als er te weinig voedsel is. Vanaf het moment van uitlopen van de eiken in mei heeft dit jaar op grote schaal kaalvraat plaatsgevonden door allerlei andere rupsen en larven van bladwespen met voedselgebrek tot gevolg. Juni dit jaar is de warmste juni ooit geweest. Dat kan eikenprocessierupsen getriggerd hebben om de grond in te gaan. Eind juni liepen de eiken voor een tweede keer uit, maar het eikenblad werd toen op grote schaal aangetast door meeldauw. Door deze aantasting nam de voedselkwaliteit van het eikenblad sterk af. Er waren dus drie factoren die de vorming van grondnesten gestimuleerd kan hebben. Maar of en op welke schaal dit ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, is onduidelijk.

In het nieuwe rapport beschrijven Silvia Hellingman en Arnold van Vliet ook dat de natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups tegelijkertijd met de rupsen de bodem in trekken. Allerlei sluipvliegen en sluipwespen kropen ook uit de onderzochte grondnesten tevoorschijn. De rupsen lijken dus maar voor een deel aan hun natuurlijke vijanden te kunnen ontsnappen als ze de bodem in kruipen.

Meeldauw bij zomereiken in 2023Kaalvraat zomereiken 2023

Hoe lang in verlengde diapauze?

Van de dennenprocessierups is bekend dat ze negen jaar lang in verlengde diapauze kunnen blijven. Bij de eikenprocessierups is daar nooit uitgebreid naar gekeken. Het staat wel vast dat het langer is dan eerder gedacht, en dat de levenscyclus veel variabeler en complexer in elkaar zit dan werd verondersteld. In het rapport worden de verschillende varianten beschreven die nu bekend zijn. De meest complexe is de levenscyclus waarbij de eitjes die in jaar 1 gelegd worden in jaar 2 in het voorjaar uitkomen. De rupsen ontwikkelen zich dan tot het vierde larvestadium waarna ze als rups in de grond kruipen en daar in verlengde diapauze gaan. In jaar 3 komen ze in juni tevoorschijn waarna ze zich verder ontwikkelen tot het zesde larvestadium. Ze kruipen dan weer de bodem in om daar in de grondnesten te verpoppen en voor de tweede keer in een verlengde diapauze gaan om in jaar 4 als vlinder uit de grond te kruipen. Overigens is een deel van de rupsen die in jaar 3 de grond in gekropen zijn nog niet in jaar 4 uitgevlogen. Het is nog afwachten of en wanneer die alsnog uit gaan vliegen. Duidelijk is in ieder geval dat het belangrijk is om jaarrond de populatieontwikkeling te volgen middels nestinspecties en feromoonvalmonitoring om zo de eikenprocessierups beheersbaar te houden en overlastsituaties zo veel mogelijk te voorkomen. Verdere verrassingen moeten we niet uitsluiten.

Om dit object in te laden dien je marketing-cookies te accepteren.
Webinar 23 oktober 2023 met daarin een update Kennisplatform Processierups, een overzicht van de plaagdruk 2023, de vlindervangsten in 2023 en een prognose van de plaagdruk in 2024 en ten slotte de presentatie van het nieuwe rapport over grondnesten en verlengde diapauze bij de eikenprocessierups (Bron: Kennisplatform Eikenprocessierups) 

Meer informatie

Tekst: Kenniscentrum Eikenprocessierups: Silvia Hellingman en Guus Hellingman, Hellingman Onderzoek en Advies; Arnold van Vliet, Wageningen University; Henry Kuppen, Terra Nostra; Henk Jans, Jans Consultancy Gezondheid en Milieu; Hidde Hofhuis; Joop Spijker, Wageningen Environmental Research
Foto’s: Ben van Dinther (leadfoto: onderzoek naar grondnesten); Silvia Hellingman; Henry Kuppen
Figuren en video: Kenniscentrum Eikenprocessierups