
Locaties eerste gevangen dennenprocessievlinders
Kenniscentrum EikenprocessierupsDeze zomer is er voor het eerst, op initiatief en onder leiding van Silvia Hellingman, gestart met een monitoringnetwerk van feromoonvallen voor de dennenprocessievlinder (Thaumetopoea pityocampa). Dit netwerk loopt van Limburg tot Groningen. De financiering kwam van het Kennisplatform Processierups, de provincies Drenthe, Gelderland, Groningen en Overijssel en de gemeenten Hardenberg en Venray.
Bij de eerste leging van de feromoonvallen zijn in Limburg en Gelderland direct de eerste vlinders gevangen. Nu de monitoring is afgerond maken we de precieze locaties bekend (zie het kaartje hiernaast).
De dennenprocessievlinder in Gelderland
De feromoonval in Gelderland waar een vlinder van de dennenprocessierups is aangetroffen, hing in Voorst in de gemeente Oude IJsselstreek. De vlinder was enigszins beschadigd en ingepakt in een spinnenweb. Alles is voorzichtig opengemaakt en grondig onderzocht, waarna we met zekerheid konden vaststellen dat het om een dennenprocessievlinder gaat. De vlinder is gevangen in een grove den (Pinus sylvestris). Deze vlinder had al gepaard voordat deze in de feromoonval terechtkwam. Of een mannetje gepaard heeft is te zien aan het achterlijf.
De twee dennenprocessievlinders in Limburg
De andere twee vlinders zijn gevangen in Cadier en Keer binnen de gemeente Eijsden-Margraten. De vlinders verkeerden in goede conditie en hadden eveneens gepaard. Ook hier is geen twijfel mogelijk dat het gaat om dennenprocessievlinders. De feromoonval hing in een alleenstaande douglasspar (Pseudotsuga menziesii).
Bronswespen
In de feromoonval in de gemeente Margraten hebben we twee bronswespen aangetroffen die meegelift zijn met de vlinders. Het betreft twee popparasieten die Sandrine Ulenberg, specialist van Naturalis, gedetermineerd heeft als Monodontomerus sp.
In andere vallen geen vangsten
Monitoring in Drenthe, Groningen en Overijssel heeft geen vangsten van de dennenprocessievlinder opgeleverd. Wel hebben we vorig jaar al een bronswesp (Baryscapus servadeii) in Overijssel ontdekt. Deze bronswesp is een eiparasiet van de dennenprocessierups en is ook gedetermineerd door Sandrine Ulenberg. De vondst van deze bronswesp suggereert dat de dennenprocessierups al zijn intrede heeft gedaan in Nederland, alleen weten we niet waar.
De dichtheid van feromoonvallen is te laag om een compleet beeld te krijgen van de locaties. Voor volgend jaar wordt gewerkt aan een uitgebreidere monitoring.
Geen reden tot paniek, maar alert blijven
De vangsten zijn geen reden tot paniek. De gevonden vlinders geven aan dat de dennenprocessievlinders Nederland bereikt hebben en vormen een indicatie dat zich ook in Nederland een populatie kan opbouwen. Of en in welk tempo dit zich zal afspelen, moet worden afgewacht.
In het najaar verschijnt een rapport met protocollen voor opsporen en beheersen van de dennenprocessierups. Hierin staat ook op welke locaties mensen rekening kunnen houden met de aanwezigheid van de rupsen.
Op dit moment zijn sowieso geen dennenprocessierupsen te vinden, alleen eitjes. Uit andere landen komen meldingen dat er rond deze tijd nog vlinders rondvliegen. Budgettair hadden we echter de ruimte niet om dit jaar langer door te gaan met de monitoring.
Meer informatie
- Voor meer informatie over de vindplaats kan contact worden opgenomen met Erwin Brouwer (Bomendokter) die de monitoring in Gelderland, Noord-Brabant en Limburg heeft uitgevoerd.
- Natuurbericht: Vlinders van de dennenprocessierups voor het eerst aangetroffen in Nederland.
- Natuurbericht: Dennenprocessierups nadert de Nederlandse grens.
- Natuurbericht: Dennenprocessierups komt steeds dichter bij Nederland: hoe herken je de levensstadia?
Tekst: Kenniscentrum Eikenprocessierups; Silvia Hellingman en Guus Hellingman, Hellingman Onderzoek en Advies; Arnold van Vliet, Wageningen University & Research; Henry Kuppen en Wendy Batenburg, Terra Nostra; Henk Jans, Jans Consultancy Gezondheid en Milieu; Hidde Hofhuis, Stichting Deltaplan Biodiversiteitsherstel; Joop Spijker, Wageningen Environmental Research; Teun Dekker, Swedish University of Agricultural Sciences
Beeld: Silvia Hellingman; Erwin Brouwer