kleine wintervlinders - primair

De winter is begonnen voor de wintervlinders

De Vlinderstichting
17-NOV-2022 - Hoewel er nog maar weinig echt koude nachten zijn geweest, komen nu toch de wintervlinders tevoorschijn. Zij worden actief in de loop van november en vaak pas na de eerste nachtvorst. Het zijn nachtvlinders met een bijzondere levenswijze, maar ze komen wel heel veel voor. Als je weet hoe je ze moet zoeken, kun je er honderden op een avond vinden.

De grote en kleine wintervlinder zijn zeer algemeen en komen vrijwel overal in het land voor. Ze zijn wel gebonden aan bomen en dan vooral eiken, dus in echt open landschappen zul je ze maar weinig tegenkomen. Op de hogere zandgronden zijn ze ook veel talrijker dan in de klei- en veengebieden, maar ook daar komen ze voor. Het zijn nachtvlinders. Ze worden ongeveer een uur na zonsondergang actief, dus dat is zo half november vanaf een uur of zes ’s avonds.

Waarnemingen van de drie wintervlinders vanaf 2020

Paring van kleine wintervlinderDe kleine wintervlinder is de meest voorkomende wintervinder. Vanaf 2020 zijn er ruim elfduizend waarnemingen van deze vlinders in de NDFF aanwezig. Ze zitten vaak ook met veel bij elkaar. De waarnemingen hadden betrekking op 93.488 vlinders, dus een gemiddelde van acht per waarneming. Maar er zijn bomen waarop meer dan driehonderd kleine wintervlinders op de stam zaten en soms zijn er tientallen bomen bij elkaar met elk meer dan twintig. Die grote aantallen hebben meestal betrekking op mannetjes. Deze zijn erg opvallend en zitten vaak in groepen bij elkaar op de onderste meters van een stam. Ze wachten daar op de vrouwtjes. Deze zijn verpopt in de strooisellaag, dus tussen de afgevallen bladeren en komen nu, in het begin van de winter, uit de pop en kruipen naar boven toe de boomstam in. Kruipen, want de vrouwtjes van wintervlinders kunnen niet vliegen. Ze hebben alleen nog maar kleine vleugelstompjes over. Terwijl ze zo naar kruipen, komen ze de mannetjes tegen en wordt er gepaard. Na de paring kruipt het vrouwtje verder omhoog en zet haar eitjes af in de boomkruin.

De drie wintervlinders: boven de mannetjes, onder de vrouwtjes

Kleine wintervlindermannetjes op een boomstamDe andere wintervlinders hebben een vergelijkbare ontwikkeling. De grote wintervlinder komt ook verspreid door het hele land voor en op het kaartje lijkt deze bijna even algemeen als de kleine wintervlinder. Maar in de NDFF zitten van deze soort vanaf 2020 maar 5000 waarnemingen van 10.800 vlinders, dus minder waarnemingen en een gemiddelde van twee vlinders per waarneming. Grote wintervlinder vind je dan ook niet vaak in flinke aantallen bijeen, behalve als ze worden aangelokt met een lichtbron. De derde wintervlinder, de berkenwintervlinder, is het minst talrijk. Vanaf 2020 zijn er een kleine driehonderd waarnemingen en gemiddeld minder dan twee vlinders per waarneming. Deze is sterk gebonden aan de hogere zandgronden en is vooral veel gezien op de Utrechtse Heuvelrug en de zuidelijke Veluwe.

Om wintervlinders te zien te krijgen, moet je de komende weken ’s avonds op pad. Vanaf een uurtje na zonsondergang bomen afzoeken met de zaklamp is de beste methode. De mannetjes, die opvallende vleugels hebben, vind je vrij snel. Maar het is de sport om, tussen al die mannetjes, ook de ongevleugelde vrouwtjes te ontdekken.

Let wel op dat veel gebieden na zonsondergang niet vrij toegankelijk zijn. Ga je op zoek in een natuurgebied, neem dan vooraf contact op met de beheerder.

Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Nina Schultz & Pia Wesenberg, Lepiforum.org; Kars Veling
Figuur: Nationale Databank Flora en Fauna, NDFF