Zomaar massaal Jacobsschelpen zoeken in Zeeland: smullen!
Stichting ANEMOONDoor niemand verwacht
Dat er deze lente opeens massaal Sint-Jacobsschelpen uit Zeeland worden gemeld, is frappant. Deze soort, officieel Grote mantel (Pecten maximus) genoemd, hoort thuis in onder andere Noord-Spanje, Bretagne en rond de Britse Eilanden. Niemand had ze vlak onder de kust langs de Oosterschelde verwacht, laat staan gehoopt ze gratis te kunnen verzamelen en eten. Als je er op tijd bij bent dan: want ervaring leert dat ze ook weer naar dieper water kunnen trekken – ze kunnen namelijk zwemmen (zie dit filmpje).
Waarom nu opeens?
Joke is waarnemer van het eerste uur. Haar eerste waarnemingen komen uit het haventje waar hun zeilboot ligt. Daar, bij een schilderachtig Zeeuws dorpje, spraken we af. De boot ligt vol met Jacobsschelpen en het koelkastje bevat de buit van het afgelopen etmaal. Met haar man en zoon zoekt ze zowel op de recreatiestrandjes als bij piertjes en onder aan de dijk; 'grofweg tussen Krabben- en Kattendijke'. Dat zoeken gaat soms in een waadbroek, soms snorkelend in een droogpak. "Duikers hebben het hier helemaal goed, er zijn hier prima duikstekken". Terwijl ze in een pan een paar Jacobsschelpen klaarmaakt (héérlijk!) komt de vraag op 'waarom nu opeens?' Joke heeft wel een vermoeden: "We zitten niet zo ver van Yerseke, dé plaats van de schelpdierkweek. Misschien is iemand stilletjes aan het kweken geslagen en zijn er toen larven of dieren ontsnapt?" Het klinkt logisch. We zagen dat ook met de Japanse oester (Magallana gigas) gebeuren, die zich ook onverwacht massaal voortplantte. Joke en andere wildplukkers vinden het wel wat triest voor de kwekers dat mensen deze dure lekkernij gratis komen rapen. "Voor Coquilles St. Jacques betaal je in de betere restaurants veel meer dan voor de jarenlang met zorg opgekweekte consumptie-oesters".
Al veel eerder aanwijzingen
De 'mantelrapers' zijn niet scheutig met informatie over de Zeeuwse lekkernij. Toch waren er al wel meerdere aanwijzingen dat er iets met deze soort aan de hand was. Nabij de kweekputten van Yerseke liggen al enige tijd flinke hoeveelheden lege Jacobsschelpen. Ook namen duikers al een paar jaar geleden levende dieren waar in diepere delen van de Oosterschelde, zoals op 9 en 23 oktober en 9 november 2020 (in totaal 4 levende exemplaren; omgeving Zierikzee). En op de website van Waarneming.nl staan nog meer meldingen. Ook Joke houdt aanwijzingen over de beste zoekplaats liever stil. "Anders zijn ze te snel óp" denkt ze. Na enig aandringen, omdat ze meeschrijft aan dit artikel, wil ze glimlachend alleen kwijt dat het er nu "Wemelt van die dingen".
Pelgrimsschelp
Pecten maximus is verbonden aan de heilige apostel Jacobus de Meerdere. Toen deze uiteindelijk in Jeruzalem door Herodes Agrippa I werd onthoofd, zouden Engelen het stoffelijk overschot per schip hebben teruggebracht naar Galicië, waar hij zijn evangelisatie begon. Het aangespoelde schip bleek bedekt met Sint-Jacobsschelpen. Hierdoor is die schelp nu al eeuwen hét embleem van de bedevaart naar Santiago de Compostella, zijn begraafplaats. Het verhaal wil dat struikrovers een erecode hadden die ze ervan weerhield pelgrims die de schelp op de hoed of jas droegen aan te vallen. Eenmaal in Santiago kreeg elke pelgrim een door de bisschop getekend certificaat en een ter plaatse gezegende Jacobsschelp.
Verwarrende naam
De wetenschappelijke naamgeving is soms wat verwarrend: Linnaeus duidde namelijk niet de Atlantische, maar juist de strikt Mediterrane grote Pecten-soort aan met de naam Pecten jacobaeus. De Atlantische noemde hij Pecten maximus. Grafvondsten en afbeeldingen bewezen echter ondubbelzinnig dat álle door pelgrims gebruikte Sint-Jacobsschelpen tot P. maximus behoorden.
Eetbare mantel der liefde
Of de eetbaarheid van de Coquille St. Jacques bijdroeg aan de populariteit als symbool, is niet bekend. De sluitspieren gelden als gastronomische lekkernij. In restaurants zijn verfijnde ovengerechten te bestellen. Je kunt die ook zelf maken, ze bakken of stoven of op de barbecue leggen. Reken in deze dure tijden voor een gering aantal 'noix' – zoals de Fransen de sluitspieren noemen – wel op een deuk in je portemonnee. De échte Pecten maximus is volgens kenners qua smaak veruit superieur aan andere in de handel zijnde mantels, zoals die uit Patagonië. De Wijde mantel (Aequipecten opercularis) wordt soms ook als 'Kleine Jacobsschelp' of 'Queen Scallop' verkocht. Niets gaat echter boven zelf verzamelde, direct klaargemaakte Jacobsschelpen.
Hoeveelheid
Op de vraag hoeveel je mag verzamelen is het antwoord niet eenduidig. Pecten maximus komt domweg niet voor in de reglementen. Daarom gaat men ervan uit dat dezelfde regels gelden als voor oesters rapen. Daarvan mag je tot 10 kilo per persoon per keer meenemen – voor eigen gebruik, dus niet doorverkopen. Een andere 'raper' die we tegenkomen zegt het aldus: "Deze Grote mantels kunnen zich alleen door toedoen van de mens zo dicht bij de oever vestigen. Daarom is het een invasieve exoot die bestreden moet worden en liefst zo snel mogelijk." Gewapend met een groot schepnet betoogt hij fanatiek mee te helpen met dat 'ontmantelen'. Wij lachen mee en vullen aan: "If you can't beat them, eat them". En zo lachend, lijken we wel wat op de in het youtube filmpje wegzwemmende breed grijnzende mantelschelp...
Tekst: Inge van Lente, Adriaan Gmelig Meyling, Rykel de Bruyne en Joke Bakker Stichting ANEMOON
Foto's: Adriaan Gmelig Meyling (leadfoto: zelf verzamelde Grote mantels / Jacobsschelpen; PICTAN; Inge van Lente
Naschrift: De komende dagen lijken gunstig voor het 'mantelvangen'. Laagwater valt vroeg in de ochtend en ook 's avonds als het nog licht is. Zeeuwen uit de buurt en winkeliers uit het nabijgelegen dorp spelen al in op deze gastronomische rage. Zo kun je bij de plaatselijke dieren- /hengelsportwinkel vragen naar een aquascope of onderwaterkijker, evenals naar de stevige schepnetten met een ver uitschuifbare steel (Jacobsnetten). Andere nuttige dingen om mee te nemen voor het mantelvangen zijn waadbroek, duik- of snorkelspullen, verzamelnet, handschoenen, getijdentabellen en -kalender. Voor meer informatie hierover kun je contact opnemen met ANEMOON.
1 aprilgrap, fake-news
Wie ons benaderde over dit natuurbericht kreeg als antwoord: "Kijk eens naar de datum." Inderdaad. Buurtbewoners en niet-Zeeuwen die naar de Zeeuwse kust gingen in de hoop op exquise Jacobsschelpen, gingen voor niets. Vlak onder de kust bij Wemeldinge of elders in de buurt zitten géén levende Grote mantels. En al helemaal niet massaal. Er is dan ook alleen sprake van 'melden', 'verwacht', 'hopen' en 'zoeken'.
Andere aanwijzingen naar deze 1-april grap zijn "te mooi om waar te zijn", het grijnzen van de mantelschelp en de naam Joke (= Engels voor grap; poetsenbakker dus). Overigens zijn de genoemde waarnemingen van de Grote mantel wel degelijk echt, evenals de soms te vinden lege schelpen (mogelijk restaurant-materiaal).
Met excuses aan de lokale dierenwinkel: erom vragen kan natuurlijk altijd, maar een 'Jacobsnet' bestaat niet. Ten slotte: duikers mogen niets verzamelen, hoogstens bij uitzondering met een speciale onderzoeksvergunning. Bepaalde echte exoten mogen gevangen worden, maar ook alleen met een vergunning (voor het vangmechanisme). Terugzetten na het vangen mag niet: dan ben je weer strafbaar voor het uitzetten van exoten. Maar laten we vooral zuinig zijn op de natuur. Die is er niet alleen om ons te dienen, maar om van te genieten.
In een bijdrage op 7 april 2023 kwamen we terug op dit artikel en gaven we aandacht aan de schoonheid van het leven in de Oosterschelde en andere Zeeuwse wateren, die zoveel mogelijk ongestoord dienen te blijven.