Natuurjournaal 1 december 2024

Op veel plekken kan je nu nog rookzwammen waarnemen. Deze buisjeszwam groeit in Nederland en Vlaanderen vooral op wilg en populier. Je kunt hem zien in bossen, parken, boomgaarden en tuinen, maar ook op bomen langs wegen en rivieroevers. Kenmerkend voor de rookzwam is de geur. Ondanks de naam ruikt hij niet naar rook, maar verspreidt hij een sterke zoete, soms anijsachtige geur. De naam verwijst naar het uiterlijk. De Latijnse soortnaam fumosa betekent ‘rookgrauw’ of ‘berookt’. Ook in andere talen komt dit terug, in het Frans heet hij Polypore Enfumé, in het Engels Big Smoky Bracket en in het Duits Graugelber Rauchporling.

Naast rookzwammen zijn ook gewone rookwantsen nog actief. Je kan ze zomaar in je huis tegenkomen, vooral als je een houtkachel of open haard hebt. Houtstapels en opslagplaatsen van openhaardhout zijn namelijk de favoriete verblijfplaatsen van de gewone rookwants. Op die manier is de gewone rookwants in Nederland terecht gekomen, want oorspronkelijk is hij afkomstig uit Midden- en Zuid-Europa. Volwassen dieren kunnen goed vliegen en zoeken zo naar goede overwinteringsplekken. Onze woonomgeving vinden ze prettig. Als het daar warm genoeg is, gaan ze niet in winterrust, maar blijven ze actief. Heb je ze in huis? Zet ze buiten, zodat ze in rust gaan. Ze zijn niet schadelijk en bestrijding is dus niet nodig.

Tekst: Ineke Radstaat, Nature Today
Foto's: Willem van Kruijsbergen, Saxifraga; Jeroen, Waarneming.nl