Natuurjournaal 30 mei 2025

De veelbloemige roos, ook wel trosroos genoemd, kom je regelmatig tegen in parken en tuinen. Tijdens de bloei vallen ze op door hun grote, witte bloemtrossen die heerlijk geuren. Een goed kenmerk naast de tros met veel bloemen, is het uiterlijk van de steunblaadjes onder aan de bladsteel. Die hebben een franjeachtig ingesneden rand. De bloemen worden veel bezocht door allerlei insecten, waaronder hommels. Soms zitten er tot wel 25 bloemen in een tros. Veelbloemige rozen worden ook wel gekruist met andere rozen, maar aan de ingesneden rand van de steunblaadjes kan je altijd zien dat ze afstammen van de veelbloemige roos.

Nog zo’n tuin- en parkbewoner: de boomhommel. Je herkent deze hommel gemakkelijk aan zijn oranjebruin gekleurde borststuk en witte achterlijfpunt. Oorspronkelijk is het een bosbewoner, maar de boomhommel voelt zich goed thuis op plekken waar mensen wonen. Werksters zijn vaak aan te treffen op bramen, frambozen, dwergmispels, sporkehout en gewone smeerwortel, waar ze nectar en stuifmeel verzamelen. Hun nesten, waar tot wel vierhonderd werksters wonen, worden altijd boven de grond in holtes gemaakt. Je vindt ze bijvoorbeeld in holle bomen, vogelnestkastjes of spouwmuren.

Tekst: Ineke Radstaat, Nature Today
Beeld: Ed Stikvoort, Saxifraga; Bart Vastenhouw, Saxifraga