
Microplastics ontdekt in insecten van een halve eeuw oud
Naturalis Biodiversity CenterKokerjuffers leven als larven onder water in beken en riviertjes, en bouwen beschermende omhulsels die vroeger gemaakt werden van plantaardig materiaal of kleine steentjes. Nog maar een paar jaar geleden, in 2018, werden de eerste kokerjuffers gevonden die kleine plasticdeeltjes bevatten. Wetenschappers van Naturalis Biodiversity Center en de Universiteit Leiden ontdekten nu kokers uit de jaren 70 en 80, die lagen opgeslagen in de rijkscollectie, waar ook al microplastics in zat.
"Als wetenschapper ben ik ze dankbaar, want deze insecten verzamelden deeltjes waar mensen zich toen nog niet bewust van waren", zegt promovendus Auke-Florian Hiemstra. "De term microplastics volgde meer dan 30 jaar later, waarna het bestuderen ervan in zoet water nog moest beginnen."
Een verzameling van verzamelingen
"Een natuurhistorische collectie is niet één verzameling", legt Hiemstra uit, "maar brengt vele collecties samen. Sommige, zoals de kokers van de kokerjuffer, zijn miniatuurverzamelingen gemaakt door insecten." Bij het bestuderen van de historische collectie van Naturalis Biodiversity Center werden enkele kokers gevonden die tientallen jaren geleden al microplastic bevatten. Zo zijn er meerdere kokers uit 1986, die felblauwe stukjes plastic in hun buisvormige-huis bouwden, maar het vroegste voorbeeld, een met opvallend gele stukjes plastic, is een koker van een kokerjuffer uit 1971.
De waarde van een natuurhistorische collectie
"Het is opvallend dat beide historische vondsten destijds niet werden verzameld in zwaar vervuilde stedelijke rivieren, maar direct bij de bron van twee kleine Nederlandse beekjes." Hiemstra: "Dit leert ons dat zoetwaterdieren al meer dan 50 jaar worden beïnvloed door microplastic, zelfs in schijnbaar ongerepte gebieden." De term 'microplastic' werd pas in 2004 bedacht en het eerste onderzoek naar microplastics in rivieren begon in 2005. "Dit onderzoek laat echt de waarde van natuurhistorische collecties zien en het feit dat we ze moeten koesteren, want je weet nooit hoe waardevol een exemplaar in de toekomst kan zijn", zegt Hiemstra.
En nu?
En hoe staat het er nu buiten voor met de kokerjufferlarven? Auke-Florian ging samen met student Isabel van der Velden op pad en ze schrokken van hun bevindingen. "In beken vervuild met riooloverstortwater, zoals in de Eyserbeek in Simpelveld, bevatten meer dan de helft van alle kokers tegenwoordig artificieel materiaal. Dat storten van met microplastic vervuild rioolwater in sloten heeft een enorme impact. Kokerjuffers zijn de basis van het hele voedselsysteem rond zo’n beek. Omdat kokerjuffers plastic rapen, komt het waarschijnlijk ook massaal, en in hogere concentraties, in onder andere vissen en vogels terecht."
De onderzoekers introduceren ook de term 'confetti-sediment'. "Waar men eerder schreef dat je als kokerjuffer met microplastic meer opviel, zijn sommige beken nu zo vervuild dat het tegenwoordig eerder andersom geldt. Je valt op als je geen plastic aanhecht." Niet alleen plastic werd gevonden. Waar vroeger bakstenen in sloten gedumpt zijn als oeverbescherming, vind je ook kokers terug met kleine stukjes baksteen. "Die kokerjuffers wonen in huizen gemaakt van baksteen, zo anders dan ons mensen zijn ze niet."
Meer informatie:
- Half a century of caddisfly casings (Trichoptera) with microplastic from natural history collections.
- A curious case: caddisfly cases built from brick and sewage overflow microplastics.
- Kunstenaar Hubert Duprat maakte kunst door kokerjuffers met goud en parelmoer aan de slag te laten gaan, en inspireerde daarmee dit onderzoek.
Tekst: Naturalis Biodiversity Center
Beeld: Auke-Florian Hiemstra; Liselotte Rambonnet