Natuurjournaal 28 juli 2025

Wilde marjolein (Origanum vulgare) is een van de vele nu bloeiende plantensoorten uit de lipbloemenfamilie. Het wordt in de keuken gebruikt als oregano en is nauw verwant aan een ander keukenkruid, majoraan of echte marjolein (O. majorana). Als je op een mooie zomerdag even blijft staan kijken bij deze heerlijk geurende uitspatting in roze en lila, zie je dat wilde marjolein een inheemse insectenplant bij uitstek is. De nectar die de bloemen produceren, heeft een hoog suikergehalte – een tankbeurt levert flink wat vlieguren op. Rond wilde marjolein is het dus een komen en gaan van allerlei soorten hommels, honingbijen, metselbijtjes, zandbijtjes, zweefvliegen en vlinders. Wil je wat meer insecten in je tuin of op je balkon? Plant wat wilde marjolein. Een beetje voor jezelf, en een beetje voor de beestjes.

De tamme kastanje is inmiddels uitgebloeid en het is nog te vroeg voor de oh zo bekende eetbare noten, die meestal per twee of drie in stekelige bolsters groeien. Toch herken je de boom ook snel aan de gedraaide stam met opvallende lengtegroeven, die op scheuren lijken. Hoe ouder de kastanje, hoe schuiner de groeven. De lancetvormige bladeren hebben een stekelige rand en zijn leerachtig. De boom behoort tot de napjesdragersfamilie, net als onze beuken en eiken. Tamme kastanjes staan met name in heuvelig terrein in loofbos, maar ook wel solitair of in lanen. Ze kunnen dertig meter hoog en een paar honderd jaar oud worden. De ‘Kabouterboom’ is de meest beroemde – met minstens 450 jaar wellicht de oudste – tamme kastanje van Nederland, te vinden in natuurgebied de Heerlijkheid Beek vlakbij Nijmegen.

Tekst: Karen Bosma, Nature Today
Beeld: Ed Stikvoort, Saxifraga; Dirk Hilbers, Saxifraga