
DNA legt families van Aziatische olifant bloot
Wageningen University & ResearchHet onderzoeksteam onderzocht DNA van 27 olifanten, afkomstig uit bijna het volledige verspreidingsgebied van de soort. De resultaten laten zien dat er vier genetisch verschillende clusters bestaan: Borneo, Sumatra, Sri Lanka en het Aziatisch vasteland. Daarmee is voor het eerst met genoomdata onderbouwd dat de Sumatraanse olifant een aparte ondersoort vormt. “Onze studie laat zien dat de huidige ondersoortindeling van de Aziatische olifant overeenkomt met wat we in het genoom waarnemen”, zegt Jeroen Kappelhof, promovendus aan Wageningen Universiteit. “Deze kennis helpt natuurbeschermers en dierentuinen gerichter keuzes te maken voor het behoud van de soort.”
“Het genetisch materiaal laat ons letterlijk de stamboom van de Aziatische olifant reconstrueren”, legt Kappelhof uit. “We zien dat hun gezamenlijke voorouder zich zo’n 170.000 jaar geleden splitste in twee takken: een richting Borneo en Sumatra en een richting Sri Lanka en het Aziatisch vasteland. Kort daarna gingen Borneo en Sumatra ieder hun eigen weg. Pas veel later, rond 48.000 jaar geleden, scheidden ook Sri Lanka en het vasteland van elkaar.”
Belang voor bescherming
De Aziatische olifant staat als soort op de Rode Lijst van de IUCN als bedreigd. Sommige ondersoorten, zoals de Sumatraanse, zijn zelfs kritiek bedreigd. Door de genetische verschillen nu beter in kaart te hebben – met methoden uit de conserveringsgenetica die DNA-onderzoek inzetten voor het behoud van soorten – kunnen natuurbeschermers effectievere strategieën ontwikkelen, bijvoorbeeld door inteelt te beperken of populaties apart te beheren.
Samenwerking tussen wetenschap en dierentuinen
Een bijzonder aspect van de studie is dat veel DNA-monsters afkomstig zijn van dieren die in Europese dierentuinen leven. Deze dierentuinen, verenigd in de Europese koepelorganisatie EAZA, leverden bloedmonsters die zijn opgeslagen in de gezamenlijke EAZA Biobank. Diergaarde Blijdorp speelt hierin een centrale rol door het Europese stamboek (EEP) van de Aziatische olifant te beheren en het genetisch management in Europese dierentuinen te coördineren. Dankzij deze samenwerking kon een compleet overzicht van de genetische variatie worden samengesteld.
Uit die analyse blijkt dat de populatie in Europese dierentuinen genetisch verrassend breed is. Dat biedt kansen voor behoud van diversiteit, mits er zorgvuldig per genetisch cluster wordt gefokt. Daarmee zijn de resultaten van belang voor zowel het beheer van wilde olifanten als de fokprogramma’s in gevangenschap.
Toekomstig onderzoek
Hoewel de genetische status van de Sumatraanse en Borneose olifant nu stevig is onderbouwd, blijven er vragen over bijvoorbeeld de precieze oorsprong van de olifanten op Borneo en Sri Lanka. Kappelhof benadrukt dat vervolgonderzoek noodzakelijk is om deze puzzelstukjes te leggen. “Hoe beter we met behulp van evolutionaire genoomwetenschap de genetische geschiedenis van olifanten begrijpen, hoe beter die kennis kan worden benut om hun bescherming te versterken”, aldus Kappelhof.
Meer informatie
- De resultaten van deze studie zijn onlangs gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Ecology and Evolution, getiteld 'Genomics Reveals Distinct Evolutionary Lineages in Asian Elephants’.
Tekst: Jeroen Kappelhof en Cecile Leuverink, Wageningen University & Research
Beeld: Jester&Wylde