Vipera berus, Adder

Natuurjournaal 5 oktober 2025

Nature Today
5-OKT-2025 - Langzaamaan voor adders en bruine winterjuffers vliegen nog een paar weken rond.

In oktober gaan veel adders hun overwinteringsplekken opzoeken. Hun actieve periode zit er onderhand op, want het kwik daalt. Voor reptielen als zij is het niet zozeer ‘koud’, als wel ‘langzaam’. Koud zegt ze niet zoveel, daar ze hun lichaamstemperatuur aan de buitentemperatuur aanpassen. Oude konijnenholen of holten tussen boomwortels zijn geschikte beschutte plekken voor ze, als het maar ergens ondergronds is waar het vorstvrij blijft. De slaapplekken liggen meestal op de zuidkant en zijn begroeid met prikkelbosjes, zoals braam. Zo kunnen de adders, als ze in het voorjaar wakker worden, veilig tevoorschijn komen en opwarmen. Goede plekken kunnen ze jaren achtereen gebruiken! Slapen doen adders trouwens met hun ogen open – ze hebben geen oogleden. Droge ogen krijgen ze gelukkig niet, een doorzichtig vlies beschermt hun prachtige kijkers.

Bruine winterjuffers zoeken voor camouflage houtige stengels uit om tegenaan te rusten

De bruine winterjuffer is, samen met de noordse winterjuffer, de enige van zijn familie in Europa die als imago – in zijn volwassen vorm – de winterse kou trotseert. Ze maken een antivries aan en kunnen tegen twintig graden Celsius vorst. Bruine winterjuffers worden, voor juffers, dan ook stokoud: tot wel tien maanden. De nieuwe generatie van dit jaar is in het voorjaar verwekt en vliegt van juli tot eind oktober rond. Veel binding met water hebben deze imago’s niet, ze kunnen dan ook ver gevonden worden van de plek waar ze als larve een paar maanden onder water hebben doorgebracht. Als het te koud voor ze wordt, zoeken bruine winterjuffers naar beschutte plekken in onder andere heidestruiken, pollen pijpenstrootje of achter boomschors.

Tekst: Karen Bosma, Nature Today
Beeld: Jan Nijendijk, Saxifraga; Kars Veling, De Vlinderstichting