Natuurjournaal 4 augustus 2025

En, heb je de verschillende bouw van de bloemen van grote kattenstaart ontdekt uit het Natuurjournaal van gisteren? Dan heb je er ongetwijfeld ook wat insecten zien rondzoemen. De paarsroze bloemen zijn momenteel een walhalla voor hommels en bijen, die er stuifmeel of nectar verzamelen. Het is ook een van de waardplanten voor het boomblauwtje. Als je geluk hebt, kun je 's avonds zelfs groepjes slapende darren van de kattenstaartdikpoot in de bloemaren ontdekken. De vrouwtjes pitten in ondergrondse nestjes, maar – solitaire bijen als ze zijn – wensen ze daar geen mannetjes bij. Na hun logeerpartijtje zitten de darren onder de groene stuifmeelkorrels. Je ziet ook zo aan de vrouwtjes dat ze graag bij grote kattenstaart verzamelen: zij hebben groene klompjes aan hun poten.

De blauwe breedscheenjuffer komt algemeen voor op de hoge zandgronden in beken, sloten en plassen met langzaam stromend of stilstaand water. Het is een indicatorsoort voor zuurstofrijk water. Eind juli of begin augustus sluipen de larven die eenmaal hebben overwinterd uit. Larven die tweemaal een winter onder water hebben meegemaakt, doen dat in mei en juni. Per jaar zijn er dan ook twee pieken in de vliegtijd voor deze sierlijke juffers. In Nederland zijn blauwe breedscheenjuffers niet met andere breedscheenjuffers te verwarren. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes hebben een fletse kleur, een brede kop met dubbele streep en een wat rommelig ogende tekening op het borststuk, met twee duidelijke, lichte strepen. De 'scheen' slaat op de tibia van de insectenpoot, het stukje poot onder de 'knie'.

Tekst: Karen Bosma, Nature Today
Beeld: Dion Nijskens, Waarneming.nl; Tim Termaat, De Vlinderstichting